Plan: | Geluidwal Vathorst en Bergpas(west) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00118-0301 |
het bestemmingsplan Partiële herziening geluidwal Vathorst en Bergpas(west) van de
gemeente Amersfoort en
het bestemmingsplan Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen van de gemeente Amersfoort;
de geometrisch bepaalde plan objecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0307.BP00118-0201;
het bestemmingsplan Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen de geometrisch bepaalde plan objecten met bijbehorende regels als vervat in het SGML-bestand NL.IMRO.0307.BP00070-0303;
voetgangersgebied in een transparante gebouwde voorziening;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen een afhaalservice van etenswaren, de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
horecabedrijven die, gelet op de aard en omvang ervan, zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen in geringe mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies in de omgeving van deze horecabedrijven, zoals restaurants, snackbars, ijssalons en andere daarmee gelijk te stellen bedrijven;
branches van detailhandel die zich buiten de aangewezen detailhandelslocaties mogen vestigen vanwege de aard of omvang van de artikelen (zoals auto's, bouwmarkt, keukens, woninginrichting).
Vrijetijdsvoorziening met een toeristische en/of recreatieve aantrekkingskracht.
De voor 'Bedrijventerrein 3f" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat toepassing van de afwijking niet mag leiden tot feitelijke wijziging van de bestemming.
* Voor het project knooppunt Hoevelaken is in samenspraak een Contourenkaart opgesteld waarbinnen het project knooppunt Hoevelaken moet kunnen worden uitgevoerd als maximale grens van het gebied. De Contourenkaart is onderdeel van de tweede bestuursovereenkomst knooppunt Hoevelaken (BOK2).
met dien verstande dat:
- de gewenste inrichting van het gebied met bebouwing, private buitenruimte, wegen, groen en water past in de beeldkwaliteitseisen zoals opgenomen in paragraaf 4.1.6 van het Bestemmingsplan Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen en de supervisor van de gemeete (in ontwikkelfase) en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (in beheerfase) is geraadpleegd;
- per bedrijf voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming, en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. 8 m uitsluitend voor bebouwing in het (groenblijvende) talud van de geluidswal;
b.12 m voor bebouwing tussen een hoogte van 6 m en 9 m; op deze hoogten moet in de bebouwingsgrens worden gebouwd;
c.8 m voor bebouwing vanaf een hoogte van 9 m met dien verstande dat vanaf een hoogte van 12 m in de bebouwingsgrens moet worden gebouwd dan wel tot maximaal 2 m achter de bebouwingsgrens (“uitkragingen”); de totale lengte van deze uitkragingen bedraagt minimaal 30% en maximaal 80% van de lengte van het gebouw;
d.18 m voor de open ruimte tussen de in lid 2, sub e. onder 2 genoemde bebouwingsaccenten;
2. vanaf een bouwhoogte van 15 m mogen aan de zijde van de A1 uitsluitend bebouwingsaccenten worden gebouwd, waarin minimaal 70 % van het kantoorgedeelte van het bedrijf wordt gerealiseerd;
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
max. bouwhoogte | |
palen, masten en andere tekens | 10 m |
Verlichtingsmasten en Antenne-installaties, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn |
12 m |
luifels en ander straatmeubilair | 6 m |
andere overkappingen | 3 m |
verkeerstekens en beeldende kunstwerken | 6 m |
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
geluidwerende voorzieningen | 15 m |
brand-/vluchttrappen | 15 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter waarborging van de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit en ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken nadere eisen te stellen ten aanzien van:
a. de situering en de afmetingen van (delen van) gebouwen en andere bouwwerken,
b. de situering van parkeerplaatsen, en
c. de situering van in- en uitritten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 1 en lid 2 onder a. ten behoeve van perifere detailhandelsbedrijven, mits uit een recent onderzoek is gebleken dat sprake is van een acceptabele afwikkeling van het met dergelijke vestigingen samenhangende verkeer. Deze afwijkingsbevoedheid kan voor de De Bergpas(west) voor maximaal 21.100 m² bvo worden toegepast, voor de Geluidswalprojecten ten westen van de Bergpas voor maximaal 37.809 m² bvo en voor de Geluidwalkavels ten oosten van het spoor voor max.114.307 m² bvo.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in lid 2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen in het gebiedsdeel “De Geluidswal” buiten de hoogtescheidingslijn tot een hoogte van 21 m;
b. het bepaalde in lid 2 ten behoeve van het bouwen van reclamezuilen tot een hoogte van 20 m;
c. het bepaalde in lid 2 ten behoeve van het bouwen van:
1. lichtmasten en andere palen en masten tot een hoogte van 9 m;
2. andere bouwwerken, waaronder begrepen erf- of terreinafscheidingen, tot: - een hoogte van 2 m op het voorerf,
- een hoogte van 4 m elders,
mits dat niet leidt tot een onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing.
d. een bestemmings- of een bebouwingsgrens met ten hoogste 10 m;
e. het bepaalde in lid 1 - ten behoeve van het parkeren op maaiveld - in afwijking van het beeldkwaliteitsplan, zodanig dat de bouwgrens gedeeltelijk maximaal 16 meter mag worden teruggelegd met uitzondering van de hoeken van de kavel en minimaal 40% van de lengte van de kavel op de hoeken van de kavel moet worden gerealiseerd
met dien verstande dat de supervisor van de gemeente (in ontwikkelfase) en bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (in beheerfase) is geraadpleegd;
f. het bepaalde in lid 1 ten behoeve van het bouwen van ondergrondse parkeervoorzieningen ter plaatse van de op de plankaart voorkomende aanduiding (sv-p) "specifieke vorm van verkeer-parkeerterrein" mits het groene talud van de geluidswal, behoudens een verkeersontsluiting, niet wordt doorbroken;
g. van het bepaalde in lid 2 ten behoeve van het lager bouwen dan de voorgeschreven minumum bouwhoogte dan wel het hoger bouwen dan de voorgeschreven maximum hoogte, met dien verstande dat niet hoger mag worden gebouwd dan 21 m;
h. lid 2 ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m;
i. bij de specifieke bouwaanduiding (sh-hot) in het bouwvlak aan de Bergpas(west) mag van de bouwhoogte worden afgeweken tot 36 meter ten behoeve van de functie hotel, indien er sprake is van een bijzondere vormgeving en een uitzonderlijke goede ranke en slanke uitstraling kan tot 48 meter worden afgeweken (zonder toename van het programma);
j. van de hoogtescheidingslijnen in het bouwvlak aan de Bergpas(west) kan met 15 % worden afgeweken en in geval van een bijzondere architectonische kwaliteit kan met meer dan 15 % worden afgeweken, mits het bouwvolume niet toeneemt;
k.indien de noodzaak aangetoond is in de groene tussenruimte tussen de gerealiseerde bedrijfskavels (zoals beschreven in de verkavelingsregels in artikel 2.2.1. onder e) is een specifieke vorm van verkeer - parkeren (sv-p) toegestaan voor het realiseren van extra parkeerplaatsen in de vorm van gebouwde parkeervoorzieningen, verborgen – niet zichtbaar - in het groene talud van de geluidswal. Voorwaarde is een zodanig grondpakket voor groen dat de continuïteit van de groene geluidswal wordt gewaarborgd;
m. van de bouwvlakken aan de Bergpas(west) kan worden afgeweken, mits de afwijking in zijn geheel voldoet aan één van de volgende modellen:
a. basismodel
b. model 1
c. model 2
d. model 3
m. de afwijking kan worden geweigerd indien door het verlenen ervan de beoogde stedenbouwkundige kwaliteit onevenredig wordt aangetast dan wel onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wro het plan wijzigen voor het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van die soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in deze gronden zijn uitsluitend niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals abri's, telefooncellen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het oprichten van de geluidswal gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken met uitzondering van de geluidswal gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen, masten en reclame- en andere tekens | 10 m |
verlichtingsmasten en antenne-installaties | 12 m |
luifels en ander straatmeubilair | 4 m |
andere overkappingen | 3 m |
verkeerstekens en beeldende kunstwerken | 4 m |
erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
geluidwerende voorzieningen | 21m |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 3.2.3 voor:
een en ander met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, zoals stuwen, gemalen, duikers en bruggen, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m, met dien verstande dat de beheerder bij het beoordelen van een aanvraag wordt geraadpleegd omtrent de voorwaarden die, gelet op het waterschapsbelang, aan de uitvoering van de bouwwerken moeten worden gesteld.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen en (verlichtings)masten | 15 m |
aanwijsborden, verkeerstekens en -installaties | 15 m |
(beeldende) kunstwerken | 8 m |
geluidwerende voorzieningen | 3 m |
overige andere bouwwerken | 4 m |
De voor 'Waarde - archeologie categorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mogen ten dienste van de bestemming 'Waarde - Archeologie categorie 2 (dubbelbestemming)' uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 6.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 6.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 6.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 6.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 6.3.3 genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden zoals:
De onder 6.3.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 6.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 100 vierkante meter.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 6.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 6.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
De onder 6.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 6.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 100 vierkante meter, of niet dieper zijn dan 30 cm.
De voor 'Waarde - archeologie categorie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden, waarbij geldt dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1 mogen ten dienste van de bestemming Waarde - Archeologie categorie 3 (dubbelbestemming) uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) slechts worden gebouwd overeenkomstig de regels van die bestemming(en) en mits de aanvrager van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoeksrapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Het bepaalde onder 7.2.1 met betrekking tot het overleggen van een archeologisch onderzoeksrapport is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen de onder 7.2.1 bedoelde vergunning indien naar hun oordeel uit het daar genoemde rapport genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 7.2.1 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 7.3 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 500 vierkante meter.
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 7.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning verbonden worden:
De onder 7.3 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders verlenen vergunning voor het slopen van bouwwerken indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in 7.3.2 genoegzaam blijkt dat:
De volgende in 37.4.2 onder b genoemde voorwaarden kunnen door burgemeester en wethouders aan de vergunning verbonden worden, zoals:
de sloopwerkzaamheden vanaf het maaiveld en dieper, worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige wanneer deze werken of werkzaamheden dieper reiken dan 30 cm onder het maaiveld en het grondoppervlak van de werken of werkzaamheden meer bedraagt dan 500 m²;
indien bij bodemverstorende werkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijker wijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is diegene verplicht dit direct te melden bij burgemeester en wethouders, die in het belang van de archeologische monumentenzorg
De onder 7.4.2 bedoelde vergunning kan worden geweigerd indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Het in 7.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die een oppervlak beslaan van ten hoogste 500 vierkante meter, of niet dieper zijn dan 30 cm.