direct naar inhoud van Artikel 5 Leiding - Gas
Plan: Station Hoevelaken
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BPHOEVELAKEN-0301

Artikel 5 Leiding - Gas

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor de bescherming van de leiding, alsmede:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas', voor een aardgastransportleiding;

met daarbijbehorende:

  • b. leidingzone;
  • c. veiligheidszone;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels

Op de voor ' Leiding - Gas ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 4 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 en worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.

5.3.2 Afwegingskader

Een in 5.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leidingen en de veiligheid daarvan;
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de betrokken lei-dingen omtrent het onder a gestelde.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden of wijzigen van het profiel van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven van de gronden;
  • c. ophogen en egaliseren van de gronden;
  • d. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • e. aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge kunnen hebben;
  • g. vernieuwen of reconstrueren van de groenstructuur;
  • h. het verhogen of verlagen van grondwaterstanden;
  • i. het geheel of gedeeltelijk slopen van de gebouwen en/of het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de voorgevel of dakconstructie van gebouwen;
  • j. het planten of aanbrengen van bomen en/of andere hoogopgaande beplanting;
  • k. het indrijven van voorwerpen.
5.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 5.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
5.4.3 Procedure

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden horen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s).