Plan: | Melkweg e.o. 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.0013BP11013-VG01 |
het bestemmingsplan Melkweg e.o. 1e herziening van de gemeente De Bilt;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0013BP11013-VG01 met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een diensverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctue in overeenstemming is;
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd monument;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning op grond van de Monumentenwet 1988 beschikt;
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn;
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde, met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context;
een bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient om aan de rand van het trapveld ballen te keren;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het percentage van de oppervlakte van een bouwperceel, dat mag worden bebouwd;
voortbrengsel van de beeldende kunsten, kunstuiting;
een zelfstandig gebouw of complex van gebouwen, geschikt en bestemd voor opslagdoeleinden;
bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
een bouwwerk, dat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand of aaneengebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder voor zover gelegen onder gebouwen en zolder, die gelet op de bouwtechnische eisen in het Bouwbesluit onbruikbaar zijn voor de woonfunctie;
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een groep bedrijfsactiviteiten, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende woonomgeving;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een uitstekend afdak aan een gebouw;
activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang, voorkomende in dat gebied;
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;
ondergeschikte bouwdelen zijn plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, liftschachten en overstekende daken van maximaal 1 meter.
een bouwwerk ten behoeve van het overdekt parkeren van auto's;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte bouwperceel (maaiveld);
hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
een openbaar terrein waar men kan voetballen dan wel een terrein van vergelijkbare omvang waarop diverse speelvoorzieningen aanwezig zijn;
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
functies in het kader van de gezondheidszorg, kleinschalige detailhandel, publiekverzorgend ambacht en dienstverlening;
bebouwing bestaande uit woningen in combinatie met maatschappelijke voorzieningen en ondersteunende woonzorgfuncties in hoofdzaak ten behoeve van de bewoners van deze woningen;
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, waar door de ligging in of nabij een zorgvoorziening in meer of mindere mate zorg wordt geboden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren);
het deel van het aanduidingsvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
De in lid 2.1.2 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een lengte van 70 cm of meer, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als bedoeld in 12.1 onder e buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 5 m bedraagt.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen in verband met betrekking tot de situering van gebouwen, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en/of de bebouwingskarakteristiek en parcellering van de omgeving, evenals aan de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein, ter waarborging van voldoende parkeermogelijkheden en de verkeersveiligheid.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2.1 sub b, voor een hoger bebouwingspercentage, tot maximaal 15% meer dan het bebouwingspercentage dat is aangeduid, mits:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Als een strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen de nadere eis bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de regels van het plan, voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van het terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Lid 15.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Melkweg e.o. 1e herziening.