Plan: | Correctieve herziening bestemmingsplannen De Bilt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.16008BP0000-VG01 |
Het ruimtelijk beleid van de gemeente De Bilt is geborgd in meer dan 20 bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Het grootste gedeelte van deze plannen is volgens de door de wet ingegeven actualisatieplicht nog niet aan een actualisatie toe. Daarnaast is de verwachting dat in 2019 de Omgevingswet in werking treedt. Het instrument bestemmingsplan keert in de huidige vorm niet terug in de Omgevingswet maar gaat op in een 'omgevingsplan'.
Werkende weg is gebleken dat een aantal aspecten in de vigerende bestemmingsplannen niet goed is opgenomen. Vooruitlopend op de actualisatie en het omgevingsplan is het gewenst deze omissies nu al te herstellen. Het gaat dan met name om specifiek aan een perceel of een bestemming gebonden mogelijkheden.
Ondanks dat de omissies in verschillende vigerende bestemmingsplannen voorkomen, worden deze omissies nu in één besluit en in één procedure samengevoegd. Voor het herstellen van de omissies uit verschillende bestemmingsplannen wordt dus één nieuw bestemmingsplan opgesteld.
Dit bestemmingsplan heeft als doel om de bestaande vigerende bestemmingsplannen binnen de gemeente op onderdelen te verbeteren. Het gaat hierbij om het herstellen van omissies. Dit betekent dat ontwikkelingen en onderwerpen met een maatschappelijke lading die meestal een langere doorlooptijd vergen, niet in dit bestemmingsplan meegenomen worden.
Met dit nieuwe bestemmingsplan ontstaat de situatie dat het bestemmingsplan een actueel en correct beeld geeft van de functies en een kader waaraan (toekomstige) aanvragen omgevingsvergunning kunnen worden getoetst. Het bestemmingsplan sluit aan bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).
Het plangebied bestaat uit een aantal deelgebieden verdeeld over het gehele grondgebied van de gemeente De Bilt. In figuur 1 zijn de locaties globaal weergegeven. In hoofdstuk 2 worden de afzonderlijke locaties en door te voeren reparaties uiteengezet.
Figuur 1: globale indicatie locaties van dit bestemmingsplan
De onderdelen van dit bestemmingsplan hebben betrekking op verschillende vigerende bestemmingsplannen. In de onderstaande tabel is aangegeven welke bestemmingsplannen op onderdelen aangepast worden.
Bestemmingsplan | Vaststellingsdatum | IMRO-code |
Buitengebied-Zuid | 21 februari 2008 | NL.IMRO.03100000BP00111 |
Sportpark Weltevreden 2008 | 29 januari 2009 | NL.IMRO.03100017BP00109 |
Maartensdijk 2009 | 29 april 2010 | NL.IMRO.0310.0005BP00102 |
Buitengebied De Bilt Noord Oost | 19 december 2013 | NL.IMRO.0310.0006BP00103 |
De Akker 2008 | 28 mei 2009 | NL.IMRO.03100015BP00108 |
Parkeerplaatsen Brandenburg | 29 oktober 2009 | NL.IMRO.0310.BP00201 |
Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven | 23 juni 2011 | NL.IMRO.0310.0009BP00107 |
Stationsgebied Bilthoven | 28 oktober 2010 | NL.IMRO.0310.009BP00106 |
Buitengebied Maartensdijk 2012 | 27 oktober 2016 | NL.IMRO.0310.0002BP11004 |
Hoofdstuk 2 beschrijft de onderdelen waarvoor dit bestemmingsplan het kader biedt. Hoofdstuk 3 brengt het beleidskader in beeld. Het ruimtelijk beleid op het niveau van zowel Rijk, provincie, regio als gemeente komt hier aan bod en het plan wordt hieraan getoetst. In hoofdstuk 4 wordt stilgestaan bij de diverse sectorale aspecten en de wijze hoe het plan op een goede ruimtelijke manier met deze aspecten omgaat. Hoofdstuk 5 en 6 tonen vervolgens aan op welke wijze het plan in economische en maatschappelijke wijze uitvoerbaar is. Hoofdstuk 5 beschrijft tot slot de juridische opzet van het plan en de gebruiks- en bouwmogelijkheden die in het plan worden geboden.
In dit hoofdstuk is per onderdeel de inhoud van de aanpassing beschreven. Vervolgens is beschreven hoe de vertaling in het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden.
Inhoud wijziging
Op 21 februari 2008 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Buitengebied-Zuid vastgesteld. In artikel 5 (Natuurdoeleinden) zijn er twee onderdelen waarin de realisatie van een landhuis op een nieuw landgoed is geregeld. In lid 1, de doeleindenomschrijving, is opgenomen dat op gronden met de aanduiding 'landgoedpark' en de aanduiding 'landhuis toegestaan' maximaal 3 wooneenheden zijn toegestaan met een maximale inhoud van 1.500 m3 per wooneenheid. In lid 2, de bebouwingsvoorschriften, is onder b een tabel opgenomen. In deze tabel, tabel 4, wordt aangegeven dat het hoofdgebouw minimaal 2.500 m3 en maximaal 4.500 m3 mag beslaan. Door deze combinatie van regels kan in de praktijk niet aan de eisen van potentiële kopers worden voldaan. Deze regels blijken de ontwikkelmogelijkheden dusdanig te beperken, dat bebouwing niet kan worden gerealiseerd. Met name de eis dat het hoofdgebouw minimaal 2.500 m3 moet beslaan, zit ontwikkelingen in de weg. Door middel van onderhavig bestemmingsplan wordt deze regeling aangepast.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het verduidelijken van een bouwregel. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er geen nieuwe mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
Voorgesteld wordt om de doeleindenomschrijving niet aan te passen. Daarin zijn de algemene gemeentelijke en provinciale eisen voor nieuwe landgoederen goed verwoord. In de uitwerking in de bouwvoorschriften van het tweede lid kan speelruimte worden aangebracht.
Concreet betekent dit dat de regels van het bestemmingsplan Buitengebied-Zuid op het volgende onderdeel worden aangepast:
De toelichting en de verbeelding behoeven geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 29 januari 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Sportpark Weltevreden 2008 vastgesteld. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn enkele onderdelen niet goed verwerkt. Het betreft het volgende:
Beleid en omgevingsaspecten
De eerste wijziging betreft het foutief bestemmen van een strook grond. De bestemming wordt gewijzigd van Sportdoeleinden naar Groen. Het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid staat deze wijziging niet in de weg.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt dat er geen extra bouwmogelijkheden worden geboden en de gebruiksmogelijkheden nagenoeg gelijk blijven. Onderzoek naar de aspecten archeologie, bedrijven en milieuzonering, cultuurhistorie, duurzaamheid, ecologie, externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit en water is derhalve niet aan de orde.
Bij de tweede wijziging worden extra bouwmogelijkheden toegevoegd. De bestemming en het bouwvlak blijven ongewijzigd. Beleidsmatig past deze wijziging binnen rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid.
Indien de toename van verhard oppervlak binnen stedelijk gebied meer is dan 500m2 dan vereist het waterschap HDSR waterbergingscompensatie, omdat van dit verharde oppervlak een versnelde waterafvoer komt. Het bestaande watersysteem is hier niet op ingericht. Conform de Keur bedraagt de compensatie 15% van de toename van het areaal verhard oppervlak. Het bouwvlak heeft een oppervlakte van ongeveer 950 m2. In de huidige situatie mag 570 m2 bebouwing gerealiseerd worden. Als gevolg van de wijziging mag 380 m2 extra bebouwing gerealiseerd worden. Omdat de verharding onder de grens van het waterschap blijft is waterbergingscompensatie niet aan de orde.
Omdat er geen concrete bouwplannen zijn kan overig onderzoek vooralsnog achterwege blijven. In het kader van een eventuele bouwaanvraag (omgevingsvergunning) dienen de relevante onderzoeken uitgevoerd te worden.
Juridische vertaling
Omdat het bestemmingsplan moet voldoen aan de Standaard Vergelijkebare bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012) is het niet mogelijk om de bestemming Groenvoorzieningen op te nemen. Conform de standaarden wordt het de bestemming Groen.
Op de verbeelding wordt de volgende aanpassing doorgevoerd:
Omdat de bestemming Groen nog niet voorkomt in de voorschriften van het bestemmingsplan Sportpark Weltevreden 2008 wordt de volgende aanpassing doorgevoerd:
Tevens wordt op de verbeelding het volgende aangepast:
De toelichting behoeft geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 28 mei 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan De Akker 2008 vastgesteld. In de begripsomschrijving van de regels is per abuis het begrip 'kantoor' niet opgenomen. Door middel van onderhavig bestemmingsplan wordt deze omissie hersteld.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het verduidelijken van de regels door een begripsbepaling op te nemen. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er geen nieuwe mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
De regels van het bestemmingsplan De Akker 2008 worden op het volgende onderdeel aangepast:
s1: Kantoor: voorzieningen gericht op het verlenen van diensten zoals administratieve, financiële, architectonische, juridische diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
De toelichting en verbeelding behoeven geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 28 mei 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan De Akker 2008 vastgesteld. Voor de woningen aan de Mr. S. van Houtenweg 14 tot en met 64 is op de verbeelding een maximum goot- en bouwhoogte van 6 m opgenomen. Deze hoogte is niet overeenkomstig de huidige, feitelijke situatie. In de huidige feitelijke situatie is er een flatgebouw met een goot- en bouwhoogte van 11,7 m aanwezig. Deze flat is ook als zodanig vergund. Door middel van onderhavig bestemmingsplan wordt deze omissie hersteld.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het borgen van de feitelijke situatie in het bestemmingsplan. Hiertoe wordt een goot- en bouwhoogte op de verbeelding aangepast. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er ten opzichte van de feitelijke, vergunde situatie geen nieuwe (bouw)mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
De verbeelding van het bestemmingsplan De Akker 2008 wordt op het volgende onderdeel aangepast:
De toelichting en regels behoeven geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 29 oktober 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Parkeerplaatsen Brandenburg vastgesteld. In artikel 3. lid 3.2.1 is een regeling opgenomen voor de oppervlakte van garageboxen. Op basis van deze regels dienen garageboxen een oppervlakte van 18 m2 te hebben. Bedoeld is te regelen dat de oppervlakte van garageboxen maximaal 18 m2 mag bedragen. Door middel van onderhavig bestemmingsplan wordt deze omissie hersteld.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het verduidelijken van de bouwregels. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er geen nieuwe mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
De regels van het bestemmingsplan Parkeerplaatsen Brandenburg worden op het volgende onderdeel aangepast:
a. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mogen garageboxen ten behoeve van woningen worden gebouwd met een maximum oppervlakte van 18 m² per garagebox en een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter;
De toelichting en verbeelding behoeven geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 28 oktober 2010 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Stationsgebied Bilthoven vastgesteld. Op 23 juni 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt ook het bestemmingsplan Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven vastgesteld. In beide bestemmingsplannen zijn de horecavoorzieningen ondergebracht binnen de bestemming Centrum. De bestemming Centrum is tot aan de gevel van de gebouwen gelegd. De gronden voor de voorgevel hebben de bestemming Verkeer of Verkeer-Verblijfsgebied. Binnen de bestemming Verkeer en Verkeers-Verblijfsgebied is het niet mogelijk om terrassen ten behoeve van de horeca-voorzieningen te realiseren. Sinds lange tijd zijn er enkele terrassen gevestigd. Ook is er sprake van (nieuwe) vraag naar terrassen. De gemeente vindt deze ontwikkeling passend binnen de betreffende bestemming. Om deze redenen worden terrassen bij horecavoorzieningen door middel van onderhavig bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Het betreft hier zowel de gebruiksfunctie als het plaatsen van terrasschermen en parasols. Het plaatsen van een permanent of niet permanent terrasscherm is uitsluitend bij volledige (lichte) horecafuncties toegestaan. Vaste overkappingen zijn niet toegestaan (zoals luifels e.d.). Voor de esthetische vormgeving is aangesloten bij het Beeldkwaliteitsplan Bilthoven Centrum zoals dat is vastgesteld op 28 oktober 2010. Het plaatsen van terrasheaters is jaarrond toegestaan.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het opnemen van gebruiksregels behorende bij een bestaande functie. Beleidsmatig gezien is het toestaan van terrassen bij bestaande volledige horeca-functies in het gemeentelijke 2.12 beleid (beleidsregels artikel 2.12 lid 1 onder a onder 2 Wabo jº artikel 4 van bijlage II Bor, Gemeente De Bilt 2014) verankerd en kan dus als passend worden beschouwd. De wijziging past eveneens binnen het provinciaal en rijksbeleid.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt dat het een verruiming van de gebruiksfunctie betreft. Dit heeft geen gevolgen voor de omgevingsaspecten en de omgevingsaspecten staan de wijziging ook niet in de weg. Onderzoek is niet noodzakelijk.
Juridische vertaling
De regels van het bestemmingsplan Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven worden op de volgende onderdelen aangepast:
e. terrassen inclusief bijbehorende voorzieningen ten behoeve horeca gelegen binnen de aangrenzende bestemming Centrum-1;
2. de bouwhoogte van terrasschermen mag niet meer bedragen dan 1,8 m;
Met dien verstande dat
d. het plaatsen van terrasschermen uitsluitend is toegestaan ten behoeve van volledige horecafuncties;
e. de terrasschermen alleen voor of naast het pand geplaatst mogen worden, waarbij de breedte van de eigen gevel bepalend is, binnen de markering zoals door de gemeente in de openbare ruimte is aangegeven;
f. in de grond verankerde parasols op een terras niet breder zijn dan de breedte van de voor- of zijgevel van de horeca-inrichting en uitsluitend dienen ter overkapping van het terrasmeubilair dat is geplaatst en geen gesloten geheel vormen;
g. het plaatsen van schermen of parasols niet leidt tot verlies van parkeerplaatsen of verkeershinder;
h. de schermen en parasols voldoen aan de regels van het 'Beeldkwaliteitsplan Bilthoven centrum'
zoals opgenomen in bijlage 6 van de toelichting.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
voor het gebruik van gronden als terras geldt tevens het volgende:
b1. terrassen inclusief bijbehorende voorzieningen ten behoeve horeca gelegen binnen de aangrenzende bestemming Centrum-1;
2. de bouwhoogte van terrasschermen mag niet meer bedragen dan 1,8 m;
Met dien verstande dat
c. het plaatsen van terrasschermen uitsluitend is toegestaan ten behoeve van volledige horecafuncties;
d. de terrasschermen alleen voor of naast het pand geplaatst mogen worden, waarbij de breedte van de eigen gevel bepalend is, binnen de markering zoals door de gemeente in de openbare ruimte is aangegeven;
e. in de grond verankerde parasols op een terras niet breder zijn dan de breedte van de voor- of zijgevel van de horeca-inrichting en uitsluitend dienen ter overkapping van het terrasmeubilair dat is geplaatst en geen gesloten geheel vormen;
f. het plaatsen van schermen of parasols niet leidt tot verlies van parkeerplaatsen of verkeershinder; g. de schermen en parasols voldoen aan de regels van het 'Beeldkwaliteitsplan Bilthoven centrum'
zoals opgenomen in bijlage 6 van de toelichting.
6.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van terrassen gelden de volgende regels:
i. terrassen inclusief bijbehorende voorzieningen ten behoeve horeca gelegen binnen de aangrenzende bestemming Centrum-1 en Horeca;
3. de bouwhoogte van terrasschermen mag niet meer bedragen dan 1,8 m;
Met dien verstande dat
c. het plaatsen van terrasschermen uitsluitend is toegestaan ten behoeve van volledige horecafuncties;
d. de terrasschermen alleen voor of naast het pand geplaatst mogen worden, waarbij de breedte van de eigen gevel bepalend is, binnen de markering zoals door de gemeente in de openbare ruimte is aangegeven;
e. in de grond verankerde parasols op een terras niet breder zijn dan de breedte van de voor- of zijgevel van de horeca-inrichting en uitsluitend dienen ter overkapping van het terrasmeubilair dat is geplaatst en geen gesloten geheel vormen;
f. het plaatsen van schermen of parasols niet leidt tot verlies van parkeerplaatsen of verkeershinder; g. de schermen en parasols voldoen aan de regels van het 'Beeldkwaliteitsplan Bilthoven centrum'
zoals opgenomen in bijlage 6 van de toelichting.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van terrassen gelden de volgende regels:
De toelichting en verbeelding behoeven geen aanpassing.
De regels van het bestemmingsplan Stationsgebied Bilthoven wordt op de volgende onderdelen aangepast:
d1. terrassen inclusief bijbehorende voorzieningen ten behoeve horeca gelegen binnen de aangrenzende bestemming Centrum-1;
3. de bouwhoogte van terrasschermen mag niet meer bedragen dan 1,8 m;
Met dien verstande dat
d. het plaatsen van terrasschermen uitsluitend is toegestaan ten behoeve van volledige horecafuncties;
e. de terrasschermen alleen voor of naast het pand geplaatst mogen worden, waarbij de breedte van de eigen gevel bepalend is, binnen de markering zoals door de gemeente in de openbare ruimte is aangegeven;
f. in de grond verankerde parasols op een terras niet breder zijn dan de breedte van de voor- of zijgevel van de horeca-inrichting en uitsluitend dienen ter overkapping van het terrasmeubilair dat is geplaatst en geen gesloten geheel vormen;
g. het plaatsen van schermen of parasols niet leidt tot verlies van parkeerplaatsen of verkeershinder;
h. de schermen en parasols voldoen aan de regels van het 'Beeldkwaliteitsplan Bilthoven centrum'
zoals opgenomen in bijlage 2 van de regels.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van terrassen gelden de volgende regels:
De regels van het bestemmingsplan Stationsgebied Bilthoven worden op de volgende onderdelen aangepast:
m. terrassen inclusief bijbehorende voorzieningen ten behoeve horeca gelegen binnen de aangrenzende bestemming Centrum-1;
4. de bouwhoogte van terrasschermen mag niet meer bedragen dan 1,8 m;
Met dien verstande dat
e. het plaatsen van terrasschermen uitsluitend is toegestaan ten behoeve van volledige horecafuncties;
f. de terrasschermen alleen voor of naast het pand geplaatst mogen worden, waarbij de breedte van de eigen gevel bepalend is, binnen de markering zoals door de gemeente in de openbare ruimte is aangegeven;
g. in de grond verankerde parasols op een terras niet breder zijn dan de breedte van de voor- of zijgevel van de horeca-inrichting en uitsluitend dienen ter overkapping van het terrasmeubilair dat is geplaatst en geen gesloten geheel vormen;
h. het plaatsen van schermen of parasols niet leidt tot verlies van parkeerplaatsen of verkeershinder;
i. de schermen en parasols voldoen aan de regels van het 'Beeldkwaliteitsplan Bilthoven centrum'
zoals opgenomen in bijlage 2 van de regels.
6.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van terrassen gelden de volgende regels:
De toelichting en verbeelding behoeft geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 29 april 2010 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Maartensdijk 2009 vastgesteld. De bestemming Bedrijf is opgenomen voor bedrijfsmatige activiteiten van categorie 1 en 2 van de bij de planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten. Binnen deze bestemming is per abuis geen regeling opgenomen voor kantoren bij bedrijven. Omdat dit wel gewenst is en past binnen een normale bedrijfsvoering van bedrijven wordt voor kantoren behorende bij bedrijven door middel van onderhavig bestemmingsplan een regeling opgenomen.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het verduidelijken van een gebruiksregeling in het bestemmingsplan. Hiertoe worden de gebruiksregels in artikel 4 aangepast. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er ten opzichte van de feitelijke, vergunde situatie geen nieuwe (bouw)mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
In artikel 4 wordt na lid 4.6 een nieuw lid 4.6a opgenomen, luidende:
4.6a Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen gebruikt worden voor kantoren behorende bij bedrijven met dien verstande dat per bedrijf ten hoogste 30 % van het bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van daarmee onlosmakelijk verbonden kantooractiviteiten tot een maximum van 1.000 m² bruto vloeroppervlak.
De toelichting en verbeelding behoeven geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Buitengebied De Bilt Noord-Oost vastgesteld. Aan het perceel Soestdijkseweg Noord 515 is de bestemming Wonen toegekend. Tevens geldt de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - bestaande bebouwing'. Over het zuidelijke gedeelte van het perceel loopt een hoogspanningsverbinding. Deze hoogspanningsverbinding is voorzien van de dubbelbestemming Leiding-Hoogspanningsverbinding. Het niet toegestaan om de bestaande bebouwing ter plaatse van de hoogspanningsverbinding in gebruik te nemen als woning. Dit is onvoldoende in het bestemmingsplan geborgd. Om deze reden wordt door middel van onderhavig bestemmingsplan een functieaanduiding opgenomen die regelt dat wonen ter plaatse van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding niet is toegestaan.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het uitsluiten van de woonfunctie in gebouwen ter plaatse van de Dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er ten opzichte van de feitelijke, vergunde situatie geen nieuwe (bouw)mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
In artikel 15 lid 15.1 wordt na sub g een nieuwe zin opgenomen, luidende:
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is het gebruik van gebouwen als hoofdgebouw c.q. woning niet toegestaan.
Op de verbeelding wordt ter plaatse van de Soestdijkseweg - Noord, daar waar de bestemming Wonen samenvalt met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding de aanduiding 'wonen uitgesloten' opgenomen.
De toelichting behoeft geen aanpassing.
Inhoud wijziging
Op 27 oktober 2016 heeft de gemeenteraad van de gemeente De Bilt het bestemmingsplan Buitengebied Maartensdijk 2012 vastgesteld. De bestemming Maatschappelijk - 1 is toegekend aan educatieve voorzieningen, medische voorzieningen, sociale en zorgvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling', een kinderdagverblijf en wonen. Per abuis zijn de bouwregels voor wonen en bouwwerken geen gebouwen zijnde gekoppeld aan de gronden ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling' en zijn de opgenomen bouwregels niet compleet omdat de goot- en bouwhoogte bij de woning niet geregeld is en er geen regels zijn opgenomen voor bijgebouwen en overkappingen bij de woning. Tevens zijn er geen bouwregels opgenomen voor de functie kinderdagverblijf. Door middel van onderhavig bestemmingsplan wordt deze omissie hersteld.
Voor de woning wordt een goot- en bouwhoogte opgenomen van respectievelijk 3 en 10 m. De oppervlakte van bijgebouwen bedraagt maximaal 70 m2 en de goot- en bouwhoogte 3 respectievelijk 6 m. Hierbij is aangesloten bij de mogelijkheden van overige woningen in het plangebied.
Voor de oppervlakte en goot- en bouwhoogte van kinderdagverblijven wordt aangesloten bij de bestaande bebouwing.
Beleid en omgevingsaspecten
Deze wijziging betreft het opnemen van ontbrekende bouwregels in het bestemmingsplan. Voor de bouwregels wordt aangesloten bij vergelijkbare bestemmingen of de bestaande situatie. Beleidsmatig worden geen wijzigingen aangebracht waardoor toetsing aan het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid achterwege kan blijven.
Ten aanzien van de omgevingsaspecten geldt hetzelfde. Omdat er ten opzichte van de feitelijke, vergunde situatie geen nieuwe (bouw)mogelijkheden worden geboden is de toetsing aan de verschillende omgevingsaspecten niet aan de orde.
Juridische vertaling
In artikel 11 wordt na lid 11.2 sub b een nieuw sub c, d en e opgenomen, luidende:
c. Voor de bebouwing ten dienste van de doeleinden onder d gelden de volgende regels:
d. Voor de bebouwing ten dienste van de doeleinden onder e gelden de volgende regels:
e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 meter.
Artikel 11 lid 11.2 sub b6, b7 en b8 worden verwijderd.
De toelichting en verbeelding behoeven geen aanpassing
Voor de betreffende onderdelen van dit bestemmingsplan geldt dat de bestemming en of regeling zoals opgenomen in de voorgaande bestemmingsplannen wordt hersteld of aangepast. De beleidskaders uit de voorgaande bestemmingsplannen zijn derhalve tevens van toepassing op onderhavig bestemmingsplan. De wijzigingen passen binnen het beleid zoals dat in de vigerende bestemmingsplannen is geformuleerd. Eventuele uitzonderingen en/of verduidelijkingen zijn in hoofdstuk 2 per wijziging onder het kopje 'beleid en omgevingsaspecten' aangegeven.
Sinds de vaststelling van de bestemmingsplannen waarop dit bestemmingsplan van toepassing is, zijn er geen nieuwe beleidsdocumenten vastgesteld die leiden tot andere inzichten ten aanzien van de inhoud van dit bestemmingsplan.
Bij een bestemmingsplan moet worden aangetoond dat de diverse milieuaspecten de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staan. In onderhavig bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan heeft tot doel om een aantal omissies in de huidige bestemmingsplannen te herstellen of de bestaande, feitelijke situatie te bestemmen. Er is geen sprake van nieuwe ontwikkelingen. Gelet op het karakter en de strekking van dit bestemmingsplan is het dan ook niet nodig om specifiek onderzoek te verrichten.
Indien de toename van verhard oppervlak binnen stedelijk gebied meer is dan 500 m2 dan vereist het waterschap HDSR waterbergingscompensatie, omdat van dit verharde oppervlak een versnelde waterafvoer komt. Het bestaande watersysteem is hier niet op ingericht. Conform de Keur bedraagt de compensatie 15% van de toename van het areaal verhard oppervlak. In dit bestemmingsplan is voor geen enkele wijziging een waterbergingscompensatie aan de orde. Wel vindt de gemeente De Bilt het belangrijk dat particulieren zich bewust zijn van maatregelen die zij zelf kunnen nemen om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Eén van de mogelijkheden daarvoor is het schone hemelwater, dat op het eigen dak en de tuinverharding terechtkomt, 'af te koppelen' van de riolering en direct ter plaatse weg te laten lopen in de bodem. De beide overheden hebben hierbij de hulp van de particulier nodig. Meer informatie hierover is te vinden op de website van het hoogheemraadschap: www.destichtseriinlanden.nl/omgaanmetwateroverlast en www.destichtserijnlanden.nl/klimaatbestendig of www.hdsr.nl/werk/schoon- water/rioolwaterzuivering/afkoppelen/.
Eventuele uitzonderingen en/of verduidelijkingen zijn in hoofdstuk 2 per wijziging onder het kopje 'beleid en omgevingsaspecten' aangegeven.
Wettelijk kader
Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 Wro moet in het kader van een bestemmingsplan onder andere inzicht worden verschaft in de economische uitvoerbaarheid van het plan. In verband daarmee is eerst onderzocht of voor het onderhavige bestemmingsplan op grond van artikel 6.12, eerste lid Wro de verplichting bestaat om één of meer exploitatieplannen vast te stellen.
Op grond van artikel 6.12, lid 1 van de Wro stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een in het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) aangewezen bouwplan is voorgenomen. Dit zijn de volgende bouwplannen:
Op grond van artikel 6.12, lid 2 Wro kan van deze verplichting worden afgezien, indien (globaal) sprake is van de volgende factoren:
Voor de beoordeling van de vraag of het kostenverhaal anderszins verzekerd is, is de eigendomssituatie van belang. In het geval dat alle gronden binnen een exploitatiegebied eigendom zijn van de gemeente, kan de gemeente de kosten van de grondexploitatie verrekenen in de prijs van de uit te geven bouwrijpe kavels. In dat geval is het kostenverhaal afdoende anderszins verzekerd en is het vaststellen van een exploitatieplan niet verplicht. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente in een overeenkomst met de ontwikkelaar heeft vastgelegd hoe de kosten van de grondexploitatie worden verrekend. Ook in dat geval is het vaststellen van een exploitatieplan niet verplicht.
Situatie
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het herstellen van omissies. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De verplichting om een exploitatieplan vast te stellen is derhalve niet aan de orde. Ook is het niet noodzakelijk de kosten anderszins te verzekeren.
Gelet op de geringe ruimtelijke impact van het plan wordt afgezien van vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro. Er zijn immers geen belangen van (semi) overheden in het geding. Ook is gelet hierop gekozen om geen inspraak te doen.
Het ontwerp bestemmingsplan is conform het gestelde in artikel 3.8 Wro jo. Afd. 3.4 Awb gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegd. In de periode 1 juni tot en met 12 juli 2017 kon een ieder zijn of haar zienswijze indienen. Op 13 juni 2017 is er een inloopavond op het gemeentehuis georganiseerd. Tevens is het ontwerp in het kader van het wettelijk vooroverleg toegezonden aan de Provincie Utrecht en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De provincie heeft in een reactie laten weten dat de provincie geen aanleiding ziet tot het plaatsen van opmerkingen. Het Hoogheemraadschap heeft wel een inhoudelijke reactie gegeven die als zienswijze in behandeling is genomen. Daarnaast zijn er nog 3 zienswijzen ingediend. De in totaal 4 zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota zienswijzen. 3 van de 4 zienswijzen hebben aanleiding gegeven het bestemmingsplan op onderdelen aan te passen. Daarnaast zijn er 3 ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. De nota zienswijzen is opgenomen in bijlage 1 van deze toelichting.
Het bestemmingsplan ‘Correctieve herziening bestemmingsplannen De Bilt’ is opgesteld conform de SVBP2012, alsmede de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor), en is vervat in een verbeelding (plancontour en enkele bestemmingen en aanduidingen), planregels en toelichting.
Het bestemmingsplan voorziet in een partiële herziening van de regels (voorschriften) van diverse bestemmingsplannen binnen de gemeente De Bilt. Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een ‘regulier’ bestemmingsplan. Voor het inzichtelijk krijgen van de geldende situatie binnen het plangebied na inwerkingtreding van het onderhavige bestemmingsplan, is het noodzakelijk om naast deze herziening ook de geldende bestemmingsplannen (moederplannen) te raadplegen. Met het onderhavige bestemmingsplan sec ontstaat geen compleet overzicht van de nieuwe geldende situatie. Zo zijn in de regels en in de toelichting slechts die onderdelen opgenomen, die deel uitmaken van c.q. van belang zijn voor deze herziening. In de planregels worden uitsluitend de bepalingen opgenomen uit de moederplannen die wijzigen danwel worden aangevuld.
Op www.ruimtelijkeplannen.nl zullen bij het onderhavige bestemmingsplan verwijzingen worden opgenomen naar de digitale bestemmingsplannen die worden herzien. Wanneer er in de regels een verwijzing is opgenomen wordt altijd de verwijzing in c.q. naar het moederplan bedoeld, tenzij anders door middel van de term 'nieuw' is aangegeven. Twee voorbeelden:
Na het onherroepelijk worden van voorliggende herzieningen kunnen eventueel geconsolideerde versies van de digitale moederplannen inclusief de onderhavige herziening worden opgesteld en op www.ruimtelijkeplannen.nl worden geplaatst, waardoor een compleet overzicht van de geldende situatie ontstaat.