Plan: | De Nieuwe Stad |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00171-0202 |
het bestemmingsplan 'De Nieuwe Stad' met indentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00171-0202 van de gemeente Amersfoort;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
(oorspronkelijke) gevel aan de achterzijde van een gebouw;
een bouwwerk, geen gebouw en geen bijbehorende bouwwerk zijnde;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
één of meer bouwwerken;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bebouwingsoppervlak geeft;
een niet voor bewoning bestemd gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;
het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, of het uitoefenen van een kleinschalig bedrijf aan huis die:
een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, danwel omgevingsvergunning;
gebruik van grond en bouwwerken dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van kelder en ruimten in de kap;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
kleinschalige musea, (muziek)theaters, filmtheaters, bibliotheek, dansscholen, ateliers, expositieruimten en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen voorzieningen, met inbegrip van bijbehorende ondergeschikte horeca;
de waarde, gevormd door de duidelijke herkenbaarheid van de historische ontwikkeling van bebouwing, nederzetting en/of landschap, in de structuur, de ruimte en de ruimtevormende elementen daarvan;
het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in:
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus en dergelijke;
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
grootschalige, periodieke en/of meerdaagse manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, shows, tentoonstellingen en thematische markten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting in Lden (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en bepaald conform de Wet geluidhinder) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
gebouw dat dient ter bewoning of een ander geluidsgevoelig gebruik als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
geluidsgevoelig gebouw, geluidsgevoelige ruimte, of geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in de Wet geluidhinder;
fysieke en niet-fysieke maatregelen gericht op het reduceren van de geluidsbelasting vanwege industrie-, bedrijfs- of wegverkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten, of maatregelen die daar niet specifiek op gericht zijn doch wel tevens een geluidsreducerende uitwerking hebben, zoals bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, het aanbrengen van geluidsarm asfalt, geluidswallen of -schermen of de aanleg van nieuwe wegen elders die tot gevolg hebben dat de verkeers- en de geluidsbelasting afneemt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
horecabedrijven waarbij de nadruk ligt op eten en minder op het serveren van alcoholische dranken ( zoals restaurant, eetcafé, lunchroom en dergelijke);
horecabedrijven waarbij het gebruik van etenswaren ondergeschikt is aan het gebruik van (alcoholische) dranken (zoals een café, discotheek);
aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca (bijvoorbeeld een sportkantine of buurthuis) waarbij de exploitatie niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de hoofdfunctie bedraagt;
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
constructie ter afdekking van een gebouw waarop de dakbedekking rust, niet zijnde een muur, met tenminste 1 hellend of gebogen vlak;
een gedeelte van een gebouw dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw, danwel van een bijbehorend bouwwerk of door het afgewerkte maaiveld, en dat geheel is gelegen onder het afgewerkte maaiveld.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van wegen en waterlopen, zoals een brug, duiker of viaduct, alsmede beeldende kunst;
het bieden van hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt in of bij een woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en met een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;
voorzieningen ten behoeve van de gezondheidszorg, zoals bijvoorbeeld huisartsen, tandartsen, psychologen, fysiotherapeuten;
een activiteit die maximaal 40% van de oppervlakte van het hoofdgebouw beslaat;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
bouwkundige elementen aan de gevels van een hoofdgebouw, die geen deel uitmaken van het volume en de massa van het hoofdgebouw en daaraan in omvang ondergeschikt zijn, zoals plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen, rookkanalen, afvoerpijpen, overstekende daken, afdaken, lijstwerk, luifels, antennes en antenne-installaties en andere daarmee gelijk te stellen bouwdelen;
bouwkundige elementen op het dakvlak of de kap van een hoofdgebouw, die geen deel uitmaken van het volume en de massa van het hoofdgebouw en daaraan in omvang en positionering ondergeschikt zijn, zoals ventilatiekanalen, rookkanalen, liftkokers, lichtkoepels en -kappen, antennes en antenne-installaties, luchtbehandelingskasten,gevelonderhoudsinstallaties, afvoerpijpen, schoorstenen, zonnepanelen en -collectoren andere daarmee gelijk te stellen bouwdelen;
een (gedeelte) van een bouwwerk dat geheel is gelegen onder maaiveld;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een overdekte bebouwde voorziening, die maximaal 2 eigen wanden heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het aantal parkeerplaatsen dat op basis van de in Amersfoort geldende parkeernormen nodig is voor een ruimtelijke ontwikkeling;
de bouwwlaag op maaiveldniveau die meestal hoger is dan andere bouwlagen en meer levendig is. De plint is vaak visueel anders uitgevoerd en kan uit meerdere etages bestaan;
beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis bestaande uit hoofdzakelijk baliewerkzaamheden of andere diensten die publiek aantrekken, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus, kinderopvang, ateliers en dergelijke; in tegenstelling tot niet-publieksgerichte beroep- en bedrijfsactiviteit aan huis;
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden;
geheel of gedeeltelijk afbreken;
het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat maximaal 1,2 meter boven het (straat)peil is gelegen;
ander bouwwerk ten behoeve van het spelen, zoals wipkippen en schommels;
de geometrisch bepaalde planobjecten (voorheen plankaart genoemd);
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig aangemerkt diende te worden;
denkbeeldige dan wel op de plankaart aangegeven grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, die loopt tot aan de perceelsgrenzen;
een plaats waar een specifiek ambacht of vak wordt uitgeoefend, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van gereedschap en/of machines;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot een bepaalde grens van het erf;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de lijnen, getrokken door de buitenzijde van de gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren;
bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden niet meegerekend (gedeelten van) bijbehorende bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat erkers, etc. voor de voorgevel niet meetellen bij de berekening van de oppervlakte;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de plint:
Op de verdiepingen:
Een aanvraag omgevingsvergunning op basis van dit artikel wordt tevens getoetst aan artikel 9 Duurzaamheid en circulariteit.
Vanwege het levendige gebied, de vele mogelijke functies en de 18 uurs dynamiek van De Nieuwe Stad met daarbij ook veel woningen, dient:
Woningen binnen de bestemming Gemengd-1 mogen worden gebouwd maar mogen pas in gebruik worden genomen als met een akoestisch onderzoek is aangetoond dat het geluid van de houtgestookte installatie in kamer 8 niet leidt tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat (de locatie van kamer 8 is te vinden in bijlage 21 Kamers in De Nieuwe Stad).
De in artikel 3.1 genoemde functies in de plint zijn uitsluitend toegestaan wanneer bij de betreffende vergunningaanvraag (omgevingsvergunning, horeca exploitatievergunning of andere benodigde vergunning), voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Gewaarborgd moet worden dat de aanlegfase van De Nieuwe Stad niet leidt tot een toename van stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Dit is mogelijk door:
Een aanvraag omgevingsvergunning voor de bouw van kamer 1 en kamer 5 wordt slechts verleend als is gewaarborgd dat het stadsstrand (de ruimte voor het bouwvlak op de kavel in kamer 4) van 27 april tot 1 september, tussen 12.00 en 19.00 uur maximaal 10% extra schaduw krijgt, naast de schaduw die veroorzaakt wordt door de eigen bouwmogelijkheden van kamer 4 (de locatie van de kamers is te vinden in bijlage 21 Kamers in De Nieuwe Stad).
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van:
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van wonen in de plint, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.10.1 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 Bestemmingsomschrijving ten aanzien van wonen, voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij omgevingsvergunningen ook worden getoetst aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Behoudens het bepaalde in sublid 3.13.3, is het ter waarborging van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' (cw), verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 3.13.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de plint:
Een aanvraag omgevingsvergunning op basis van dit artikel wordt tevens getoetst aan artikel 9 Duurzaamheid en circulariteit.
Vanwege het levendige gebied, de vele mogelijke functies en de 18 uurs dynamiek van De Nieuwe Stad met daarbij ook veel woningen, zijn de in artikel 4.1 genoemde functies uitsluitend toegestaan wanneer bij de aanvraag omgevingsvergunning voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
dient door middel van een akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat wordt voldaan aan de geluidregels uit het Omgevingsplan Amersfoort zoals dit geldt op het moment van indienen van de aanvraag omgevingsvergunning;
De in artikel 4.1 genoemde functies in de plint zijn uitsluitend toegestaan wanneer bij de betreffende vergunningaanvraag (omgevingsvergunning, horeca exploitatievergunning of andere benodigde vergunning), voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Gewaarborgd moet worden dat de aanlegfase van De Nieuwe Stad niet leidt tot een toename van stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Dit is mogelijk door:
Bij de aanvraag omgevingsvergunning voor het parkeerhuis in kamer 8 dient aangetoond te worden dat een goed woon- en leefklimaat wordt gewaarborgd voor de omliggende bebouwing, onder andere ten aanzien van geluid, geur, licht afkomstig van koplampen van auto's die gebruik maken van het parkeerhuis (een overzicht van de kamers is te vinden in bijlage 21 Kamers in De Nieuwe Stad).
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen, voor zover nodig ter voorkoming van:
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan, met dien verstande dat in ieder geval zijn toegestaan de activiteiten in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten tbv Regeling beroep en bedrijf aan huis gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft hun ruimtelijke uitwerking voor de omgeving;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van wonen in de plint, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.9.1 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 Bestemmingsomschrijving ten aanzien van wonen, voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij omgevingsvergunningen ook worden getoetst aan de 'beleidsregels kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Behoudens het bepaalde in sublid 4.12.3, is het ter waarborging van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' (cw), verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 4.12.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Om te waarborgen dat de aanlegfase van De Nieuwe Stad niet tot een toename van stikstofdepositie leidt in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, mag bij werkzaamheden in het gebied, de bouw van de gebouwen en de inrichting van het openbaar toegankelijk gebied, uitsluitend gebruik worden gemaakt van elektrisch materieel. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen in omgevingsvergunningen die worden verleend tijdens de aanlegfase van het gebied.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
(beeldende) kunstwerken | 10 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een aanvraag omgevingsvergunning op basis van dit artikel wordt tevens getoetst aan artikel 9 Duurzaamheid en circulariteit.
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5.1 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het gebruiken van een woning voor kamergewijze verhuur, waarbij omgevingsvergunningen ook worden getoetst aan de 'beleidsregels
kamerverhuur gemeente Amersfoort' zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het gebruiken van de plint ten behoeve van de functies die zijn opgesomd in artikel 4.1 Bestemmingsomschrijving van de bestemming Gemengd-2, waarbij voldaan moet worden aan de voorwaardelijke verplichtingen zoals die zijn opgenomen in artikel 4.3 Voorwaardelijke verplichting ten aanzien van geluid, 4.4 Voorwaardelijke verplichting ten aanzien van geur en 4.5 Voorwaardelijke verplichting ten aanzien van stikstofdepositie.
De voor 'Waarde - archeologie categorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie categorie 2' uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 7.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 7.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 7.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 7.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 7.3.3 genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden zoals:
De onder 7.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 7.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 100 m2.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 7.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 7.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
De onder 7.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 7.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 100 m2, of niet dieper zijn dan 30 cm.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' geldt dat geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen in de zin van de Wet geluidhinder mogen worden gebouwd.
Het plangebied van De Nieuwe Stad wordt niet negatief beïnvloed door het gezoneerde industrieterrein Isselt. De geluidbelastingen vanwege het gezoneerde industrieterrein Isselt liggen ruim lager dan 45 dB(A). Daarnaast zal woningbouw binnen het plangebied van De Nieuwe Stad geen belemmeringen opleveren voor de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein.
Daarom kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.1.1 Omschrijving gebiedsaanduiding, voor het realiseren van geluidgevoelige gebouwen, onder voorwaarde dat wordt voldaan aan de Wet geluidhinder.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) mag de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen worden overschreden, met dien verstande dat:
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) zijn op het dakvlak of op de kap ondergeschikte bouwdelen toegestaan, met dien verstande dat:
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en van het straat- en bebouwingsbeeld, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels:
De afwijkingen als bedoeld in lid 13.1 Afwijken van de bouwregels worden geweigerd indien door het verlenen daarvan:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht vrijstelling verlenen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Nieuwe Stad'.