direct naar inhoud van Artikel 21 Sport
Plan: Hooglanderveen en Vathorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00066-0301

Artikel 21 Sport

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport;
  • b. ter plaatse van de de aanduiding "horeca van categorie c" (h=c), alsmede horeca van de categorie c;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - te handhaven beplanting' (sg-thb), tevens voor behoud, versterking en/of herstel van de aan deze beplanting eigen zijnde landschappelijke waarde;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' (pg): (half)ondergronds parkeren;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. tuinen en erven;
  • i. bij een en ander behorende overige voorzieningen,


met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.

21.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn uitsluitend niet voor bewoning geschikte gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.

21.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. voor zover op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven, mogen gebouwen en overkappingen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden volgebouwd, tenzij ter plaatse een bebouwingspercentage of een maximaal bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;
  • c. wanneer op de verbeelding een maximum oppervlakte is aangegeven, mag deze oppervlakte niet worden overschreden;
  • d. wanneer op de verbeelding een goothoogte is aangegeven, mag deze niet worden overschreden;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mag ondergronds gebouwd worden in de vorm van een (half)ondergrondse parkeervoorziening.
21.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. voor zover op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven, mogen andere bouwwerken uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen en (verlichtings)masten   15 m  
verkeerstekens en beeldende kunstwerken   10 m  
luifels en ander straatmeubilair   4 m  
overkappingen met een open constructie   3 m  
verkeerstekens en beeldende kunstwerken   4 m  
ballenvangers op sportterreinen   10 m  
erf- en perceelsafscheidingen   2 m  

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

21.4 Afwijken van de bouwregels

21.4.1 Bijgebouwen buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 21.2.1 onder a en in sublid 21.2.2 onder a, voor het bouwen van bijgebouwen, andere bouwwerken alsmede een tribune buiten het bouwvlak, mits deze ten dienste staan van de bestemming en met dien verstande dat:

  • 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en andere bouwwerken niet meer bedraagt dan 200 m²;
  • 2. de gezamenlijke oppervlakte van de tribune niet meer bedraagt dan 250 m²;
  • 3. de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedraagt dan 4 meter;
  • 4. de bij gebouwen plat mogen worden afgedekt of met een dakhelling kleiner dan 45°;
  • 5. de hoogte van de tribune niet meer bedraagt dan 10 m.

21.5 Specifieke gebruiksregels

21.5.1 Verdeling maximum b.v.o;

Op gronden met de aanduiding 'programma - gemengd' mogen, uitsluitend daar waar de bestemming het toelaat, de volgende oppervlakten gerealiseerd worden voor het hoofdwinkelcentrum Vathorst:

  • 1. maximaal 14.000 m2 b.v.o. voor detailhandel;
  • 2. maximaal 2500 m² b.v.o. voor horeca van categorie a en/of horeca van categorie b;
  • 3. maximaal 2500 m² b.v.o. voor dienstverlening en overige commerciele voorzieningen,

met dien verstande dat binnen dit aanduidingsgebied het totale b.v.o. niet meer mag bedragen dan 18.000 m2.

21.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als woonruimte;
  • b. het gebruik van garageboxen voor bedrijfsmatige opslag en overige activiteiten met een bedrijfsmatig karakter.
21.6 Afwijken van de gebruiksregels

21.6.1 Maatschappelijke voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1, voor het toestaan van de volgende maatschappelijke voorzieningen: opvang, cultuur en verenigingsleven, mits,

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • b. mits er uit het oogpunt van milieu geen belemmeringen zijn;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.

21.6.2 Ondergeschikte detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1, voor het toelaten van detailhandel die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, die op het perceel dan wel in het gebouw wordt uitgeoefend, mits dit geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en het straat- en bebouwingsbeeld.

21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - te handhaven beplanting' (sg-thb) is het verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, het volgende uit te voeren:
    • 1. het vellen of rooien van de ter plaatse aanwezige houtopstanden;
    • 2. het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadingen van de houtopstanden tot gevolg kunnen hebben;
  • b. burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning als bedoeld in 21.7 onder a, indien door het werk of de werkzaamheden de landschappelijke waarde van de beplanting niet in onevenredige mate wordt aangetast, dan wel de mogelijkheden voor behoud, versterking en/of herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft, dat een vergunning redelijkheid niet kan worden geweigerd;
  • c. het bepaalde in lid 21.7 onder a is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden van geringe omvang gericht op, en noodzakelijk voor, de instandhouding van de te handhaven beplanting.