Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen - Calveen woningen e...

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen - Calveen woningen en milieucategorie' met indentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00219-0301 van de gemeente Amersfoort;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 bestemmingsplan Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00070-0303 zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Amersfoort op 25 juni 2013.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 2 Schakelbepaling

Voor deze 'Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen - Calveen woningen en milieucategorie' geldt dat het bepaalde in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00070-0303 (vastgesteld door de gemeenteraad van Amersfoort op 25 juni 2013) onverkort van toepassing is, met dien verstande dat binnen het plangebied van het bestmmingsplan Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen aan artikel 6 de volgende wijzigingen worden aangebracht:

6.1, na c wordt toegevoegd: bedrijven in de categorie 1 tot en met 2, ter plaatse van de aanduiding 2 zoals aangeduid in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;

6.1, na o wordt toegevoegd: p. ter plaatse van de aanduiding (wonen) zijn tevens reguliere woningen toegestaan;

Na 6.2.2 wordt toegevoegd: 6.2.3 Gebouwen - woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

a. per perceel mag ten hoogste één woning (inclusief eventueel aanwezige bedrijfswoning) worden gebouwd, met dien verstande dat woningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de betreffende aanduiding;

b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter;

c. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 150 m2;

d. bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd ten dienste van de woning, met een oppervlakte van niet meer dan 75m2;

e. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter;

f. de bijbehorende bouwwerken mogen achter de achtergevel van de woning, alsmede naast één zijgevel, op 5 meter achter de voorgevelrooilijn worden opgericht;

g. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 5 meter.

Na 6.6.1 onder a wordt toegevoegd:

b. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 6.1 voor het toestaan van bedrijven in een hogere categorie van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien aantoonbaar kan worden voldaan aan de geldende milieunormen op gevoelige objecten of gebouwen, al dan niet door het treffen van benodigde maatregelen.

Artikel 3 Schakelbepaling Veegplan-B

Voor deze 'Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen - Calveen woningen en milieucategorie' geldt dat het bepaalde in bestemmingsplan "Veegplan B 2017" als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00138-0301 (vastgesteld door de gemeenteraad van Amersfoort op 26-09-2017) onverkort van toepassing is.

Artikel 4 Schakelbepaling Parapluherziening

Voor deze 'Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen - Calveen woningen en milieucategorie' geldt dat het bepaalde in "Chw-bestemmingsplan Parapluherziening Staat van Bedrijfsactiviteiten-energie installaties met houtige biomassa en/of fosiele brandstoffen" als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00174-0301 (vastgesteld door de gemeenteraad van Amersfoort op 28-01-2020) onverkort van toepassing is.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

• a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
• b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub a, voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
• c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

• a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
• b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
• c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
• d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

5.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht vrijstelling verlenen.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen - Calveen woningen e...'.