direct naar inhoud van Artikel 35 Wonen uit te werken
Plan: Hooglanderveen en Vathorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00066-0301

Artikel 35 Wonen uit te werken

35.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor 'Wonen uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. aaneengebouwde, twee aaneengebouwde, vrijstaande en gestapelde woningen;
  • 2. bijzondere woonvormen en woonwagens;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied woonschepen' voor maximaal 5 woonschepen;
  • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' (gd), of in de directe nabijheid daarvan, mede voor:
    • 1. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van onderwijs, opvangvoorzieningen, gezondheidszorg, sociaal culturele voorzieningen, overheidsvoorzieningen (waaronder begraafplaatsen) en religie.
    • 2. detailhandel en dienstverlening;
    • 3. horecabedrijven;
    • 4. recreatieve doeleinden, waaronder sportvoorzieningen en volkstuinen;
  • 5. kleinschalige bedrijven en werkplaatsen, met een maximum b.v.o. van 100 m², die voorkomen in de categorieen 1 en 2 van bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
  • 6. ter plaatse van de aanduiing 'specifieke vorm van groen - te handhaven beplanting' (sg-thb);
  • 7. (hoofd)ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden en parkeervoorzieningen;
  • 8. groen- en speelvoorzieningen;
  • 9. waterpartijen;
  • 10. nutsvoorzieningen;
  • 11. geluidwerende voorzieningen;

35.2 Uitwerkingsregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

Algemeen

  • 1. op en in de gronden als bedoeld in lid 35.1, mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming;
  • 2. gebouwen en andere bouwwerken met een hoogte groter dan 15 m mogen uitsluiten worden gesitueerd nabij de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'gemengd';
  • 3. de bebouwing langs de Laak en de Calveensewetering orienteert zich op deze waterlopen;
  • 4. aan de noord- en westrand van het bestemmingsplan gebied komt een aaneengesloten bebouwing die een duidelijke begrenzing vormt van het plangebied, slechts onderbroken door de grachten en buurtwegen.
  • 5. voordat tot uitwerking wordt overgegaan, wordt voor het gedeelte waar de bestemming samenvalt met de dubbelbestemming Leiding - gas (dubbelbestemming), schriftelijk advies ingewonnen bij de leidingbeheerder;
  • 6. in het uitwerkingsplan wordt een verantwoording opgenomen over de externe veiligheid voor wat betreft het groepsrisico;
  • 7. er mag geen strijdigheid optreden met het Besluit externe veiligheid buisleidingen.

Wonen

  • 1. op gronden met de aanduiding 'programma - wonen' mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ten hoogste het aangegeven aantal woningen worden gerealiseerd, met dien verstande dat het totale aantal woningen in het plangebied Vathorst (Hooglanderveen uitgezonderd) niet meer mag bedragen dan 10.900;
  • 2. de gemiddelde netto-woningdichtheid mag niet meer bedragen dan 50 woningen per hectare waarvan ten hoogste 26% gestapelde woningen gerealiseerd mogen worden;
  • 3. de hoogte van woningen mag ten hoogste 12 m bedragen, met uitzondering van 20% van de gebouwen waarvan de hoogte ten hoogste 21 m mag bedragen;
  • 4. voor zover de hoogte van nieuwe woningen meer bedraagt dan de hoogte van de bestaande woningen in het plangebied en bestaane woningen grenzend aan het plangebied, zal de afstand van de nieuwe woning tot de bestaande ten minste gelijk zijn aan de hoogte van dat nieuwe gebouw. Peilmoment van de bestaande woning is het moment van terinzagelegging van ontwerpbestemmingsplan 'Vathorst' (15 september 1998);
  • 5. per woning voorzien dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
  • 6. per woning dient ten minste 15m² voor openbaar groen in de vorm van buurtgroen te worden aangewezen;
  • 7. voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden die bepalingen van artikel 27 die zien op het bouwen en gebruiken van bijbehorende bouwwerken;
  • 8. voor kleinschalige bedrijven bij woningen gelden de bepalingen van artikel 27.5.1

Woonschepen

  • 1. op de gronden met de aanduiding 'zoekgebied woonschepen' mogen maximaal 5 woonschepen gerealiseerd worden;
  • 2. de onderlinge afstand tussen de woonschepen moet minimaal 5 meter bedragen, waarbij de breedte van de ligplaats niet meer dan 7 meter mag bedragen, gemeten uit de kant van de wal;
  • 3. de breedte van de woonschepen mag niet meer bedragen dan 6 meter en dient in de breedte van de ligplaats te vallen, de hoogte van de woonschepen mag niet meer bedragen dan 4 meter, gemeten vanaf het waterpeil;
  • 4. bij een woonschip mag maximaal 1 bijbehorende bouwwerk gebouwd worden van maximaal 12 m² waarbij de hoogte niet meer mag bedragen dan 2,5.

Maatschappelijke voorzieningen

  • 1. de hoogte van gebouwen voor maatschappelijke voorzieningen mag ten hoogste 15 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van kerk en/of klokkentorens ten hoogste 45 meter mag bedragen;
  • 2. voor maatschappelijke voorzieningen geldt voor het gehele bestemmingsplan gebied een gezamenlijk terreinoppervlak van ten hoogste 300.000 m²;

Detailhandel, dienstverlening en horeca

  • 3. voor detailhandel, dienstverlening en horeca, mag er in totaal binnen het plangebied een b.v.o. van maximaal 34.500 m² worden aangewezen, met dien verstande dat:
    • a. ter plaatse van de aanduiding 'programma - gemengd", uitsluitend daar waar de bestemming het toelaat, de volgende oppervlakten gerealiseerd worden voor het hoofdwinkelcentrum Vathorst:
      • maximaal 14.000 m2 b.v.o. voor detailhandel;
      • maximaal 2500 m² b.v.o. voor horeca van categorie a en/of horeca van categorie b;
    • b. maximaal 2500 m² b.v.o. voor dienstverlening en overige commerciele voorzieningen,

      met dien verstande dat binnen dit aanduidingsgebied het totale b.v.o. niet meer mag bedragen dan 18.000 m2.
    • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' , of in de directe nabijheid daarvan, de volgende oppervlakten gerealiseerd worden voor het buurtwinkelcentrum Vathorst:
      • maximaal 3500 m2 b.v.o. voor detailhandel;
      • maximaal 300 m² b.v.o. voor horeca van categorie a en/of horeca van categorie b;
      • maximaal 375 m² b.v.o. voor dienstverlening en overige commerciele voorzieningen,
  • 4. de hoogte van gebouwen voor detailhandel, dienstverlenende bedrijven en horecabedrijven mag maximaal 15 m bedragen;
  • 5. voor zover de hoogte van een nieuw gebouw voor detailhandel, dienstverlenende bedrijven en horecabedrijven meer bedraagt dan de hoogte van de bestaande woningen in het plangebied en bestaande woningen grenzend aan het plan, zal de afstand van het nieuwe gebouw tot de bestaande woningen ten minste gelijk zijn aan de hoogte van dat nieuwe gebouw. Peilmoment van de bestaande woning is het moment van terinzagelegging van ontwerpbestemmingsplan 'Vathorst' (15 september 1998);

Recreatie

  • 1. de hoogte van gebouwen voor sportieve recreatie mag ten hoogste 18 m bedragen;
  • 2. voor recreatieve voorzieningen zullen gronden met een gezamenlijk terreinoppervlak van tenminste 11 ha worden aangewezen;

Kleinschalige bedrijven en werkplaatsen

  • 1. kleinschalige bedrijven en werkplaatsen mogen verspreid worden gerealiseerd, mits de bedrijfsvloeroppervlakte per eenheid niet meer bedraagt dan 100 m²

Verkeer en parkeren

  • 1. de hoofdverkeersontsluiting voor gemotoriseerd verkeer vindt ongeveer plaats via de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - hoofdontsluiting'.
  • 2. bij de realisering van een verbinding voor openbaar vervoer zal deze globaal het ter plaatse op de verbeelding met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aansluiting openbaar vervoer' aangegeven punt aandoen;
  • 3. de verkeersontsluiting voor fietsverkeer vindt plaats via een fietspadennet met een maaswijdte van 300 - 400 m, waarbij er rechtstreekse routes lopen naar knooppunten van openbaar vervoer, station en bestaande stad;
  • 4. belangrijke recreatieve fietspaden lopen via de bestaande Duisterweg, Calveenseweg en Heideweg;
  • 5. voor verkeers- en openbare parkeervoorzieningen mogen gebouwen worden gerealiseerd, met een maximum hoogte van 3 meter;

Water

  • 1. voor water mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gerealiseerd met een hoogte van maximaal 12 m;
  • 2. binnen deelgebied De Laak wordt ten minste 5 ha aangewezen voor water;
  • 3. grachten worden in hoofdzaak haaks op de Laak en de Calveensewetering gesitueerd, onderling verbonden door dwarsgrachten. Ongeveer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aantakking gracht' krijgen de grachten een verbinding met de Laak.
  • 4. ligplaatsen voor pleziervaart met bijbehorende voorzieningen mogen gerealiseerd worden;

Groen en speelvoorzieningen

  • 1. er mogen gebouwen, waaronder gebouwen voor onderhoud en beheer en speelhuisjes worden gebouwd;
  • 2. de hoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen;

Nutsvoorzieningen

  • 1. er mogen gebouwen en andere bouwwerken voor het openbaar nut worden gebouwd met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² en een maximale hoogte van 4 m;
  • 2. de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 12 meter bedragen;
  • 3. gebouwen voor een warmte-kracht-koppeling of telefooncentrale en naar de aard daarmee vergelijkbare gebouwen mogen worden gebouwd, waarbij de grondoppervlakte niet meer dan 500 m² per gebouw en de hoogte niet meer dan 6 m mag bedrijagen. Voor de bedoelde voorzieningen mogen tevens schoorstenen met een maximale hoogte van 20 m worden gebouwd;
  • 4. windmolens zijn uitsluitend toegestaan in het kader van de waterhuishouding.

Andere bouwwerken

  • 1. de hoogte van de overige andere bouwwerken binnen de bestemming mag maximaal 25 meter bedragen, waarbij voor reclamezuilen bestemd voor reclame voor het op hetzelfde perceel gevestigde bedrijf, maximaal 6 meter mag bedragen, met dien verstande dat daar bij omgevingsvergunning van afgeweken mag worden tot een hoogte van 20 m.

35.3 Bouwen volgens uitwerkingsplan

De gronden, als bedoeld in lid 35.1, mogen niet worden bebouwd indien het uitwerkingsplan nog geen rechtskracht heeft.
 

35.4 Uitwerkingsplicht ex artikel 3.6, lid 1, onder a Wro

Burgemeester en wethouders werken de in lid 35.1 omschreven bestemming uit overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

35.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - te handhaven beplanting' (sg-thb) is het verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, het volgende uit te voeren:
    • 1. het vellen of rooien van de ter plaatse aanwezige houtopstanden;
    • 2. het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadigingen van de houtopstanden tot gevolg kunnen hebben;
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning als bedoeld in 35.5 onder a, indien door het werk of de werkzaamheden de landschappelijke waarde van de beplanting niet in onevenredige mate wordt aangetast, dan wel de mogelijkheden voor behoud, versterking en/of herstel van die waarden niet onevneredig worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft, dat een vergunning redelijkheid niet kan worden geweigerd;
  • c. het bepaalde in lid 35.5 onder a is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden van geringe omvang gercht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de te handhaven beplanting.