direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Natuurontwikkeling nabij Eem
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.WP0041-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Waterschap Vallei en Veluwe is bezig met de verbetering van de primaire waterkeringen. Het totale dijkverbeteringstraject is bijna 22 km lang en loopt van de kruising van de A28 met de N301 ten noorden van Nijkerk tot in Amersfoort. Het totale project is opgedeeld in 9 deelprojecten.

Naast de dijkverbeteringen heeft het waterschap het streven om:

  • aan de wettelijke natuurcompensatie te voldoen in de buitendijkse natuurgebieden Bruggematen, Wolkenberg (gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Baarn) en Eiland de Grote Melm (gelegen buiten het grondgebied van de gemeente Baarn);
  • extra natuurontwikkeling te realiseren in de buitendijkse natuurgebieden Bruggematen en Wolkenberg.

Dit wijzigingsplan bevat de juridisch planologische regeling die de wijziging van de agrarische gronden naar natuur en bos mogelijk maakt in de uiterwaarden van de Bruggematen en Wolkenberg. Aan dit wijzigingsplan ligt een Ruimtelijke onderbouwing ten grondslag (zie bijlage).

Opbouw van de toelichting

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de bestaande situatie, de toekomstige situatie en de geldende planologische situatie. De uitvoeringsaspecten zoals flora en fauna, milieu en archeologie komen in hoofdstuk 3 aan bod. In hoofdstuk 4 volgt de juridische toelichting en hoofdstuk 5 tenslotte beschrijft de uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

Het wijzigingsplan heeft betrekking op de, in de gemeente gelegen, uiterwaarden langs de waterloop van de Eem. Het gaat om de uiterwaarden Bruggematen en Wolkenberg. De uiterwaard Bruggematen ligt ten noorden van de snelweg A1. De uiterwaard Wolkenberg ligt ten zuiden van de A1 en ten oosten van Baarn. In de onderstaande afbeelding zijn beide uiterwaarden weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0001.png"

Globale ligging van het plangebied in de uiterwaarden Bruggematen (boven) en Wolkenberg (onder)

Beide uiterwaarden zijn momenteel in agrarisch gebruik. De gronden worden gebruikt als grasland. De gronden waar het wijzigingsplan betrekking op heeft zijn allemaal in eigendom van Natuurmonumenten.

2.2 Toekomstige situatie

Het is de bedoeling om in de uiterwaarden Bruggematen en Wolkenberg natuurontwikkeling te realiseren. De natuurontwikkeling behelst het afgraven van het maaiveld van 10 tot 60 cm. In de uiterwaard Wolkenberg zal, naast maaiveldverlaging, ook een smalle nevengeul van maximaal 1,50 m diep worden gegraven waardoor Eemwater zal stromen. In beide gebieden worden op de eigendommen van Natuurmonumenten de abiotische omstandigheden voor natuurontwikkeling zodanig gewijzigd, dat het gebruik conform de huidige bestemming 'Agrarisch met landschappelijke en natuurlijke waarden' (A-LNW) niet meer mogelijk is. Het is daarom noodzakelijk deze bestemming te wijzigen in de bestemming Natuur en bos (N-BO).

De gronden van Natuurmonumenten binnen de gebieden Bruggematen en Wolkenberg krijgen een ander gebruik. Het huidig agrarisch gebruik wordt gewijzigd in natuur. Het grondgebruik van nagenoeg 100% grasland zal als gevolg van het afgraven van het maaiveld wijzigen in een schakering van natuurgrasland, riet, moeras en water.

Voor beide uiterwaarden zijn inrichtingsplannen gemaakt. In de onderstaande afbeeldingen wordt de toekomstige inrichting in beeld gebracht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0002.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0003.png"

Inrichtingsplan Eem uiterwaard Bruggematen

afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0004.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0005.png"

Inrichtingsplan Eem uiterwaard Wolkenberg

2.3 Geldend planologisch regime

2.3.1 Het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied'

Voor het plangebied is het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' van de gemeente Baarn van kracht. Het geldende bestemmingsplan is op 26 augustus 2009 vastgesteld door de gemeenteraad, gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht bij besluit van 6 april 2010 en onherroepelijk sinds 8 juni 2011.

afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0006.png"

Uitsnede geldend bestemmingsplan 'Landelijk gebied' ter plaatse van Bruggematen

afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0007.png"

Uitsnede geldend bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' ter plaatse van Wolkenberg

2.3.2 Wijzigingskader

In artikel 28 van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied' zijn algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Eén van de mogelijke wijzigingen betreft de omschakeling van de bestemming agrarisch met landschappelijke en natuurlijke waarden naar natuur (zie artikel 28.A.5). Voorliggend plan maakt gebruik van deze wijzigingsbevoegdheid.

De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan de wijzigingsvoorwaarden zoals opgenomen in de bovengenoemde artikelen van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied'. De wijzigingsvoorwaarde is dat het gebied in de 'EHS' aangegeven zone dient te liggen, zoals opgenomen in de kaartbijlage 'Ruimtelijke zonering' van het geldende bestemmingsplan. Aan deze wijzigingsvoorwaarde wordt voldaan.

Naast de hiervoor beschreven wijzigingscriteria zijn in het geldende bestemmingsplan ook algemene criteria opgenomen. Voor elke wijziging geldt in zijn algemeenheid dat in de afweging in ieder geval de agrarische, landschappelijke, natuurlijke, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen, alsmede de luchtkwaliteit worden betrokken. Met het oog daarop zijn in elk geval de volgende criteria in acht genomen:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

De gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet belemmerd.

  • de verkeersveiligheid;

In paragraaf 3.3 Verkeer komt het verkeersaspect terug. Bij de beoogde natuurontwikkeling vindt geen toename van het verkeer plaats. Hiermee is de verkeersveiligheid gewaarborgd.

  • de functiewijziging mag niet leiden tot een onevenredige toename van de verkeersintensiteiten op de bestaande wegenstructuur;

In paragraaf 3.3 Verkeer komt het verkeersaspect terug. Bij de beoogde natuurontwikkeling vindt geen toename van het verkeer plaats. Alleen tijdens de uitvoering / afgraving zal de verkeersintensiteit tijdelijk toenemen.

  • de functiewijziging mag niet leiden tot een aantasting van het landschappelijk karakter van het gebied;

In paragraaf 3.6 Ecologie, natuur en landschap wordt het aspect landschap behandeld. De beoogde ontwikkeling waarvoor dit wijzigingsplan is opgesteld, vormt juist een positieve impuls voor het landschap en de natuur.

  • er dient op eigen terrein voldoende parkeerruimte te worden gerealiseerd, in relatie tot de te verwachten parkeerbehoefte;

De ontwikkeling maakt geen functie mogelijk die een verkeersaantrekkende werking heeft. Het wijzigingsplan is daarom op dit onderdeel uitvoerbaar.

  • een functiewijziging mag niet eerder plaatsvinden dan nadat uit een bodemonderzoek is gebleken dat daartegen geen bezwaar bestaat;

In paragraaf 3.2 Bodem wordt het aspect bodem behandeld. Voor de ontgraving is een provinciale ontgrondingsvergunning aangevraagd.

  • een functiewijziging met de daarbij behorende bebouwing en inrichting dient inpasbaar te zijn in de landschapsstructuur; waar mogelijk zal door het stellen van voorwaarden een versterking van de landschapsstructuur worden nagestreefd; als voorwaarde zal in ieder geval geëist worden dat geen buitenopslag plaatsvindt;

Dit wijzigingsplan maakt geen bebouwing mogelijk. Hiermee is aan deze wijzigingsvoorwaarde voldaan. Evenmin maakt het wijzigingsplan buitenopslag mogelijk, waarmee tevens aan het tweede deel van de wijzigingsvoorwaarde is voldaan.

  • een functiewijziging met de daarbij behorende bebouwing en inrichting mag niet leiden tot nadelige gevolgen voor de natuurlijke waarden;

Dit wijzigingsplan maakt geen bebouwing mogelijk. Hiermee is aan deze wijzigingsvoorwaarde voldaan.

  • de functiewijziging mag niet leiden tot een onevenredige toename van de hinder op nabijgelegen hindergevoelige functies;

Dit wijzigingsplan heeft geen invloed op de nabijgelegen hindergevoelige functies.

  • bij een functiewijziging dienen de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid in acht te worden genomen;

In paragraaf 3.4 Externe veiligheid komt dit aspect terug. Dit wijzigingsplan is op dit onderdeel uitvoerbaar.

  • bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden worden de bij of krachtens de Wet geluidhinder gestelde bepalingen in acht genomen;

Dit wijzigingsplan maakt geen geluidsgevoelige functie mogelijk. Ook is met dit wijzigingsplan geen functie mogelijk gemaakt die geluid produceert in het kader van de Wet geluidhinder. Hiermee vormt dit aspect geen belemmering voor dit wijzigingsplan.

  • functies die afbreuk doen aan het stiltegebied (maximale geluidsbelasting 40 dB(A)) worden niet toegelaten;

Dit wijzigingsplan maakt geen functie mogelijk die geluid produceert in het kader van de Wet geluidhinder.

  • bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden dienen de wettelijke bepalingen inzake natuurregelwetgeving in acht te worden genomen;

Bij de uitvoering van de werkzaamheden is de wet- en regelgeving omtrent natuur in acht genomen. Hiermee is voldaan aan deze wijzigingsvoorwaarde.

  • bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden dient een watertoets te worden overlegd.

In paragraaf 3.5 Water komt het aspect water terug. Het waterschap is zelf initiatiefnemer van dit wijzigingsplan. Hierdoor is de watertoets voldoende gewaarborgd.

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid

Dit hoofdstuk gaat in op de uitvoerbaarheid van het plan. Bij de realisering van de beoogde natuurontwikkeling dient rekening te worden gehouden met de ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid. In de onderstaande paragrafen komen de relevante uitvoeringsaspecten terug. Hierbij is gebruik gemaakt van de opgestelde Ruimtelijke onderbouwing.

3.1 Archeologie en cultuurhistorie

In het kader van de m.e.r.-procedure voor het 'Projectplan Zuidelijke Randmeren en Eem' is reeds een archeologische voorstudie uitgevoerd naar de verwachte archeologische waarden in en langs de dijk. De aanbevelingen uit dit onderzoek zijn overgenomen in voornoemd projectplan. Voor de voorgenomen natuurontwikkeling in Bruggematen en Wolkenberg is door Vestigia Archeologie en Cultuurhistorie een Plan van aanpak Archeologisch onderzoek opgesteld. Hierin is beschreven dat ten behoeve van de voorgenomen maaiveldverlaging eerst archeologisch onderzoek aan de hand van verkennende boringen en een veldinspectie plaats dient te vinden. Het Plan van Aanpak is als bijlage bij deze toelichting gevoegd.

Het veldwerk heeft op 25 april 2013 plaatsgevonden. Er zijn respectievelijk 14 en 5 aanvullende boringen uitgevoerd in de plangebieden Wolkenberg en Bruggematen. Op basis van het uitgevoerde aanvullende bureauonderzoek, de analyse van de milieuboringen en de aanvullende strategische archeologische boringen is geconcludeerd dat voorgezet (gravend) onderzoek niet noodzakelijk is. Een adviesmemo inzake de conclusies van het aanvullende archeologische onderzoek is als bijlage bij deze toelichting gevoegd.

3.2 Bodem

De bodem zal 10 tot 60 cm worden afgegraven. In Wolkenberg zal tevens een smalle nevengeul worden gegraven van 1,50 m diepte. In totaal wordt circa 52.000 m³ afgegraven, waarvan circa 20.000 m3 bruikbare dijkenklei, die in elk deelgebied in een tijdelijk gronddepot zal worden opgeslagen. Deze klei zal vanaf 2014 worden gebruikt bij de dijkversterking. De overige klei zal meteen worden afgevoerd. Voor de maaiveldverlaging is een provinciale ontgrondingsvergunning aangevraagd.

3.3 Verkeer

Bij het ontgraven van het maaiveld komt er klei vrij. In de twee gebieden komt zowel bruikbare dijkenklei voor als ook niet-bruikbare klei. De afvoer van de niet-bruikbare klei vindt zowel per vrachtauto als per schip plaats. De afvoer van de grond per vrachtauto heeft een tijdelijke verhoging van de verkeersintensiteit tot gevolg in de tweede helft van 2014.

3.4 Externe veiligheid

De voorgenomen maaiveldverlaging en het graven van de nevengeul hebben geen negatief effect op de hoogwaterveiligheid. De terreininrichting is afgestemd met het voorgenomen dijkverbeteringsplan Eemdijken van het waterschap.

3.5 Water

Het waterschapsbeleid voor de Eem richt zich op een hogere ecologische kwaliteit voor de Eem volgens de doelen uit de kaderrichtlijn water (KRW-doelen). In het deelgebied Wolkenberg zal een nevengeul worden gegraven, die zal worden gevoed door drie verbindingen met de Eem. In deze nevengeul zullen planten en dieren welke karakteristiek zijn voor stromend water, tot ontwikkeling komen.

De waterstanden in het deelgebied Wolkenberg worden door deze drie verbindingen niet beïnvloed. Het maaiveld van een groot deel van Wolkenberg zal worden verlaagd, om daarmee meer moeras natuur te krijgen. Dit geldt niet voor het zuidelijke grasperceel, dat geen onderdeel uitmaakt van het plangebied, maar wel aan dit plangebied grenst; dit stuk grond is ook geen eigendom van Natuurmonument; de hoogte van het maaiveld daar blijft ongewijzigd.

In de huidige situatie, voor doorvoering van de wijzigingen die met dit plan mogelijk worden gemaakt, wordt het water in het buitendijkse gebied Wolkenberg niet weggepompt. Via het grondwater en afsluitbare duikers staat het water in het buitendijkse gebied Wolkenberg momenteel in verbinding met het water in de Eem. Het grondwater en het waterpeil in de sloten van het buitendijkse gebied Wolkenberg wordt beïnvloed door de waterstanden op de Eem. Hogere waterstanden op de Eem komen kortstondig voor onder invloed van wind; de waterstanden in het buitendijkse gebied Wolkenberg worden eveneens kortstondig beïnvloed. De effecten achter de zomerkade uiten zich met enige vertraging. Het gemiddelde peil op de Eem in de zomer is circa NAP -0,20 m en in de winter circa NAP –0,40 m. Onderzoek naar waterstanden op de Eem toont aan dat gemiddeld 2 dagen per jaar hogere waterstanden voorkomen dan NAP -0,05 m. Gedurende 363 dagen per jaar is de waterstand lager dan NAP –0,05 m.

Het zuidelijke grasperceel heeft, dat aan het plangebied grenst, maar geen onderdeel uitmaakt van het plangebied, afhankelijk van de plaats van hoogtematen, een hoogte die varieert van NAP +0,15 m tot NAP +0,45 m en ligt daarmee hoger dan de veel voorkomende waterstanden op de Eem.  Als gevolg van het verwijderen van de delen van de zomerkade zal de vertraging in de verandering van de waterstanden in het buitendijkse gebied Wolkenberg verdwijnen; de waterstanden in de sloten zullen direct mee veranderen met de waterstanden op de Eem. Het water komt echter niet hoger te staan dan de waterstand op de Eem en er treedt derhalve geen verandering op in de waterpeilen van het buitendijkse gebied Wokenberg, inclusief het zuidelijke grasperceel (dat aan het plangebied grenst) ten opzichte van de huidige situatie.

De te realiseren nevengeul is afgestemd met vaarwegbeheerder de provincie Utrecht.

3.6 Ecologie, natuur en landschap

Uitgezonderd het zuidelijk perceel in Wolkenberg, kadastraal BAA01082, zijn beide plangebieden Bruggematen en Wolkenberg in eigendom van Natuurmonumenten. Het perceel in Wolkenberg dat niet bij Natuurmonumenten in eigendom is, maakt om deze reden geen onderdeel uit van dit wijzigingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0308.WP0041-VA01_0008.png"

Het meest zuidelijke kadastrale perceel van de uiterwaard Wolkenberg

De voorgenomen werkzaamheden zullen een groot positief effect hebben op de ecologische waarden van het gebied. Het projectplan, dat door Natuurmonumenten en de provincie Utrecht is opgesteld, heeft immers tot doel om in de Bruggematen en Wolkenberg de relatieve lage natuurwaarden van het agrarisch graslandgebruik te verhogen tot hoge natuurwaarden, die gekoppeld zijn aan een schakering van natuurlijk grasland, rietland, moeras en water. In Wolkenberg zal de aan te leggen nevengeul leiden tot de ontwikkeling van planten en dieren die karakteristiek zijn voor stromend water.

3.7 Kabels en leidingen

In het zuidelijk deel van Bruggematen liggen twee nutsleidingen. Ter plaatse van deze leidingen zal het maaiveld niet worden verlaagd, zodat er geen effect is op deze leidingen.

3.8 Conclusie

Het plangebied van dit wijzigingsplan ligt in de zone van de 'EHS' zoals opgenomen in artikel 28 wijzigingsbevoegdheden. Tevens wordt voldaan aan de algemene wijzigingscriteria omtrent de ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid. Hiermee voldoet het plan aan de wijzigingsbevoegdheden en is uitvoerbaar.

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting

De grondslag voor dit wijzigingsplan wordt gevormd door het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' van de gemeente Baarn. Deze grondslag is vastgelegd door middel van een schakelbepaling. Door het opnemen van de schakelbepaling zijn de van toepassing zijnde artikelen uit het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' van overeenkomstige toepassing verklaard. Om deze reden is het niet nodig om de volledige artikelen uit het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' over te nemen.

Natuur en bos (N-NB)

De natuur- en bosgebieden zijn bestemd voor 'Natuur en bos' met een meervoudige doelstelling voor de instandhouding en ontwikkeling van natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden en extensieve dagrecreatie. De natuur- en bosgebieden zijn belangrijke dragers voor het gebied, met name in het bos- en overgangsgebied is sprake van een grote cultuurhistorische en recreatieve betekenis.
Gelet op de bijzondere natuurwaarden van deze beplantingselementen, wordt ingezet op de instandhouding en verdere ontwikkeling van deze natuur- en landschapswaarden.

Waterkering (WS-WK)

De op de plankaart voor 'Waterkering' aangegeven gronden zijn, naast de bestemmingsomschrijving van Natuur en bos, bestemd voor:

  • waterkering en doeleinden ten behoeve van de waterhuishouding;
  • het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarde van de Eemdijk.

De kleuren en de codes op de verbeelding zijn zo veel als mogelijk overgenomen conform het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' van de gemeente Baarn. Er zijn echter afwijkingen. Dit is het gevolg van de voortschrijdende landelijke normen met betrekking tot digitalisering en standaardisering, welke zijn opgenomen in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Het waterschap is initiatiefnemer van het projectplan Natuurontwikkeling buitendijkse gebieden. Voor de financiering van het project is een samenwerkingsovereenkomst met Natuurmonumenten en de provincie Utrecht opgesteld. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid van het plan verzekerd.

Voor de gemeente zijn aan het wijzigingsplan geen kosten verbonden. De financiering is geregeld via een samenwerkingsovereenkomst tussen Provincie Utrecht, Vereniging Natuurmonumenten en Waterschap Vallei en Veluwe.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De voorgenomen werkzaamheden vinden alleen plaats op het eigendom van Natuurmonumenten. Er vinden dus geen werken plaats op andere eigendommen. Natuurmonumenten is als grondeigenaar akkoord met dit projectplan.

De beoogde natuurontwikkeling is tevens een initiatief van Natuurmonumenten en de provincie Utrecht. Het definitief ontwerp voor de natuurontwikkeling is door deze twee instanties opgesteld. In het voorjaar van 2012 is vooroverleg gevoerd tussen het waterschap en ambtelijke vertegenwoordigers van de gemeente Baarn. In dit vooroverleg heeft de gemeente aangegeven bereid te zijn aan het initiatief medewerking te verlenen door middel van het opstellen en in procedure brengen van dit wijzigingsplan.

Het ontwerp van het wijzigingsplan heeft van vrijdag 31 januari 2014 tot en met donderdag 13 maart 2014 voor een ieder ter inzage gelegen op het gemeentehuis. Bekendmaking hiervan heeft plaatsgevonden op woensdag 29 januari 2014 in de Baarnsche Courant, op donderdag 30 januari 2014 in het Baarns Weekblad en in de Staatscourant. Daarnaast heeft publicatie plaatsgevonden op de website van de gemeente Baarn. Tijdens deze termijn kon een ieder schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen.

Binnen de gestelde termijn heeft één reclamant twee zienswijzen ingediend. De beide zienswijzen zijn ontvankelijk. In de Nota van antwoord op zienswijzen is de samenvatting en de beantwoording van de zienswijzen opgenomen.

Op 27 februari 2014 heeft in het gemeentehuis van Baarn een inspraakbijeenkomst plaatsgevonden over het ontwerpwijzigingsplan. Het verslag van deze bijeenkomst is als bijlage (Verslag inspraakbijeenkomst) opgenomen.