direct naar inhoud van Artikel 10: Natuur
Plan: Drakenburgergracht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.000019-VA01

Artikel 10: Natuur

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor natuurgebied, natuurontwikkeling, groenvoorzieningen, waarbij gestreefd wordt naar de realisatie van ecologische verbindingszones en waarbij de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de archeologische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden wordt nagestreefd, met daarbijbehorende andere bouwwerken, (ontsluitings)paden, water, waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2. Bouwregels

Op de tot 'Natuur' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.

10.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de andere bouwwerken, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als bosgrond of ten behoeve van een boomkwekerij;
  • b. het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag.
10.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1. Vergunningplicht

Op de tot 'Natuur' bestemde gronden is voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ophogen van gronden en aanleggen van geluidswallen;
  • b. het scheuren van grasland;
  • c. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
  • d. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning krachtens de Ontgrondingenwet is vereist, en het egaliseren van gronden;
  • e. het dempen van sloten en andere watergangen.
10.5.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 10.5.1 geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het op de bestemmingen gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
10.5.3. Voorschriften omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door de werken en werkzaamheden dan wel de gevolgen daarvan, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden.

10.5.4. Onderzoeksplicht

De omgevingsvergunning wordt pas verleend nadat:

  • a. een flora- en faunaonderzoek heeft aangetoond dat er geen strijd is met de Flora- en faunawet dan wel dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is of kan worden verkregen;
  • b. toetsing aan de EHS-saldobenadering heeft uitgewezen dat er geen strijd is met het beleid ten aanzien van de EHS.