direct naar inhoud van Artikel 5 Dienstverlening
Plan: AMALIAPARK - TRANSVAAL
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.0610102-DE04

Artikel 5 Dienstverlening

 

5. 1.               Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor DIENSTVERLENING aangewezen gron­den zijn bestemd voor kantoren en dienstverlenende bedrijven, met daarbij­behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen, erven, terrei­nen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoor­zieningen.

 

5. 2.               Bouwvoorschriften

Op de tot DIENSTVERLENING bestemde gronden mogen uit­sluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de be­stemming, met dien verstande dat:

5. 2. 1. voor gebouwen de volgende bepalingen gelden:

a.      een gebouw mag binnen en buiten een bouwvlak worden ge­bouwd;

b.      een gebouw buiten een bouwvlak mag niet worden gebouwd ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding “bebouwingsvrije zone” is aangegeven;

c.      de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen buiten het bouw­vlak mag niet meer dan 15% van de oppervlakte van het bui­ten het bouwvlak gelegen terrein bedragen met een maximum van 50 m²;

d.      de goothoogte en de bouwhoogte van een gebouw binnen een bouwvlak mogen niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven goothoogte respectieve­lijk bouwhoogte;

e.      de goothoogte van een gebouw buiten het bouwvlak mag niet meer dan 3 m bedragen;

f.        de bouwhoogte van een gebouw buiten het bouwvlak mag niet meer dan 5 m bedragen.

5. 2. 2. voor andere bouwwerken de volgende bepalingen gel­den:

a.      de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer    dan 6 m bedragen;

b.      de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouw­hoogte van erf- en terreinafscheidingen indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht, niet meer dan 1 m mag bedragen.

 

5. 3.               Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.      een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

b.      de verkeersveiligheid;

c.      de milieusituatie;

d.      de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

e.      de sociale veiligheid.