direct naar inhoud van Artikel 45 Algemene aanduidingsregels
Plan: Hooglanderveen en Vathorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00066-0301

Artikel 45 Algemene aanduidingsregels

45.1 Programma - Wonen

Op gronden met de aanduiding 'programma - wonen' mag ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' ten hoogste het aangegeven aantal woningen worden gerealiseerd, met dien verstande dat het totale aantal woningen in het plangebied Vathorst (Hooglanderveen uitgezonderd) niet meer mag bedragen dan 10.900;

45.2 Programma - Gemengd

Op gronden met de aanduiding 'programma - gemengd' mogen, uitsluitend daar waar de bestemming het toelaat, de volgende oppervlakten gerealiseerd worden voor het hoofdwinkelcentrum Vathorst:

  • 1. maximaal 14.000 m2 b.v.o. voor detailhandel;
  • 2. maximaal 2500 m² b.v.o. voor horeca van categorie a en/of horeca van categorie b;
  • 3. maximaal 2500 m² b.v.o. voor dienstverlening en overige commerciele voorzieningen,

met dien verstande dat binnen dit aanduidingsgebied het totale b.v.o. niet meer mag bedragen dan 18.000 m2.

45.3 Bebouwingsoppervlakte

Op de gronden met de aanduiding 'bebouwingsoppervlakte' geldt in afwijking van hetgeen is bepaald in de artikelen 28.2.2 onder h. en 29.2.2 onder h., dat maximaal 30% van het kadastrale perceel mag worden bebouwd met hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken. De overige bepalingen van de artikelen 28 en 29 blijven hierbij onverminderd van kracht.

45.4 Wro-zone - objectgebonden overgangsrecht

In afwijking van het bepaalde in artikel 51 (overgangsregels) geldt voor bijbehorende bouwwerken, die vallen onder de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan Hooglanderveen 2005 (vastgesteld 10 mei 2005), en die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn en afwijken van het plan, op de gronden met de aanduiding 'wro-zone - objectgebonden overgangsrecht' de volgende regeling:

  • 1. deze bijbehorende bouwwerken mogen niet worden vergroot, vernieuwd of veranderd, uitgezonderd het plegen van het normale onderhoud;
  • 2. deze bijbehorende bouwwerken dienen te worden gesloopt door de eigenaar van het perceel (zoals geregistreerd op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan) voordat deze eigenaar het perceel verkoopt;
  • 3. ter compensatie van het bepaalde onder 2 kunnen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.1 onder b. en e. voor het vergroten van het hoofdgebouw met het volume van het te slopen bijbehorende bouwwerk, mits vooraf is vastgesteld dat aan de sloopverplcihting is voldaan;
  • 4. het objectgebonden overgangsrecht kan niet worden overgedragen op nieuwe bebouwing, dat wil zeggen dat het betreffende bijbehorende bouwwerk niet mag worden vervangen door een ander bijbehorend bouwwerk.

45.5 Zoekgebied - Woonschepen

Ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied - woonschepen' mogen ten hoogste 5 woonschepen worden gerealiseerd. Hierbij zijn de uitwerkingsregels van artikel 35.2 van toepassing.

45.6 Mileuzone - Geurzone

Binnen het gebied nader aanduid als 'Milieuzone - geurzone' mogen, zolang de bedrijven welke de bron daarvan vormen in bedrijf zijn, geen woningen en andere gevoelige functies worden gebouwd.

45.6.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 45.6 voor het verkleinen van de 'milieuzone - geurzone' voor de realisering van woningen en andere geurgevoelige functies, met dien verstande dat er voor de genoemde bedrijven sprake is van een aangepaste of gewijzigde, onherroepelijke vergunning op grond van de mileuwetgeving.

45.7 Vrijwaringszone - straalpad

Ter plaatse van de aanduidng Vrijwaringszone - straalpad zijn de gronde mede bedoeld als beschermingszone van een straalverbinding.

45.7.1 Bouwregels

Ongeacht hetgeen in de regels voor de op deze gronden rustende bestemming(en) is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' niet hoger worden gebouwd dan 36 m ten opzichte van NAP, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze noodzakelijk zijn voor een doelmatig beheer en instandhouding van de straalverbinding, met dien verstande dat de oppervlakte en de hoogte niet meer mogen bedragen dan die welke aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.