Coelhorsterlaan 10

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan Buitengebied West

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.bpbgebwest-0301;

1.2 wijzigingsplan Coelhorsterlaan 1 en 10

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00143-0301;

1.3 plan

het wijzigingsplan Coelhorsterlaan 10 van de gemeente Amersfoort;

1.4 wijzigingsplan Coelhorsterlaan 10

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00193-0301;

 

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassing zijnde bestemmingsregels

Voor dit plan geldt dat het bepaalde in de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied West', zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad van Amersfoort op 20 december 2011, onverkort van toepassing is, met dien verstande dat het bepaalde in Artikel 3 (Tuin - Landschapswaarden) aan de regels wordt toegevoegd en artikel 16 en 17 als volgt wordt gewijzigd:

Artikel 16 'Wonen-1':

• artikel 16.2.2 onder a:

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding weergegeven bestemmingsvlakken met de aanduiding ´bijgebouw´ [bg] worden gebouwd;

• artikel 16.2.2 onder f:

f. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van de op de verbeelding weergegeven bestemmingsvlakken met de aanduiding ´bijgebouw´ [bg].

Artikel 17 'Wonen-2':

• artikel 17.2.2 onder a:

a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding weergegeven bestemmingsvlakken met de aanduiding ´bijgebouw´ [bg] worden gebouwd;

• artikel 16.2.2 onder f:

f. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van de op de verbeelding weergegeven bestemmingsvlakken met de aanduiding ´bijgebouw´ [bg].

De meest relevante regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied West' zijn terug te vinden in de bijlagen.

Artikel 3 Tuin - Landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

• a. sier- en moestuinen, boomgaard en kruidenrijk grasland bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
• b. de instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige landschapswaarden in de vorm van een groene inrichting die hoort bij een overgangszone van wonen naar het aangrenzende natuurgebied;
• c. ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeervoorzieningen' parkeerplaatsen ten behoeve van de hoofdgebouwen;
• d. bijbehorende voorzieningen ten dienste van de tuinbestemming.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend en onder voorwaarden andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

• a. de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 1,2 m mag bedragen;
• b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken ten hoogste 2 m mag bedragen.

Deze voor Tuin-Landschapswaarden bestemde gronden dienen niet te worden beschouwd als 'erf' in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan. Daarmee kunnen op deze gronden geen vergunningvrije bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik van de voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden wordt in ieder geval begrepen:

a. het gebruik van de gronden overeenkomstig de bestemming zonder de aanleg en instandhouding van de inrichting volgens het goedgekeurd inrichtings- en beheerplan (bijlage 1 );

b. het gebruiken en inrichten van de gronden voor parkeren, met uitzondering van de gronden met de op de verbeelding weergegeven functieaanduiding 'parkeerterrein'.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om op de voor 'Tuin - Landschapswaarden aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:

• a. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden;
• b. het ophogen en egaliseren van de gronden;
• c. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten en waterpartijen;
• d. het verhogen of verlagen van de grondwaterstanden;
• e. vellen of rooien van bomen, houtopstanden en hoogopgaande beplanting welke zijn aangegeven op de inrichtings- en beheertekening (Bijlage 1) en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg kunnen hebben.

3.4.1 Uitzondering

• a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
• b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het verkrijgen van rechtskracht van het plan;
• c. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
• d. het aanleggen van een vijver tot maximaal 10 m² per woning in de sier- en/of moestuin bij de woning welke is aangegeven met het cijfer 4 op de inrichtings- en beheertekening (Bijlage 1);
• e. het vellen of rooien van opgaande beplanting welke niet is opgenomen op de inrichtings- en beheertekening (Bijlage 1).

3.4.2 Toelaatbaarheid

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid zijn niet toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 3.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan “Coelhorsterlaan 10”.