Plan: | TAM-omgevingsplan wijzigingsplan Weerhorsterweg 6 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00237-0301 |
Het perceel Weerhorsterweg 6 heeft volgens het omgevingsplan Amersfoort - bestemmingsplan 'Buitengebied West' (NL.IMRO.0307.bpbgebwest-0301) een agrarische bestemming.
Afbeelding 1: Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied West
Op het perceel Weerhorsterweg 6 is een aanduiding 'cultuurhistorische waarden' opgenomen. De eigenaar van het perceel heeft de gemeente verzocht om hiervoor een woning te realiseren.
In het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Buitengebied West' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de agrarische bestemming te wijzigingen van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen naar wonen (artikel 31.7). Het voorliggende TAM-omgevingsapln wijzigingsplan 'Weerhorsterweg 6' is hiervan het resultaat.
De Weerhorsterweg ligt in het 'Buitengebied West'. Dit is het agrarische gebied ten westen van Amersfoort en wordt ook wel Hoogland West genoemd.
Afbeelding 2: Ligging plangebied in Hoogland West
Afbeelding 3: Luchtfoto Weerhorsterweg 6
De Weerhorsterweg 6 vormt samen met de agrarische bebouwing aan de overzijde één agrarisch bedrijf. Dit deel van het perceel wordt nu afgesplitst van dat agrarisch bedrijf, en krijgt een woonbestemming.
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad van Amersfoort het bestemmingsplan 'Buitengebied west' vastgesteld. Het voorliggende TAM-omgevingsplan wijzigingsplan 'Weerhorsterweg 6' is een wijziging van het bestemmingsplan 'Buitengebied West'.
In het bestemmingsplan 'Buitengebied West' is 'Wijzigingsbevoegdheid verbouw waardevolle panden ' in artikel 31.7 opgenomen'.
Afbeelding 7: Artikel 31.7 uit bestemmingsplan 'Buitengebied West'
Uit de beschrijving van de nieuwe situatie in paragraaf 2.2 en de onderbouwing in hoofdstuk 3 blijkt dat het toekomstige gebruik past binnen de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid.
Het ontwerp TAM-omgevingsplan wijzigingsplan 'Weerhorsterweg 6' heeft voor iedereen ter inzage gelegen van 5 maart tot en met 15 april 2024, waarbij iedereen de mogelijkheid had een zienswijze over het ontwerpbesluit kenbaar te maken. Er zijn binnen deze periode XXX zienswijzen kenbaar gemaakt. De zienswijzennota 'XXX' is als bijlage XXX bij deze toelichting gevoegd en maakt onderdeel uit van dit plan.
Het vastgestelde plan is gepubliceerd en op XXX ter inzage gelegd. Vanaf XXX tot en
met XXX kunnen belanghebbenden, een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Aan de Weerhorsterweg is een agrarisch perceel gelegen met 3 aanelkaar gekoppelde bouwvlakken. De oude boerderij ligt op Weerhorsterweg 6 en kent een cultuurhistorische waarde.
Het oude boerderijtje is in een slechte staat. Om de pand duurzaam te kunnen behouden, wordt het grondig gerenoveerd en verbouwd. In de huidige situatie had het geen duidelijke functie, in de nieuwe situatie wordt een vrijstaande woning gerealiseerd.
Om gebruik te kunnen maken van de regels uit het bestemmingsplan Buitengebied West, is een inrichtingsplan opgesteld.
De bestaande bijgebouwen worden gesloopt en vervangen voor kleinere bijgebouwen, waardoor ruimte ontstaat voor vergroening van het perceel. Ook wordt aandacht besteed aan een nieuwe groene inrichting. Bestaande bomen blijven behouden en worden aangevuld met nieuw te planten bomen.
Om te beoordelen of wordt voldaan aan het groencompensatiebeleid, is gebruik gemaakt van het puntensysteem. Zie bijlage 1.
Het wijzigen van het omgevingsplan voor het perceel Weerhorsterweg 6 van 'Agrarisch met waarden - Hoevenlandschap' naar 'Wonen - 1', is mogelijk nadat gebleken is dat er geen belemmeringen zijn vanuit de omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk worden de aspecten die relevant kunnen zijn voor de voorgenomen ontwikkelingen kort besproken.
Artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening stelt dat in verband met de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan onderzoek te worden verricht naar de geschiktheid van de gronden voor het beoogde doel. In het geval van bodemverontreiniging moet worden vastgesteld welke aard de verontreiniging heeft en wat de omvang van de verontreiniging is. Zo kan worden beoordeeld welke handelingen benodigd zijn om de verontreiniging te verwijderen of te verminderen, zodat na uitvoeren van deze handelingen kan worden voldaan aan de milieuwetgeving.
In het kader van onderliggend wijzigingsplan vinden geen ruimtelijke ingrepen plaats. De agrarische enkelbestemming wordt ter plaatse van het erf gewijzigd in een woonbestemming. De agrarische bebouwing wordt daarbij als reguliere woning in gebruik genomen. Bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zal moeten worden beoordeeld of in dat kader nog een bodemonderzoek uitgevoerd moet worden.
Het aspect 'Bodem' vormt daarom geen belemmering voor de voorgenomen bestemmingswijziging ter plaatse van de Weerhorsterweg 6.
Wet natuurbescherming
Sinds 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming van kracht. Hierin zijn de Natuurbeschermingswet 1988, de Boswet en de Flora- faunawet samengevoegd. De wet volgt in hoofdlijnen de bepalingen uit de Vogel en Habitatrichtlijn op. De belangrijkste beschermde natuurwaarden in de Wet natuurbescherming zijn:
Met inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming is het decentralisatieproces van het natuurbeleid formeel afgerond. Daarmee hebben de provincies de regie over het natuurbeleid in de regio, waarbij ook de bevoegdheden van het Rijk naar de provincies zijn overgedragen.
Natuurwaarden in relatie tot Weerhorsterweg 6
In het kader van de omgevingsvergunning zal een onderzoek naar Flora en fauna moeten worden aangeleverd.
Het aspect flora en fauna vormt op voorhand geen belemmering voor de gewenste wijziging van het bestemmingplan.
Bij het wijzigen van de bestemming mag het resultaat niet zijn dat omliggende (agrarische) bedrijven worden gehinderd in hun bedrijfsvoering. In dit kader is het eveneens van belang dat de nieuwe woning geen geurhinder gaat ondervinden van deze bedrijven. Het naastgelegen perceel heeft reeds een woonbestemming. Hieruit mag geconcludeerd worden dat er geen overlast van geur te verwachten is. De huidige woning is daarnaast reeds beschermd tegen de geuremmissie van andere omliggende bedrijven.
Het aspect geur vormt geen belemmering voor de gewenste wijziging van het bestemmingplan.
Met het wijzigen van de bestemming 'Agrarisch met Waarden - Hoevenlandschap' in 'Wonen - 1' komt de mogelijkheid te vervallen om op deze locatie een agrarische bedrijfsactiviteiten te ontplooien. Er wordt slechts één woning toegevoegd en er worden geen grote vervuilende objecten gerealiseerd.
De stikstofuitstoot zal daarom niet toenomen. Met het wijzigen van de agrarische bestemming wordt agrarische bedrijfsvoering onmogelijk gemaakt. Stikstofuitstoot als gevolg van agrarische bedrijfsvoering zal dan ook niet meer plaatsvinden op deze locatie. Er kan worden uitgegaan dat in de nieuwe planologische situatie stikstofuitstoot lager zal zijn dan binnen de agrarische bedrijfsvoering onder het 'oude' bestemmingsplan.
Geconcludeerd kan worden dat de Wet natuurbescherming, vanuit stikstof gezien, geen belemmering vormt voor onderhavig plan.
In de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (als onderdeel van de Monumentenwet 1988) zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving opgenomen. In lijn met deze wetgeving heeft Amersfoort een archeologische beleidskaart vastgesteld, waar per gebied wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met de archeologie bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen/bodemverstorende projecten.
De beleidskaart kent een onderverdeling in gebieden met verschillende kleuren. Per gebied is een beleidsadvies geformuleerd. Zo zijn er gebieden met hoge archeologische waarden en gebieden met een hoge, een middelmatige of een lage archeologische verwachting.
In de bestemmingsplannen is een regeling opgenomen voor de archeologische monumenten, voor zover die niet al zijn beschermd via de Monumentenwet. Gezien de daarbij betrokken belangen en de wettelijke plicht om in de bestemmingsplannen nadrukkelijk rekening te houden met archeologie is gekozen voor het opnemen van een dubbelbestemming. Hiermee komt goed tot uitdrukking dat archeologie op zichzelf dient te worden beoordeeld en ten opzichte van de mede bestemming van primair belang is. De dubbelbestemming omvat een eigen stelsel van regels voor bouwen en gebruik, dat functioneert naast (of boven) de regeling die is verbonden aan de onderliggende bestemming.
Ter plaatste van het plangebied Weerhorsterweg 6 geldt na herziening van de archeologische verwachtingswaarden door het veegplan 'Veegplan B 2017' (NL.IMRO.0307.BP00138-0301) de bestemmingen 'Waarde - Archeologie categorie 2' en 'Waarde - Archeologie categorie 3'. Dit betekent dat het hier gaat om een gebied met een middelmatige tot lage archeologische verwachting.
Als gevolg van onderliggend wijzigingsplan vinden geen (grondroerende) werkzaamheden plaats waar de grond niet al geroerd was ten behoeve van de reeds aanwezige bebouwing. Wanneer bij de aanvraag omgevingsvergunning toch blijkt dat grondroerende werkzaamheden plaatsvinden op het perceel, dienen deze vanuit archeologisch oogpunt door de gemeente beoordeeld te worden. Hiervoor is de dubbelbestemming opgenomen. Zo kunnen eventuele verstoringen zo beperkt mogelijk blijven dan wel worden voorkomen. Aan de hand van de plannen wordt bekeken of er volstaan kan worden met een begeleiding of dat er nog een archeologisch onderzoek plaats moet vinden. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de wijziging van de agrarische bestemming naar wonen.
Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.
Ten behoeve van onderliggend wijzigingsplan is het Waterschap Vallei en Veluwe geïnformeerd over het onderhavige plan via de Digitale Watertoets (www.dewatertoets.nl). In onderliggend plan is alleen sprake van een wijziging van functie. Het totale oppervlakte verharding bneemt af. Het element water vormt geen belemmering voor de gewenste wijziging van de bestemming. Hiermee is bepaald dat het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en/of de afvalwaterketen. Verder overleg met het waterschap is niet nodig.
De uitgevoerde watertoets is te vinden in de bijlagen bij deze toelichting PM.
Uit hetgeen in de vorige paragrafen is beschreven, kan geconcludeerd worden dat de gewenste ontwikkeling op het perceel Weerhorsterweg 6 in overeenstemming is met de voorwaarden van de van toepassing zijnde wijzigingsbevoegdheid. De effecten voor de omgeving zijn positief, het betreft een verbetering van ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving.
Het wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding en bijbehorende regels en wordt vergezeld van deze toelichting. Op de verbeelding wordt de bestemming van de gronden aangegeven, via een combinatie van coderingen, arceringen en lijnen. De materiële inhoud van de bestemmingen is opgenomen in de regels.
Na het onherroepelijk worden van het wijzigingsplan, krijgen de verbeelding en de regels hetzelfde rechtskarakter als de verbeelding en de regels van het bestemmingsplan “Buitengebied West”. Zij worden dan geacht daarvan deel uit te maken.
De regels van het bestemmingsplan “Buitengebied West” zijn onverkort van toepassing op het voorliggende wijzigingsplan. Van belang zijn dan met name de bepalingen van de bestemmingen 'Wonen' en 'Agrarisch met waarden - Hoevenlandschap' maar ook de bestemmingspbepalingen 'Waarde archeologie - caterorie 2', Waarde archeologie - categorie 3' uit hoofdstuk 2, de ‘Inleidende bepalingen’ uit Hoofdstuk I en de “Algemene bepalingen” uit Hoofdstuk 3 spelen een rol.