Plan: | Liendertseweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00073-0301 |
De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid is de Wet geluidhinder (Wgh). Overeenkomstig de Wgh zijn (spoor- ) wegen en industrieterreinen waar zich grote lawaaimakers kunnen vestigen voorzien van zones. Het gebied binnen deze zones geldt als akoestisch aandachtsgebied waar een toetsing uitgevoerd dient te worden. Daarbij beperkt de Wgh zich tot een toetsing ter plaatse van zogenaamde geluidsgevoelige objecten. Dit zijn onder andere woningen, onderwijsgebouwen, gezondheidszorggebouwen, kinderdagverblijven, woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonboten.
Bij vaststelling van een bestemmingsplan komen in de volgende gevallen de regels van de Wgh aan de orde:
De Wgh werkt met een systeem van voorkeursgrenswaarden en maximaal toegestane geluidsbelastingen. Indien een voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, kan onder bepaalde voorwaarden een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Hierbij mag de geluidsbelasting nooit hoger zijn dan de maximaal toegestane geluidsbelasting. De voorkeursgrenswaarde en maximaal toegestane geluidsbelasting voor nieuwe of bestaande geluidgevoelige bestemmingen verschillen per locatie en per geluidssoort.
Per 1 juli 2012 is Swung 1 in werking getreden. Het gaat om een wijziging van de Wet milieubeheer die onder andere heeft geresulteerd in de invoering van geluidsproductieplafonds voor rijksinfrastructuur (rijkswegen en spoorwegen). Een geluidsproductieplafond geeft de toegestane geluidsproductie (geluidwaarde in Lden) vanwege een weg of spoorweg aan. Geluidsproductieplafonds gelden op referentiepunten langs rijkswegen en spoorwegen. De ligging van de referentiepunten, de grenswaarden en de bijbehorende gegevens zijn opgenomen in een openbaar, elektronisch toegankelijk geluidsregister. De wegbeheerders (Rijkswaterstaat en Prorail) moeten aan de grenswaarden op de referentiepunten voldoen en dat jaarlijks aantonen.
De nieuwe regels zijn, wat de rijksinfrastructuur betreft, in plaats gekomen van de regels in de Wet geluidhinder omtrent de aanleg en reconstructie van een weg en de aanleg of wijziging van een spoorweg. Bij bouwen langs rijkswegen en spoorwegen blijft de Wet geluidhinder gelden, maar moet bij de berekening van de geluidsbelasting gebruik gemaakt worden van de brongegevens uit het register. Ook op decentraal beheerde wegen en spoorwegen blijft de Wet geluidhinder van toepassing.
In de Wgh is bepaald dat elke weg van rechtswege een geluidszone heeft (Wgh art. 74 lid 1). Een uitzondering hierop zijn wegen die zijn gelegen in een 30 km/uur-zone of in een woonerf. De breedte van de geluidszones is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van een weg (zie tabel 1).
Tabel 1: zones langs wegen
aantal rijstroken | zonebreedte (meter) | |
stedelijk gebied | 1 of 2 | 200 |
3 of meer | 350 | |
buitenstedelijk gebied | 1 of 2 | 250 |
3 of 4 | 400 | |
5 of meer | 600 |
In geval van een nieuwe of gewijzigde weg of nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones langs wegen is akoestisch onderzoek vereist. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.
De voorkeursgrenswaarde voor geluidsgevoelige bestemmingen bedraagt in de meeste gevallen 48 dB (Lden). De maximaal toegestane geluidsbelasting bedraagt 68 dB (Lden), afhankelijk van de situatie.
Spoorwegen hebben een zone, waarvan de breedte afhankelijk is van de hoogte van het geluidsproductieplafond. In artikel 1.4 van het Besluit geluidhinder is de breedte van de zone aangegeven. De zonebreedte varieert van 100 tot 1.200 meter. Bij ontwikkelingen rond geluidsgevoelige bestemmingen in de zone of wijzigingen aan de spoorlijn moet akoestisch onderzoek worden gedaan. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.
De voorkeursgrenswaarde en maximaal toegestane geluidsbelasting bedragen respectievelijk 55 en 68 dB (Lden), afhankelijk van de situatie.
Rondom industrieterreinen waarop de mogelijkheid aanwezig is tot vestiging van zogenaamde grote lawaaimakers, is op grond van art. 41 van de Wgh een geluidszone vastgesteld. In geval van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen de zone of een wijziging aan het industrieterrein of de geluidszone is een akoestisch onderzoek vereist. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen.
De voorkeursgrenswaarde en maximaal toegestane geluidsbelasting bedragen respectievelijk 50 en 65 dB(A) (Letm), afhankelijk van de situatie. Buiten de zone mag de geluidsbelasting nooit meer dan 50 dB(A) (Letm) bedragen. Er dient te worden gewaarborgd dat deze waarde, en de eventuele vastgestelde hogere grenswaarden niet worden overschreden. Middels zogenaamd zonebeheer wordt daarvoor continu de totale vergunde geluidsbelasting vanwege het industrieterrein beheerd.
De gemeente heeft beleid opgesteld met betrekking tot het vaststellen van hogere grenswaarden (Geluidsnota gemeente Amersfoort, vastgesteld op 11 november 2006). Hierin zijn criteria en voorwaarden opgenomen die aan de hogere grenswaarde worden verbonden.
Voor de ontwikkeling van de woningen aan de Liendertseweg / Wiekslag is railverkeerslawaai van de spoorlijn Amersfoort Zwolle / Amersfoort Apeldoorn van belang en wegverkeerslawaai van de Liendertseweg. De overige wegen in en rondom het plangebied hebben een maximum snelheid van 30 km/uur. Deze wegen worden niet getoetst aan de Wet geluidhinder. Volgens de Geluidsnota Gemeente Amersfoort wordt echter wel rekening gehouden met de 30 km/uur wegen in het kader van een goede ruimtelijke ordening.
Voor deze ontwikkeling is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Ontwikkeling 108 eengezinswoningen aan de Liendertseweg/Wiekslag te Amersfoort. Alcedo bv, rapportnummer 20134154.R01.V01, dd. 28 maart 2013). Zie bijlage1 . Uit het onderzoek blijkt dat voor 42 woningen de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai wordt overschreden ten gevolge van de Liendertseweg. Voor 6 woningen wordt de voorkeursgrenswaarde voor railverkeerslawaai overschreden. Voor deze woningen wordt een hogere waarde vastgesteld. De procedure hiervoor loopt tegelijkertijd met de procedure voor dit bestemmingsplan.
In de Geluidsnota Gemeente Amersfoort is aangegeven dat elke nieuw te bouwen woning waarvoor een hogere waarde wordt aangevraagd tenminste 1 geluidluwe gevel moet hebben. Bij één woning wordt hier zonder maatregelen niet aan voldaan, namelijk woning B-62 op de hoek Rietzangerstraat-Liendertseweg. Hier dient een scherm/muur van 1,5 meter hoog gerealiseerd te worden aan de zijde van de Liendertseweg. Daarmee wordt een geluidsluwe gevel op de begane grond gecreëerd. In het akoestisch onderzoek is de ligging van dit scherm weergegeven.
De volgende 30 km/uur wegen veroorzaken (inclusief 5 dB correctie conform artikel 110g Wgh) een geluidsbelasting hoger dan 48 dB ter plaatse van de nieuwbouwwoningen:
Voor deze wegen hoeven geen hogere grenswaarden aangevraagd te worden. Bij de betreffende woningen dient rekening te worden gehouden met de benodigde gevelwering om te voldoen aan het toegestane binnenniveau van 33 dB conform het Bouwbesluit. De overige 30 km/uur wegen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.