Plan: | Drakenburgergracht Zorg 2022 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0308.BP0092-ON01 |
Het bestemmingsplan Drakenburgergracht Zorg 2022 met identificatienummer NL.IMRO.0308.BP0092-ON01 van de gemeente Baarn.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Het bebouwingsoppervlak in vierkante meters.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Een vrijstaand gebouw van beperkte omvang in het groen, dat wordt gebruikt door bewoners, medewerkers, bezoekers en overige gebruikers van het woon-/zorgpark ten behoeve van een welzijnsfunctie eventueel in combinatie met dagbesteding en ondergeschikte horeca.
Een besloten, voor mensen toegankelijke ruimte, bestemd voor de plaatsing van apparatuur en/of installaties.
Een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundige als in functionele zin ondergeschikt is aan en ten dienste staat van een hoofdgebouw.
De functie van een bouwwerk dat tot doel heeft bij te dragen aan het welbevinden van cliënt, de bezoekers van cliënten en medewerkers. Hiertoe worden niet limitatief gerekend functies als theehuis met terras, vergaderruimte, kapper, pedicure, muziektent, viskraam, supermarkt, kiosk et cetera.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, technische installaties, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
De oppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen. Ook ondergrondse ruimten worden meegerekend. De voor technische installaties benodigde vierkante meters direct onder de schuine kap van een gebouw zijn uitgesloten van het maximumaantal BVO zoals bedoeld op de verbeelding.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als:
buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de op de verbeelding of in regels opgenomen maximale bouwhoogte bedraagt en indien de overschrijding ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor ‘Bedrijf - Nutsvoorziening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot ‘Bedrijf - Nutsvoorziening’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte van de mast voor nutsdoeleinden en antennes niet meer dan 40 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Cultuur en Ontspanning - Kinderboerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water, bos, speel- en groenvoorzieningen.
Op de tot ‘Cultuur en ontspanning - Kinderboerderij’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, erven, terreinen en parkeervoorzieningen.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Groen' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 5.3.1 opgenomen verbod geldt niet voor:
De voor ‘Maatschappelijk - Zorg’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Waarbij het behoud van natuurwaarden wordt nagestreefd.
Met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, erven, terreinen, gebouwde parkeervoorzieningen, water, bos, speel - en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Maatschappelijk - Zorg' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende speel- en groenvoorzieningen, water, waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen, paden, wegen en parkeervoorzieningen.
Op de tot ‘Natuur’ bestemde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden om op of in de gronden met de bestemming ‘Natuur’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 is niet vereist voor werken of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 7.3.1 mag slechts verleend worden, indien:
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor straten en paden, waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het buurt- en wijkverkeer met daarbijbehorende andere bouwwerken, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water, waterlopen, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en speelvoorzieningen.
Op de tot ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor vijvers, kaden, oevers, bruggen, duikers en de waterhuishouding, met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Op de tot ‘Water’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
a. een goede woonsituatie;
b. de verkeersveiligheid;
c. de sociale veiligheid;
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor gastransportleidingen, met daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van wat elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de onder 10.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 10.6.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
De voor ‘Leiding - Water’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor hoofdwaterleidingen met daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Op de tot ‘Leiding - Water’ bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de leiding, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.2 en toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, op de tot ‘Leiding - Water’ bestemde gronden de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 11.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor:
Burgemeester en wethouders verlenen enkel een vergunning als bedoeld in lid 11.4.1 indien hiermee een veilig en doelmatig functioneren van de leiding niet wordt aangetast.
De voor 'Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor bouwwerken moet alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin, naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in lid 12.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen zullen worden verstoord, kunnen Burgemeester en Wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen;
Het bepaalde in lid 12.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 12.3.1 bedoelde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan pas worden verleend nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin, naar oordeel van burgemeester en wethouders:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie' en/of de aanduiding 'specifieke vorm van archeologie -middelhoog' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en het uitvoeren van werken of werkzaamheden op gronden met de aanduiding 'overige zone - herbegrenzing NNN' is alleen toegestaan indien bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt aangetoond dat natuurcompensatie plaatsvindt binnen de als 'Natuur' aangemerkte gronden binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan en waarbij sprake is van meerwaarde na 10 jaar, gerekend vanaf het moment van afgifte van de omgevingsvergunning en overeenkomstig de visie zoals opgenomen als Bijlage 1 bij de regels.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto's volgens de normering zoals deze is opgenomen in de Nota Parkeernormen 2014 - 2019 van de gemeente Baarn, of diens wettelijke opvolger.
Onderkeldering is uitsluitend toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken, en voorzover gelegen onder de bovengrondse bebouwing, met dien verstande, dat bestaande onderkeldering die niet onder bebouwing is gelegen, eveneens is toegestaan. Kelders, voor zover niet in gebruik als technische ruimte, worden meegerekend bij het bepalen van het BVO.
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval verstaan:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming 'Maatschappelijk - Zorg' wordt in ieder geval niet gerekend: het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten, manifestaties en horecaterrein, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift of vergunning is verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning ontheffing verlenen van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, tot het verschuiven van de begrenzing van de groene assen, die op de digitale verbeelding behorend bij dit plan, zijn aangeduid met de gebiedsaanduiding 'overige zone - groene assen', in geval de nadere uitwerking van de plannen daartoe aanleiding geeft, met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Drakenburgergracht Zorg 2022.