Plan: | Schoolstraat 29-35 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0308.BPSchoolstraat-VG01 |
Voor de locatie gelegen naast de Schoolstraat 29-35 is een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van woningen. Deze woningen kunnen naast het bestaande autogaragebedrijf worden gerealiseerd. Op grond van het geldende bestemmingsplan is op de bedrijfspercelen nabij deze woningen een metaalbewerkingsbedrijf en plaatwerkerij toegelaten.
Het garagebedrijf heeft een privaatrechtelijke overeenkomst getekend om géén gebruik te maken van de milieuzonering voor een plaatwerkerij. Deze overeenkomst is niet juridisch geborgd in het geldende bestemmingsplan. Ook is er inmiddels geen metaalbewerkingsbedrijf gevestigd op de bedrijfspercelen. De gemeente Baarn wil daarom via een bestemmingsplanherziening zorgen voor borging dat deze vormen van bedrijvigheid niet meer toegelaten zijn.
Dit postzegelbestemmingsplan maakt het mogelijk om de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – garage en plaatwerkerij' en de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – metaalbewerkingsbedrijf' te verwijderen van de adressen Schoolstraat 29-36 , waardoor de toegelaten bedrijven uitsluitend nog behoren tot bedrijfscategorie 2.
Het plangebied, kadastraal bekend als perceel 1764 sectie M gemeente Baarn, is gelegen aan de Schoolstraat 29-35. Deze straat ligt midden in het centrum van Baarn en loopt aan de westkant door tot de Bosstraat en aan de oostkant tot de Faas Eliaslaan. Op de onderstaande afbeelding is te zien hoe de bebouwing op het onderhavige perceel eruit ziet. De bebouwing in de omgeving van het perceel bestaat voor het grootste deel uit woningen, maar er zijn ook een aantal bedrijven aanwezig. Er is een fysiotherapeut, een kruidenier en een reisbureau die in de buurt liggen van het plangebied. Deze bedrijven ervaren echter geen hinder door de werkzaamheden van het garagebedrijf.
Afbeelding 1: Plangebied
Het plangebied is momenteel gelegen binnen het bestemmingsplan Baarn Centrum. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 29 september 2010. De aanleiding voor het maken van dit bestemmingsplan was de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) die de gemeente aanzette tot het actualiseren van de verouderde bestemmingsplannen.
De reden dat het bestemmingplan Baarn Centrum herzien gaat worden voor dit perceel, is omdat er in regels staat dat “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor o.a. specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij cq metaalbewerkingsbedrijf. (Artikel 3.1e). In dit nieuwe bestemmingsplan zijn die regels verwijderd.
Afbeelding 2: Het plangebied binnen het vigerende bestemmingsplan
Na deze inleiding zal in hoofdstuk 2 worden ingegaan op het beleid dat ten grondslag ligt aan het bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 is een ruimtelijke en functionele analyse van het plangebied opgenomen. Hoofdstuk 4 behandelt diverse ruimtelijk relevante deelaspecten die in het kader van het bestemmingsplan zijn onderzocht. De juridische vormgeving van het bestemmingsplan wordt in hoofdstuk 5 toegelicht. Hierin worden de gekozen bestemmingen en de methodiek van de planregels verklaard. In hoofdstuk 6 wordt tenslotte op de economische- en maatschappelijke uitvoerbaarheid ingegaan.
Veel van de panden aan de Schoolstraat zijn relatief oud. Een aantal woningen in de straat zijn bovendien oorspronkelijk uit begin 20e eeuw. Dit is tevens te zien aan het straatbeeld. Veel bestrating en gering groen. Het enige openbare groen dat aanwezig is, is een klein aantal bomen op het trottoir aan de zuidzijde van de weg. De noordelijke kant van het wegdek wordt bijna volledig gebruikt voor parkeren.
De Schoolstraat ligt midden in het centrum van Baarn en loopt aan de westkant door tot de Bosstraat en aan de oostkant tot de Faas Eliaslaan. Verder staan de Kapelstraat en de Malvastraat vrijwel loodrecht op de Schoolstraat. Qua parkeren wordt het meeste gedaan op de noordelijke kant van het wegdek, maar er zijn ook veel percelen met een oprit waar de bewoners hun auto's kwijt kunnen. Zie onderstaande afbeelding voor de verkeerssituatie.
Afbeelding 3: Verkeerssituatie Schoolstraat
Afbeeldingen 4, 5 en 6: Bestaande bebouwing
De toekomstige situatie zal niet veel afwijken van de huidige situatie, aangezien de enige verandering aan het perceel een wijziging van een functieaanduiding is. De verwijdering van deze functieaanduiding kan echter wel zorgen voor een toename van het aantal woningen in de omgeving, omdat deze functieaanduiding de realisatie van woningen hinderde.
Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de belangrijkste beleidskaders van de rijks- en provinciale overheid en van de gemeente Baarn, waarmee in dit bestemmingsplan rekening moet worden gehouden.
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld als rijksstructuurvisie. De NOVI vervangt onder andere de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De NOVI is de langetermijnvisie voor een duurzame fysieke leefomgeving in Nederland.
Nederland staat voor een aantal urgente maatschappelijke opgaven, die zowel lokaal als regionaal, nationaal en internationaal spelen. Grote en complexe opgaven zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw zullen Nederland flink veranderen. Nederland heeft een lange traditie van zich aanpassen. Deze opgaven worden benut om vooruit te komen en tegelijkertijd het mooie van Nederland te behouden voor de generaties na ons.
De NOVI biedt een perspectief om deze grote opgaven aan te pakken, om samen Nederland mooier en sterker te maken en daarbij voort te bouwen op het bestaande landschap en de (historische) steden. Omgevingskwaliteit is het kernbegrip: dat wil zeggen ruimtelijke kwaliteit én milieukwaliteit. Met inachtneming van maatschappelijke waarden en inhoudelijke normen voor bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid en milieu. In dat samenspel van normen, waarden en collectieve ambities, stuurt de NOVI op samenwerking tussen alle betrokken partijen.
De NOVI heeft de maatschappelijke opgaven samengevat in 4 prioriteiten:
Onder deze prioriteiten hangen 21 nationale belangen die het lokale, regionale en provinciale niveau overstijgen. Deze belangen hebben onder andere betrekking op het realiseren van een goede leefomgevingskwaliteit, zorgt dragen voor een woningvoorraad die aansluit op woonbehoeften, het beperken van klimaatverandering, et cetera. De verantwoordelijkheid van het omgevingsbeleid ligt voor een groot deel bij provincies, gemeenten en waterschappen, waardoor inhoudelijke keuzes in veel gevallen ook het beste regionaal kunnen worden gemaakt. Met de NOVI wordt het proces in gang gezet waarmee de keuzes voor de leefomgeving sneller en beter gemaakt kunnen worden.
Dit bestemmingsplan zorgt voor de verwijdering van een funcietaanduiding die de mogelijkheid voor meer woningbouw hinderd. Aangezien het realiseren van woningen deel is van het ontwikkelen van sterke en gezonde regio's, sluit dit bestemmingsplan goed aan bij de prioriteiten van de NOVI.
De juridische borging van de nationale belangen vindt plaats in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). In het Barro wordt een aantal projecten die van nationaal belang zijn genoemd en met behulp van digitale kaartbestanden exact ingekaderd. Aan elk soort project wordt een set regels gekoppeld waaraan bestemmingsplannen zullen moeten voldoen. Volgens de toelichting van de Rijksoverheid draagt het Barro bij aan versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen van nationaal belang en “vermindering van de bestuurlijke drukte”
De bedoeling is dat belemmeringen die de realisatie van de genoemde projecten zouden kunnen frustreren of vertragen door het Barro op voorhand onmogelijk worden gemaakt. Dat zal moeten leiden tot een versnelde uitvoering van die projecten. Het Barro brengt ook met zich mee dat gemeenten die een bestemmingsplan opstellen dat raakt aan een belang van één van de 13 projecten in het Barro, nauwkeurig de regelgeving van het Barro moeten controleren. Het Barro vormt daarmee een dwingende checklist bij de opstelling van bestemmingsplannen.
Dit bestemmingsplan valt niet onder een van de projecten uit het Barro. Door de gewenste ontwikkeling zal geen nationaal belang worden gehinderd.
De Interim Omgevingsverordening is op 10 maart 2021 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 april 2021 in werking getreden. De Interim Omgevingsverordening geldt totdat de Omgevingswet ingevoerd wordt.
De interim omgevingsverordening bevat instructieregels over taken en bevoegdheden van gemeenten en waterschappen. Daarnaast bevat de interim omgevingsverordening direct werkende regels. Dit zijn regels die rechtstreeks gelden voor bedrijven, burgers en andere initiatiefnemers bij het uitvoeren van een activiteit. Andere voorbeelden van direct werkende regels zijn de meld- en informatieplichten en de specifieke zorgplichten. Regels over bijvoorbeeld een vergunningplicht gelden ook voor bedrijven, burgers en andere initiatiefnemers.
Dit bestemmingsplan houdt rekening met de interim omgevingsverordening en volgt alle instructieregels.
De keuzes die de provincie Utrecht maakt voor de leefomgeving staan in de Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie is op 10 maart 2021 vastgesteld door Provinciale Staten en is op 1 april 2021 in werking getreden.
"Wij willen dat de provincie Utrecht het groene, gezonde en slimme middelpunt van Nederland blijft, ook in 2050. Daarbij staan we voor een flinke uitdaging: het aantal inwoners, woningen, banen en verplaatsingen groeit fors. Het grondgebied is te klein om al deze ruimtevragers los van elkaar een plek te bieden. Onze grootste opgave is daarmee de vraag hoe wij de verschillende functies ruimtelijk met elkaar kunnen combineren. Ook zal het nodig zijn om prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Niet alles kan altijd en overal. In dit hoofdstuk positioneren wij eerst onze provincie binnen Nederland en Europa. Vervolgens schetsen we de hoofdlijnen van onze visie op Utrecht in 2050. Dit doen wij aan de hand van keuzes op zeven beleids thema's. Hierbij brengen wij ook de relevante Utrechtse kwaliteiten en opgaven in beeld. (Omgevingsvisie provincie Utrecht hoofdstuk 2)"
De 7 thema's waar hier op gedoeld wordt, zijn:
De veranderingen die dit bestemmingsplan met zich mee brengt zullen zo minimaal zijn dat ze geen implicaties hebben op de 7 thema's. Wel is er een kans dat er meer woningen gebouwd gaan worden door de verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij. Dit zou echter een positief punt zijn op basis van wat er staat in de omgevingsvisie over vitale steden en dorpen. Het doel van die vitale steden en dorpen is namelijk het bevorderen van binnenstedelijke ontwikkeling.
Structuurvisie Baarn 2030
Op 10 juli 2013 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie / Structuurvisie Baarn in 2030 vastgesteld. In deze Toekomstvisie en de hieruit voortvloeiende Structuurvisie is aangegeven wat het wensbeeld is voor 2030 en hoe Baarn dit wensbeeld denkt te bereiken.
Het plangebied (zie blauwe pijl) ligt binnen de aanduiding dorpscentrum en binnen een gebied waarin de wenselijke ontwikkelingen herstructureren, inbreiden en nieuwbouw zijn. Dit nieuwe bestemmingsplan sluit dus goed aan bij de structuurvisie, omdat het verwijderen van de funciteaanduiding specifieke vorm van bedrijf – garage en plaatwerkerij ervoor zorgt dat het realiseren van nieuwe omliggende woningen makkelijker zal worden.
Afbeelding 7: Structuurvisie Baarn in 2030
Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening c.q. het opstellen van een nieuw bestemmingsplan moet onderzoek worden ingesteld naar de bestaande toestand en naar mogelijke en wenselijke ontwikkelingen van de gemeente. Gelet op de aard en het karakter van het plangebied wordt in dit hoofdstuk kort aandacht besteed aan de volgende aspecten:
Archeologie en cultuurhistorie is belangrijk wanneer er iets in de grond wordt gedaan. De verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij heeft niks te maken met de bodem, omdat er niks gebouwd of gesloopt hoeft te worden. De wijziging van de functieaanduiding heeft dus geen impact hebben op archeologie en cultuurhistorie.
Bij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermde natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortbescherming.
De verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij zal geen impact hebben op de ecologie.
Water is een belangrijk deel van een bestemmingsplan, omdat er getoetst moet worden of de constructie/veranderingen binnen het plangebied het grondwater of het oppervlaktewater verontreinigd.
De verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij zal geen impact hebben op het water in het gebied, omdat er niks met de grond gaat gebeuren.
Toetsing van het geluid wordt gedaan om ervoor te zorgen dat omliggende functies geen hinder kunnen ervaren van het plangebied en de activiteiten binnen dat plangebied.
De verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij zal geen impact hebben op het geluidsniveau binnen het gebied, omdat G.H. Daatselaar B.V al gestopt is met het gebruik van de plaatwerkerij.
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen.
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en nieuwe woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'.
Onderzoek en conclusie
De functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf – garage en plaatwerkerij zorgt voor een bedrijfscategorie van 3.2. Dit betekend dat de richtafstand tot een rustige woonwijk 100 meter is. Bij de verwijdering van deze functieaanduiding, zal het bedrijf onder bedrijfscategorie 2 vallen. In dit geval zal de richtafstand tot een rustige woonwijk maar 30 meter zijn. Dit is dus een substantiële verbetering om te komen tot een goed woon- en leefklimaat.
Afbeelding 8: Richtafstanden per milieucategorie
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij zal geen impact hebben op de bodem in het gebied.
Externe veiligheid gaat over de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit komt in dit plan niet aan de orde dus zal de verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij geen impact hebben op externe veiligheid van de omgeving.
De toetsing van de luchtkwaliteit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de nieuwe ontwikkeling geen last zal hebben van de huidige lucht kwaliteit en om ervoor te zorgen dat de nieuwe ontwikkeling geen negatieve impact heeft op de luchtkwaliteit.
De verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij zal geen impact hebben op de luchtkwaliteit in het gebied.
Als er in de grond gegraven gaat worden, moet er gekeken worden naar aanwezige kabels en leidingen. In dit geval wordt er niet gegraven, dus zal dit niet van toepassing zijn.
Voor de verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij hoeven er geen kabels en/of leidingen verplaatst, toegevoegd of verwijderd te worden.
Beleid en Normstelling
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan plan-m.e.r.-plichtig, project-m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Indien een activiteit onder de drempelwaarden blijft, dient alsnog een vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd te worden, waarbij onderzocht dient te worden of de activiteit belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële (milieu)effecten.
Het verwijdering van de functieaanduiding specifieke vorm van bedrijf - garage en plaatwerkerij en metaalbewerkingsbedrijf zorgt voor een verbetering van het woon-klimaat. Belangrijke nadelige milieugevolgen zijn op voorhand uit te sluiten.
De Schoolstraat ligt midden in het centrum van Baarn en loopt aan de westkant door tot de Bosstraat en aan de oostkant tot de Faas Eliaslaan. Verder staan de Kapelstraat en de Malvastraat vrijwel loodrecht op de Schoolstraat. Qua parkeren wordt het meeste gedaan op de noordelijke kant van het wegdek, maar er zijn ook veel percelen met een oprit waar de bewoners hun auto's kwijt kunnen. De wijziging van de functieaanduiding van het onderhavige perceel, zal op geen enkele manier negatieve invloed hebben op de verkeerssituatie. De verkeerssituatie wijzigt niet.
Zie onderstaande afbeelding voor de verkeerssituatie.
Afbeelding 8: Verkeerssituatie Schoolstraat
In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven. Daarnaast zal, daar waar dat verduidelijkend werkt, ook de systematiek van de verbeelding worden toegelicht. Daarbij wordt aangeven op welke wijze de binnen het plangebied voorkomende functies in het bestemmingsplan worden geregeld.
In dit bestemmingsplan zijn alleen bedrijfscategorie 1 en 2 bedrijven toegestaan. Dit komt omdat de regels, die het mogelijk maakten voor bedrijven met een hogere bedrijfscategorie dan 1 en 2 om zich binnen dit perceel te vestigen, gewijzigd zijn.
Met het bestemmingsplan wordt een zodanig plan beoogd dat enerzijds rechtszekerheid wordt geboden aan de burgers en instellingen en dat anderzijds voldoende praktische mogelijkheden worden geboden om flexibel op ondergeschikte aanpassingen in te kunnen spelen.
In de volgende paragraaf wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de aanwezige functies hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de tekst van de regels en in beeld op de verbeelding. Verbeelding en regels zijn één geheel bij de juridische interpretatie.
Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld.
De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels en de verbeelding van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden.
Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld en om de uitleg daarvan.
Hierna volgt een korte omschrijving van voorkomende enkelbestemming en gebiedsaanduiding.
Enkelbestemming
Deze bestemming is van toepassing op alle bebouwing binnen het plangebied, inclusief de daarbij behorende grond. De bestemming en de wijziging van de functieaanduiding maakt het mogelijk om het bestaande gebruik door te zetten. Ook zijn de 'Bedrijf' aangewezen gronden bestemd voor bedrijven met een bedrijfscategorie 1 of 2.
Dubbelbestemming
Deze dubbelbestemming is van toepassing in het noordelijke deel van het plangebied. Dit is te zien op afbeelding 2 in paragraaf 1.3. De dubbelbestemming laat zien dat er een archeologische verwachtingswaarde aanwezig is op de aangeduide plek. De wijzing van de functieaanduiding binnen dit plangebied heeft geen impact op het deel van de grond met archeologische waarde.
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op kostenverhaal.
Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting.
Zienswijzen
Het plan wordt als ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Gedurende de ter inzage termijn van zes weken kan een ieder zienswijzen indienen. Nadat de reactienota zienswijzen is opgesteld en eventuele ambtshalve wijzigingen worden voorgesteld wordt het bestemmingsplan aan de gemeenteraad ter vaststelling aangeboden.
Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Vaststelling
Het bestemmingsplan wordt vervolgens, al dan niet gewijzigd, vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan ligt 6 weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid voor belanghebbenden om beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te stellen tegen het besluit en het plan.
Bij een bestemmingsplan moet aangetoond worden of het plan economisch uitvoerbaar is. Deze uitvoerbaarheid kan aangetoond worden door de financiële haalbaarheid (exploitatie) van het project en door de grondexploitatieregeling die opgenomen is in de Wet ruimtelijke ordening.
Financiële haalbaarheid
Het wijzigen van een functieaanduiding brengt geen kosten met zich mee, waarvoor kostenverhaal aan de orde is.