Plan: | Tolakkerweg 218 -222 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.16016BP0005-VG01 |
het bestemmingsplan 'Tolakkerweg 218 -222' met identificatienummer NL.IMRO.0310.16016BP0005-VG01 van de gemeente 'De Bilt';
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een aan een hoofdgebouw aanwezig bouwwerk dat al dan niet rechtstreeks vanuit dat hoofdgebouw toegankelijk is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke diensten;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
een bouwwerk, dat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
het aantal woningen, zoals dat op het moment van de inwerkingtreding van dit plan bestaat, of in uitvoering is of na dat tijdstip mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder voor zover gelegen onder gebouwen, dakopbouw en/of zolder, die gelet op de bouwtechnische eisen in het Bouwbesluit onbruikbaar zijn voor de woonfunctie;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een plat dak dat door wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras; een balkon (uitstekend of op een erker) wordt niet als een dakterras gezien;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;
een robuust netwerk van natuurgebieden en tussenliggende verbindingszones. Het netwerk bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe nog te realiseren natuurgebieden en verbindingszones tussen de gebiedne. Enkele beheersgebieden, landbouwgebieden waar agrarsich natuurbeheer wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan de biodiversiteit en aan het functioneren van de EHS maken ook onderdeel uit van de EHS;
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;
een weg waarop zowel de stromen als de uitwisseling kan plaatsvinden; het is de verbindende schakel tussen erftoegangswegen en stroomwegen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
de gemiddelde hoogte van het aansluitend niveau;
het totale bouwvolume van de oorspronkelijke woning;
de agrarische teelt van snelgroeiend opgaand hout gedurende een periode van ten hoogste 25 jaar;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond. Huisvesting in verband met mantelzorg wordt aangemerkt als functioneel verbonden met het hoofdgebouw;
zaken als bedoeld in artikel 1 sub b van de Monumentenwet 1988, als zodanig geplaatst in het register van beschermde monumenten evenals zaken die zijn geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;
de oppervlakte van de voor bewoning bestemde vertrekken, waaronder mede wordt verstaan verblijfsruimten; niet meegerekend worden verkeersruimten, toiletten, douche- en badruimten, alsmede ingebouwde bergingen;
de achtergevel ten tijde van de oplevering van het gebouw/de woning dan wel - indien het gebouw/de woning nog gerealiseerd dient te worden - de achtergevel van het gebouw/de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
de woning ten tijde van de oplevering van de woning dan wel - indien de woning nog gerealiseerd dient te worden - de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
de zijgevel ten tijde van de oplevering van het gebouw/de woning dan wel - indien het gebouw/de woning nog gerealiseerd dient te worden - de zijgevel van het gebouw/de woning, zoals deze met de omgevingsvergunning wordt beoogd;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstanddige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
Binnenstedelijk:
Buitengebied:
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven delen van een bouwvlak dan wel bestemmingsvlak met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bouwvlak dan wel bestemmingsvlak;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke netto vloeroppervlakte voor de uitstalling en de verkoop van detailhandelsartikelen bedoelde oppervlakte;
de naar de wegzijde gekeerde gevel; in geval er meerdere gevels zijn aan te merken als voorgevel, is de gevel die meetelt in de huisnummering de voorgevel;
De naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak.
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding; een woonwagen wordt gezien als woning / wooneenheid
elk bouwkundig ondergeschikte vergroting van de oorspronkelijke woning;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken (en/of het hart van de scheidingsmuren);
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd ter plaatse van het bouwwerk;
het deel van het aanduidingsvlak, bouwvlak of bestemmingsvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
de totale en buitenwerkse gemeten oppervlakte van alle bouwlagen die een gebouw telt, met inbegrip van beneden peil gelegen bouwdelen en bij dat gebouw behorende magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten;
De in lid 2.1.2 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een diepte van 70 cm of meer gemeten vanaf de gevel, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Ondergeschikte uitbreidingen aan de voorgevel met aan- en uitbouwen op de begane grond van een hoofdgebouw/woning, zoals erkers en toegangen, zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Uitbreiding van hoofdgebouwen/woningen aan de oorspronkelijke achtergevel met aan- en uitbouwen is toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Uitbreiding van hoofdgebouwen/woningen aan de oorspronkelijke zijgevel met aan- en uitbouwen is toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Bebouwen van de hoek gelegen tussen de uitbreiding aan de achter- en de zijgevel is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevelrooilijn mag maximaal 15% van een bouwperceel met bijgebouwen worden bebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
De maximale oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan:
Voor de voorgevelrooilijn zijn slechts erfafscheidingen toegestaan, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m;
achter de voorgevelrooilijn zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
Dakterrassen op aan- en uitbouwen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de locatie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
In het hoofdgebouw of in een aan- of uitbouw van de woning is een aan-huis-verbonden beroep alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestaande bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan waarvan de situering, de afmeting, de goothoogte en/of de bouwhoogte niet voldoet aan hetgeen hier is bepaald in 'Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels' zijn wel toegestaan en mogen worden gehandhaafd en herbouwd, maar niet vergroot.
Voor de bebouwing op de adressen die zijn genoemd in de bijlage '' geldt de regel dat de dakvorm en goothoogte bij verbouw van de bebouwing dient aan te sluiten bij de bestaande dakvorm en goothoogte.
Veldschuren zijn toegestaan tot ten hoogste de bestaande oppervlakte en inhoud. De veldschuren mogen worden gebruikt voor het stallen van vee, inclusief het hobbymatig houden van paarden of ander vee.
Onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder gebouwen en in maximaal één laag waarvan de diepte niet meer dan 3 m mag bedragen, uitgezonderd voor de gronden:
Binnen een afstand van 5 m gemeten vanaf de bestemmingsgrens van de bestemming Water mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van bestaande bouwwerken.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a en worden toegestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij het betreffende Waterschap.
Als een strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater. Ter plaatse is ook de Provinciale Milieuverordening van toepassing
Onverminderd het bepaalde in de Provinciale Milieuverordening is het verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 8.2.1 is vereist voor werken en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als door de in lid 8.2.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel door de directe of indirecte gevolgen daarvan de kwaliteit van het grondwater niet in gevaar komt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, indien het betreft:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen de nadere eis bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.
Lid 13.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Tolakkerweg 218 -222'.
De volledige naam is de aanhaaltitel.