direct naar inhoud van Artikel 4: Bedrijf
Plan: Eemdal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.000037-VA02

Artikel 4: Bedrijf

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, opslag en installaties, met dien verstande dat uitsluitend bedrijven als genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bedrijvenlijst, zoals opgenomen in bijlage 4, zijn toegestaan;
  • b. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • c. één bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende gebouwen, andere bouwwerken, overkappingen, tuinen, erven, terreinen, water, waterlopen, parkeervoorzieningen.

4.2. Bouwregels

Op de tot 'Bedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

4.2.1. Bedrijfsgebouwen

voor bedrijfsgebouwen de volgende regels gelden:

  • a. een bedrijfsgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfsgebouw mogen niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
  • c. de dakhelling van een bedrijfsgebouw mag niet meer dan 60° bedragen.
4.2.2. Bedrijfswoning

voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels gelden:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning mogen niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte bedragen;
  • c. de dakhelling van een bedrijfswoning mag niet meer dan 60° bedragen.
4.2.3. Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

voor aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning de volgende regels gelden:

  • a. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw met een platte afdekking en overkappingen mag niet meer bedragen dan de goothoogte van de bedrijfswoning, met een maximum van 4 m;
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw met een afdekking met een kap en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw met een afdekking met een kap mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • e. de dakhelling van een aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping mag niet meer bedragen dan de dakhelling van het hoofdgebouw, met een maximum van 60°;
  • f. als dakvormen van vrijstaande bijgebouwen of vrijstaande overkappingen zijn uitsluitend platte daken, zadeldaken, schilddaken en/of tentdaken toegestaan.
4.2.4. Overige andere bouwwerken

voor overige andere bouwwerken de volgende regels gelden:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag, indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht, niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen.
4.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. het gebruik van de gronden ten behoeve van buitenopslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1. Afwijkingsbevoegdheid

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4 sub a. in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 4 onder de categorieën 1 en 2, mits:

  • het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 4, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 4 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben.
4.5.2. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.