direct naar inhoud van Artikel 12 Tuin
Plan: AMALIAPARK - TRANSVAAL
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.0610102-DE04

Artikel 12 Tuin

 

12. 1.           Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor TUIN aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen, met daarbij behorende andere bouwwerken.

 

12. 2.           Bouwvoorschriften

Op de tot TUIN bestemde gronden mogen uitsluitend worden ge­bouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

a.      de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 1 m mag bedragen;

b.      de bouwhoogte van speeltoestellen niet meer dan 3 m mag be­dragen;

c.      de bouwhoogte van pergola’s niet meer dan 2,50 m mag bedra­gen;

d.      de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer dan 2 m mag bedragen.

 

12. 3.           Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.      een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

b.      een goede woonsituatie;

c.      de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

d.      de verkeersveiligheid.

 

12. 4.           Vrijstelling van de bouwvoorschriften

12. 4. 1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 12.2. ten behoeve van de bouw van:

a.      erker, entree- of tochtportaal aan het op de aangrenzende gron­den gelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat:

-          de diepte niet meer dan 1,50 m bedraagt;

-          de breedte ten hoogste 50% van de breedte van het hoofd­gebouw bedraagt;

-          de erker niet hoger mag zijn dan de hoogte van de eer­ste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;

b.      luifels, met dien verstande dat de bouwgrens van de aan­gren­zende woningen met niet meer dan 1,50 meter wordt over­schre­den;

c.      aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, tot een af­stand van ten minste 1 m achter (het verlengde van) de voor­gevel van de aangrenzende woning.

 

12. 4. 2. De in 12.4.1. genoemde vrijstellingen worden slechts ver­leend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a.      de te beschermen waarden van het beschermd dorpsgezicht;

b.      het straat- en bebouwingsbeeld;

c.      de woonsituatie.

 

12. 5.           Specifieke gebruiksvoorschriften

Tot een met de bestemming strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 22, wordt in ieder geval gerekend:

-          het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zwembaden.