Plan: | Golfbaan Ruigenhoek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0310.0002BP14001-VG01 |
het bestemmingsplan 'Golfbaan Ruigenhoek' met identificatienummer NL.IMRO.0310.0002BP14001-VG01 van de gemeente De Bilt;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen;
een aan een hoofdgebouw aanwezig bouwwerk dat al dan niet rechtstreeks vanuit dat hoofdgebouw toegankelijk is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de plaats waar de eerste slag geslagen wordt en waar de afslag geoefend wordt;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
aan een waterstaatswerk grenzende zone, die als zodanig in de legger is opgenomen, waarin ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens deze keur van toepassing zijn;
een bouwwerk, dat ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaat, dat/die of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend of krachtens een omgevingsvergunning die na dit tijdstip, hoewel in strijd met dit plan, niet mag worden geweigerd;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een plat dak dat door wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras; een balkon (uitstekend of op een erker) wordt niet als dakterras gezien;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen ten behoeve van de golfsport, zoals golfballen, clubs en golfkleding.
voorzieningen ten behoeve van het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van natuurwaarden, zoals houtsingels, duikers, wildrasters, en kleinschalige natuurontwikkeling;
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten ( met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden;
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;
een weg waarop zowel de stromen als de uitwisseling kan plaatsvinden; het is de verbindende schakel tussen erftoegangswegen en stroomwegen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, behorende bij het golfterrein en naastgelegen recreatiegebied;
waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere flora en fauna in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop);
het tijdig uitvoeren van vast en variabel onderhoud, gericht op de instandhouding dan wel herstel van aanwezige bouwwerken, gronden, waarden en kwaliteiten;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, ten dienste van de golfbaan.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
hieronder wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
kunstmatige hoogte, (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hoge gronden, inclusief eventuele bermen, onderhoudsstroken en ondersteunende werken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
het deel van het aanduidingsvlak, bouwvlak of bestemmingsvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
de totale en buitenwerkse gemeten oppervlakte van alle bouwlagen die een gebouw telt, met inbegrip van beneden peil gelegen bouwdelen en bij dat gebouw behorende magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten;
De in lid 2.1.1 genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden;
Indien er dakoverstekken aanwezig zijn met een diepte van 70 cm of meer gemeten vanaf de gevel, dan wordt bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk het einde van de dakoverstek als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief bijbehorende:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter. De breedte van de bruggen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden, mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter. De breedte van bruggen mag niet meer bedragen dan 3 meter. De doorvaarthoogte van een brug mag niet minder zijn dan 80 centimeter, gemeten vanaf een peil van 0,55 meter + N.A.P. tot aan de onderkant van het brugdek.
Bij de beoordeling van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die betrekking hebben op het dempen van sloten zal ten minste evenredige compensatie van het verlies aan waterareaal als voorwaarde worden gesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 500 m² of groter en dieper dan 0,5 m - mv een rapport overlegt, waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 500 m² of meer en dieper dan 0,5 m - mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 6.3.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 6.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in art. 6.2 en 6.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een omgevingsvergunning voor één of meerdere bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van 1.000 m² of groter en dieper dan 0,5 m - mv een rapport overlegt, waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van 1.000 m² of meer en dieper dan 0,5 m - mv de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 7.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 7.3.1 dient een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 7.1 genoemde doeleinden ontstaat.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in art. 7.2 en 7.3 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, ter plaatse geen archeologische waarden zijn vastgesteld.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.2 voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder gebouwen en in maximaal één laag waarvan de diepte niet meer mag bedragen dan 3 meter mag bedragen.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater. Ter plaatse is ook de Provinciale Milieuverordening van toepassing.
Onverminderd het bepaalde in de Provinciale Milieuverordening is het verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld onder a is vereist voor werken en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als door de onder a genoemde werken of werkzaamheden dan wel door de directe of indirecte gevolgen daarvan de kwaliteit van het grondwater niet in gevaar komt.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - beschermingszone drinkwaterwinning' zijn mede aangewezen voor het bescherming van de drinkwatervoorziening, waaronder begrepen de winning en de bewerking van drinkwater.
Ter plaatse van de aanduiding ''Milieuzone - beschermingszone drinkwaterwinning" is geen gebruik van gronden en bouwwerken toegestaan met nadelige effecten voor de drinkwatervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en/of de ontwikkeling van de aan een molen eigen bouwkundige en cultuurhistorische kenmerken.
b. De onder a vervatte bepalingen gelden niet voor de in artikel 4.2 sub h mogelijk gemaakte palen, masten en ballenvangers.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 11.3.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de in lid 11.3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 11.3.1 bedoelde gronden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, indien het betreft:
Als een strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in dit plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 5 meter bedragen.
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eis bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Golfbaan Ruigenhoek'.