Plan: | Park Randenbroek e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00024-0301 |
De procedure voor vaststelling van een bestemmingsplan is door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven. Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot de vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan.
De Wet ruimtelijke ordening zelf bevat geen bepalingen omtrent inspraak. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen b.v. op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wijze bovenbedoelde personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken. Inspraak zal plaatsvinden volgens de in de “Rol van de Raad” opgenomen gevallen. In deze notitie wordt een driedeling gemaakt in soorten bestemmingsplannen; model 1, 2 en 3 plannen. Model 1 volgt in feite de wettelijk voorgeschreven behandeling met een zo kort mogelijke procedure, model 2 voegt hieraan een extra moment van kaderstelling door de raad toe en model 3 voorziet in de meest uitgebreide behandeling. Zoals is aangegeven in de startnotitie bestemmingsplan Park Randenbroek e.o. wordt voor dit bestemmingsplan de procedure behorende bij model 2 gevolgd. Model 2 wordt toegepast bij bestemmingsplannen voor grotere gebieden die geactualiseerd worden en/of urgente en belangrijke ontwikkelingen omvatten die niet passen binnen het geldende planologische regime. Deze kenmerken zijn van toepassing op dit bestemmingsplan.
Model 2 impliceert dat er geen afzonderlijke inspraakprocedure over het ontwerpbestemmingsplan zal plaatshebben. Een extra reden om geen afzonderlijke inspraakprocedure te houden is dat voor het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o., dat vertaald is in dit bestemmingsplan, al een participatietraject is gehouden. Alle mensen die betrokkenen zijn geweest bij de totstandkoming van de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. zoals belangengroepen en direct omwonenden en bewoners en huurders in het park zijn ook betrokken bij het opgestelde Inrichting- en beheerplan. Daarnaast zijn ook belangstellenden zoals inwoners van en bedrijven in Amersfoort hiertoe uitgenodigd.
De procedure behorende bij model 2 houdt in dat er direct een ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd, waarbij een ieder de mogelijkheid heeft een zienswijze over het plan in te dienen bij de gemeenteraad. De terinzagelegging en de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen worden gepubliceerd in de Stadsberichten van Amersfoort Nu, de digitale Staatscourant en op de gemeentelijke website. Volgens de Wro moet het bestemmingsplan niet alleen in papieren vorm worden gepubliceerd en ter inzage gelegd, maar ook digitaal via de gemeentelijke website en tevens via een daarvoor bestemde landelijke voorziening.
In de totstandkoming van de Structuurvisie Park Randenbroek e.o.is er uitgebreid
geparticipeerd. In deze visie zijn de kaders en randvoorwaarden voor de inrichting van het gebied vastgelegd. Daarbij staat de planning van de uitvoering van de maatregelen onder tijdsdruk door de voorwaarden van de subsidies. Juist omdat het een park voor de stad is, zijn ondanks de tijdsdruk belanghebbenden en belangstellenden in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven over het Inrichting- en beheerplan.
De maatregelen uit de Structuurvisie Park Randenbroek e.o., het Inrichting- en
beheerplan Park Randenbroek e.o. en dit bestemmingsplan hebben direct invloed op de woon- of werkomgeving van de bewoners of huurders in het park. Daarom is met deze partijen individueel overleg gevoerd hoe de maatregelen uitgevoerd kunnen worden. Bewoners van en huurders in de bovengenoemde deelgebieden zijn onder andere de stadsboerderij de Vosheuvel, de besturen van de AIJV, CJVV, AFC Quick en BSC Quick, de bewoners en gebruikers van de percelen in Park Randenbroek, de Dahliatuinvereniging Randenbroek, scouting Cay Noya, Stichting Waterlijn, Stichting Heiligenbergerbeekdal en BIJT. Om de kennis en betrokkenheid van de belangengroepen en direct omwonenden te gebruiken, zijn er ook met hen gesprekken gevoerd. De belangengroepen zijn onder andere Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort (SGLA), en Stichting Heiligerbergerbeekdeel, Belangenvereniging Ijsbaanterrein (BIJT), Amersfoortse Sport Federatie. Omdat Park Randenbroek een park voor de stad is, hebben ook belangstellenden zoals inwoners van en bedrijven in Amersfoort die niet in de deelgebieden zijn gevestigd, de mogelijkheid gekregen om deel te nemen in het proces van het opstellen van het inrichtings- en beheerplan. Tot slot is er overleg gevoerd met een aantal professionele partners zoals de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), provincie Utrecht, Stichting Utrechts Landschap en het Waterschap Vallei en Eem.
Het participatieproces voor het inrichting- en beheerplan voor park Randenbroek e.o. is op een innovatieve wijze vormgegeven, conform de nieuwe bestuurstijl van het college: open processen met behulp van Amersfoort 2.0. Naast de gebruikelijke participatiemethoden, zoals een informatiebijeenkomst en individuele gesprekken met belanghebbenden is er gebruik gemaakt van een digitaal platform www.parkrandenbroek.nl. Hier is de kracht van open processen benut door op internet een digitaal platform te creëren: de website www.parkrandenbroek.nl. Op
deze website zijn aan de hand van een digitale kaart van het gebied, elf inrichtingskwesties in het ontwerpproces als keuzes voorgelegd. Die inrichtingskwesties hadden onder andere betrekking op het sluiten van het park 's avonds, verlichting langs het fietspad langs de beek, wel of geen verhuizing van de Dahliatuin naar Metgensbleek, beeldentuin en vistrap etc.
De resultaten van het participatieproces geven duidelijkheid over hoe het Inrichtingen beheerplan moet worden vorm gegeven. Ook zijn de resultaten richtinggevend geweest voor de verdere besluitvorming over het definitieve ontwerp. De uitkomsten
van de stemming op het digitale platform zijn hieronder in een tabel opgenomen.
In het participatieproces zijn ook de bekende communicatiemiddelen ingezet, waardoor schriftelijk of mondeling een mening kon worden gegeven over het voorlopig ontwerp van het Inrichting- en beheerplan. Het plan is ter inzage gelegd in de Informatiewinkel. Er zijn in december 2010 en januari 2011 wandelingen in het park georganiseerd waar deelnemers met elkaar en de wethouder over de plannen van gedachten konden wisselen. Er is een inloopbijeenkomst over het voorlopig ontwerp van het gebied gehouden. Tijdens deze bijeenkomst heeft de gemeente informatie gegeven over verschillende onderdelen van dit ontwerp en vragen beantwoord. Ook
hebben belangstellenden en belanghebbenden hun mening kunnen geven over het
ontwerp. Zowel de peiling van de meningen via de website als tijdens de inloopbijeenkomst zijn richtinggevend geweest voor het definitief ontwerp.
De verschillende reacties worden hierna opgesomd, vergezeld van eventuele aanpassingen in het Inrichting- en beheerplan.
Algemene wijzigingen
Naar aanleiding van vragen op het digitaal platform en tijdens de inloopbijeenkomst zijn er in het gebied plekken aangewezen waar honden vrij mogen lopen, aangelijnd of niet mogen lopen. Er zijn verschillende reacties gekomen van mensen die hardlopen met de vraag of er voorzieningen voor hardlopers en sporters kunnen komen in het gebied, bijvoorbeeld routes met verschillende afstanden en eventueel sporttoestellen langs de wandelpaden. Dit verzoek wordt in de verdere uitwerking van het ontwerp meegnomen.
Park Randenbroek
Op het digitale platform is de vraag gesteld of het park s' avonds gesloten zou moeten worden om overlast te voorkomen. Uit de stemming bleek een voorkeur om het park s' avonds open te houden. Uit de stemming bleek verder een groot draagvlak voor de inrichting van het park. Ook voor een invulling van de villa met een horecafunctie gecombineerd met een culturele en/of woonfunctie en de inrichting van een beeldentuin is een groot draagvlak.
Metgensbleek
In de participatie is de keuze voorgelegd of de dahliavereniging op de locatie Metgensbleek of op het toekomstige Elisabethterrein geplaatst zou moeten worden. Uit de stemming kwam nadrukkelijk een voorkeur voor de dahliatuin op Metgensbleek naar voren. In de discussie op het digitaal platform kwam ook de wens naar voren voor meer begroeiing en kleur in het voorjaar. Deze wens wordt ingevuld met de aanplant van fruitbomen of kleurrijke heesters.
Tevens werd gevraagd of de dahliatuin openbaar toegankelijk zou worden. Met de dahliavereniging is afgesproken dat de tuin openbaar toegankelijk wordt onder hun huisregels. Ook de cultuurhistorische ruimtelijke indeling wordt teruggebracht in de tuin.
Heiligenbergerbeek
In grote meerderheid wordt verlichting van de fietspaden langs de beek afgewezen. Deze wens is gerespecteerd. Inmiddels is in verband met een door de raad op 24 januari 2012 aangenomen amendement vastgelegd dat o.a. geen fietspaden worden aangelegd langs de beek.
De aanleg van een vistrap in de beek ter hoogte van de stuw werd bijna unaniem gesteund.
Sportstrook
De ambitie om de sportstrook landschappelijk bij het oostelijk deel van het park te betrekken door het planten van hagen en bomen kreeg veel steun. Het ijsbaanterrein is op verzoek van de AIJV en de Belangenvereniging IJsbaanterrein circa 9 meter opgeschoven richting de beek. De hekken en hagen rondom het terrein zijn verhoogd tot 1.40m. De AIJV huurt het terrein van de gemeente. Met de AIJV is afgesproken dat de combibaan toegankelijk wordt voor kaarthouders. De vereniging zal huisregels opstellen voor de openbare toegankelijkheid van de combibaan in de zomer (tot het tijdstip waarop de vereniging gaat trainen). Ook de natuurijsbaan is in de zomer openbaar toegankelijk, met inachtneming van de huisregels van AIJV.
Met CJVV is overeenstemming over de inrichting van hun terrein en de voetbalvelden. CJVV krijgt er twee kunstgrasvelden erbij. De uitbreiding van de clubaccommodatie wordt in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
De gesprekken met BSC Quick en de KNBSB hebben er toe geleid dat er een volwaardig honkbalveld en twee volwaardige softbalvelden worden aangelegd. Het honkbalveld en het eerste softbalveld krijgen verlichting. De oorspronkelijk gedachte kleedaccommodatie bij het tweede softbalveld komt te vervallen. Er worden extra hekken geplaatst in verband met de veiligheid van mensen buiten het veld. Misgeslagen ballen zijn gevaarlijk voor wandelaars of fietsers.
AFC Quick heeft tijdens de inloopbijeenkomst en in gesprekken aangegeven dat ze willen afzien van het vijfde veld ten noorden van BSC Quick, als ze vier volwaardige voetbalvelden krijgen. Twee van deze velden worden kunstgrasveld.
Het Besluit ruimtelijke ordening geeft in artikel 3.1.1. aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het kader van het vooroverleg is het conceptontwerpbestemmingsplan voorgelegd aan de navolgende instanties: de provincie Utrecht, Rijkswaterstaat, de VROM-inspectie, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Natuur- en Milieufederatie Utrecht, het Waterschap Vallei en Eem, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de Stichting het Utrechts Landschap, de Brandweer, de WAC voor de woningbouw, Gemeente Leusden, Fietsersbond afdeling Amersfoort, het Servicebureau Gemeenten, het Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort, de Alliantie Eemvallei, de Stichting Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort en de Amersfoortse Sportfederatie. Het conceptontwerpbestemmingsplan is op 19 januari 2011 aan de hiervoor genoemde instanties toegestuurd. Tot 19 februari 2011 bestond de gelegenheid om op het plan te reageren.
Van de in hoofdstuk 7.3.3. genoemde instanties zijn geen reacties ontvangen van Rijkswaterstaat, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Natuur- en Milieufederatie Utrecht, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de WAC voor de woningbouw, de Gemeente Leusden, het Gehandicapten en Patiënten Platform Amersfoort en de Alliantie Eemvallei. De reacties uit het vooroverleg van de overige instanties worden hierna samengevat en van gemeentelijk commentaar voorzien.
Reactie van de Brandweer Veiligheidsregio Utrecht
De brandweer deelt de conclusie uit de toelichting van het bestemmingsplan, dat het aspect externe veiligheid (in het bijzonder het transport van gevaarlijke stoffen over de A28 en de aanwezigheid van een hogedruk aardgastransportleiding in de nabijheid van het plangebied) geen beperkingen oplevert voor de in het bestemmingsplan geregelde ontwikkelingen.
Verder wordt geadviseerd in het bestemmingsplan regels op te nemen over de bereikbaarheid voor brandweervoertuigen en bluswatervoorzieningen van de woningen en rijksmonumenten in het plangebied. Een gebouw dient tot minimaal 40 m benaderbaar te zijn voor blusvoertuig. Daarbij wordt verwezen naar de handleiding 'Bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid' van de NVBR (september 2003). De in de toelichting van het bestemmingsplan beschreven doelstelling om auto's zo veel mogelijk uit het park te weren kan volgens de Brandweer conflicteren met de bereikbaarheid voor blusvoertuigen.
Antwoord gemeente
Ten opzichte van de huidige situatie zal de toegankelijkheid van het plangebied sterk
verbeteren. Dit is ook een van de belangrijkste doelstellingen uit de Structuurvisie
Park Randenbroek e.o. en het Inrichting- en beheerplan voor het gebied. De
verbeterde toegankelijkheid komt onder andere tot uitdrukking in het verbeteren van
het netwerk van wandelpaden en het toevoegen van een aantal fietspaden aan het
gebied.
Weliswaar is het streven om zo veel mogelijk auto's uit het park te weren, maar dat
betekent niet dat de functies in het park niet met de auto bereikbaar zijn. De
bewoners en gebruikers kunnen de gebouwen per auto bereiken. De route heeft een
breedte van tenminste 3 m en is daarmee ook door een blusvoertuig te gebruiken. Dit
geldt ook voor de hoofdfietsroute tussen de Ganskuil en de Haydnstraat.
Het uitgangspunt om in het park droge landnatuur te behouden en te versterken en bestaande landgoedbossen te verbinden leidt tot een verhoogde kans op natuurbrand. Dat geldt met name voor de droge periodes. Om die risico's te beperken moeten maatregelen in het bestemmingsplan worden opgenomen, zoals een gedegen onderhoud van de vegetatie, het beperken van dichte begroeiing en een goede bereikbaarheid van het park voor brandweervoertuigen. De minimale rijbaanbreedte moet tenminste 3 m zijn met een obstakelvrije ruimte langs de kanten van de weg.
Antwoord gemeente
De door de brandweer voorgestelde maatregelen zullen worden betrokken bij het
bepalen van de inrichting van het gebied in het kader van de vaststelling van het
definitieve Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. Maatregelen, zoals
onderhoud en het beperken van dichte begroeiing worden niet in het bestemmingsplan
geregeld.
Reactie van de Provincie Utrecht
In het voorontwerpbestemmingsplan zijn de provinciale ruimtelijke belangen op een correcte wijze meegewogen. In het streekplan is de in het gebied gelegen beek als ecologische verbindingszone aangewezen. De beek ligt daarmee binnen de groene contour. De beek ligt eveneens binnen de rode contour. De onderzoeken geven aan dat de ecologische verbindingszone voldoende kan functioneren mits een aantal mitigerende maatregelen worden genomen. De gemeente zal die maatregelen ook treffen. De invulling van het plan is onder andere bepaald in het samenwerkingsproject tussen de gemeente en de provincie, dat betrekking heeft op de groen blauwe slinger rondom Amersfoort. In dit kader zijn de provinciale ruimtelijke belangen al meegewogen.
In een aanvullende reactie beveelt de provincie nog aan om een defintieve ecologische toets te verrichten aan de hand van het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o.
Antwoord gemeente
Zoals de provincie aangeeft zullen de in het onderzoek ("Ecologisch onderzoek
Randenbroek Amersfoort" dd. 23 februari 2009) genoemde mitigerende maatregelen
worden getroffen. Nieuwe fietspaden worden zo ver als mogelijk van de beek
aangelegd. Op verschillende plaatsen wordt het bestaande wandelpad verplaatst,
waardoor een grotere afstand tot de beek ontstaat. Het gebied tussen de beek en de
fiets- en wandelpaden krijgt een groene op de ecologische diversiteit afgestemde
inrichting. Daarbij wordt aangesloten op de voor het gebied vastgestelde
'natuurdoeltypes'. Voor de Heiligenbergerbeek en Vosheuvelbeek gelden de
natuurdoelen 'moeras' en 'vochtig hooiland' en verder 'nat schraalland' en 'hakhout en
middenbos'. Een uitgebreidere beschrijving van de natuurdoelen is te vinden in het
Inrichting- en beheerplan park Randenbroek e.o. Deze doelen zijn overgenomen uit het
door de provincie opgestelde Natuurbeheerplan 2011 en de Inrichtingsvisie
Heiligenbergerbeek, Heigraaf en Oude Lunterse Beek, opgesteld door de Provincies
Utrecht en Gelderland en het Waterschap Vallei en Eem (2008). Tenslotte worden de
fietspaden langs de beek niet verlicht.
De mitigerende maatregelen alsmede het noodzakelijke beheer en toezicht zijn
opgenomen in het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. In het
bestemmingsplan wordt aangegeven dat de gebieden met inachtneming van het
Inrichting- en beheerplan worden ingericht.
Conform de aanbeveling van de provincie is door Ecogroen advies een actualisatie van de ehs-toets voor het plangebied gemaakt "("Actualisatie van de EHS-toets ten behoeve van de herinrichting Park Randenbroek, Amersfoort dd. 4 mei 2011"). In de rapportage wordt geconcludeerd dat de maatregelen in het Inrichting- en beheerplan ten opzichte van de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. niet leiden tot een andere conclusie ten aanzien van het EHS-beleid. In zijn totaliteit kan gesteld worden dat door het natuurvriendelijk inrichten van de oevers van de beek, de realisatie van broekbos, moeras en bloemrijk nat schraalland, het aanleggen van geïsoleerde beekarmen langs de beek en het nemen van een aantal specifieke maatregelen voor soorten, de functie van de ecologische verbindingszone aanzienlijk wordt versterkt. Daarnaast zijn in het Inrichting- en beheerplan maatregelen vastgelegd die verstoring door licht, geluid en recreatieve uitloop beperken tot een minimum. Geconcludeerd wordt dan ook dat als gevolg van de plannen, zoals deze zijn weergegeven in het Inrichting- en beheerplan, geen negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS zullen optreden. De ontwikkelingen binnen het gebied Randenbroek zullen juist een versterking van de verbindingsfunctie van de EVZ Heiligenbergerbeek tot gevolg hebben.
Reactie van de Fietsersbond Amersfoort
De Fietsersbond onderschrijft het uitgangspunt dat het plangebied meer toegankelijk moet worden om de cohesie tussen de verschillende delen van het gebied en de omliggende wijken te vergroten.
Met de aanleg van nieuwe fietspaden wordt het gebied voor de voetgangers minder veilig, zeker waar fiets- en voetpad elkaar kruisen. Daarom moet de noordelijke oost-west fietsverbinding over de oprijlaan naar het grote huis niet doorgetrokken worden over het bruggetje. Waar fiets- en wandelpaden elkaar verder kruisen, moet extra aandacht worden geschonken aan het veilig maken van die plekken. Verder mogen fietspaden niet worden gebruikt door brommers of snorfietsen.
Antwoord gemeente
Met het doortrekken van de noordelijke oost-west fietsverbinding over het bruggetje
wordt de relatie van het park met de omgeving (verder) versterkt en verbetert de
toegankelijkheid en bereikbaarheid van de functies in en bij het park (sport, villa,
scouting etc). Dit is een van de belangrijke doelstellingen uit de Structuurvisie Park
Randenbroek e.o. De fietsverbinding biedt ook een veilige route door en in het gebied.
Het niet doortrekken van de fietsverbinding doet afbreuk aan die doelstelling. In de
verdere uitwerking wordt aandacht gegeven aan een zorgvuldige vormgeving van
kruisingen van fiets- en voetpaden.
In het gebied worden maatregelen genomen om te voorkomen dat de paden worden
gebruikt door brommers en snorfietsen. Dat is mogelijk door het plaatsen van borden
die het gebruik van de paden door brommers en snorfietsen verbiedt. De fietspaden in
het gebied worden met een verkeersbesluit aangewezen als 'onverplicht fietspad'.
Omdat daarmee de toegankelijk van fietsers wordt belemmerd zullen geen aanvullende
fysieke maatregelen, zoals bijvoorbeeld sluisjes, worden getroffen.
De Fietsersbond meent voorts dat vanwege natuurbelangen de fietspaden in het groene gebied onverlicht moeten blijven.
Antwoord gemeente
Ook uit de peiling via het digitale platform www.parkrandenbroek.nl van de meningen
over de toekomstige inrichting van het plangebied is naar voren gekomen, dat een
meerderheid van de deelnemers tegen het verlichten van de fietspaden is. Daarom is
besloten dat de fietspaden ter voorkoming van negatieve effecten op de fauna
onverlicht blijven, met uitzondering van het utilitaire fietspad tussen de Ganskuil en de
Haydnstraat en in het park de hoofdlaan c.q. de aftakkingsroute van de hoofdlaan
t.b.v. de bewoners en gebruikers van de gebouwen in dat gebied.
Reactie van Stichting Het Utrechts Landschap
Het Utrechts Landschap vindt dat met de voorgestelde plannen (Inrichting- en beheerplan en bestemmingsplan) grote winst wordt behaald op de terreinen van cultuurhistorie, beeldkwaliteit, natuur en recreatie.
Een punt van aandacht is de toegenomen spanning tussen niet-openbare terreinen en de recreatieve benuttingsmogelijkheden van de westoever van het beekdal. De openbare toegang tot de terreinen aan de westzijde draagt bij aan een verdere recreatieve benutting van het plangebied. Nog onzeker is of de woningen op de zwembadlocatie in openbaar groen komen te liggen. Een niet-openbare combibaan op het ijsbaanterrein blokkeert wandelmogelijkheden en de volkstuinen blokkeren de meest waarschijnlijke toekomstige wandelverbinding voorbij de A28. In het kader van de planstudie Knooppunt Hoevelaken ligt er een kans om een recreatieve aansluiting (onderlangs of bovenlangs de A28) naar het buitengebied van Leusden te maken. Die aansluiting wordt in het bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Gevraagd wordt om de mogelijkheden voor een dergelijke verbinding alsnog via een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan op te nemen. Omdat in combinatie met de volkstuinen en ruimte op de westoever ook de gronden ter plaatse van de caravanstalling en het hoveniersbedrijf nodig zijn om een recreatieve en ecologische verbinding voorbij de A28 tot stand te brengen, wordt gevraagd ook voor de laatstgenoemde gronden in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van de gewenste functiewijziging op te nemen.
Antwoord gemeente
De woningbouw op de zwembadlocatie is vastgelegd in het nieuwe bestemmingsplan.
Voor de inrichting van het gebied wordt een nadere uitwerking gemaakt. Het resterende
gebied van de zwembadlocatie krijgt een groene bestemming. Daarin is o.a. ruimte
voor het te verplaatsen verharde speelveld en wandelpaden. Het groene gebied krijgt
een openbare functie. Ter plaats wordt uitgegaan van het behoud en de versterking van
de bijzondere bomen, een zichtlijn vanaf het kruispunt Vermeerstraat-Bisschopsweg in
de richting van Park Randenbroek en een ecologische inrichting van de oevers van de
beek. Ook het terrein van de combibaan en de natuurijsbaan is, met achtneming van
de in de huurovereenkomst met de vereniging overeen te komen afspraken, openbaar
toegankelijk. Ten opzichte van de bestaande situatie is er in de nieuwe situatie sprake
van een substantiële vermindering van de bebouwde oppervlakte en verharding op de
zwembadlocatie.
In de plannen zijn goede doorgaande wandel- en fietspaden opgenomen. Om een
directe wandelverbinding langs de beek naar het Lockhorsterbos aan de andere zijde
van de A28 mogelijk te maken wordt gevraagd om delen van het plangebied te
voorzien van een wijzigingsbevoegdheid om op termijn de bestemming te wijzigen ten
gunste van een recreatieve verbinding. In de Structuurvisie Park Randenbroek e.o.
wordt het belang van het verbeteren van de aansluiting met Leusden wanneer de A28
wordt verbreed, onderkend. Dit belang is ook door de gemeente naar voren gebracht
bij de initiatiefnemers van de A28-maatregelen. Die maatregelen zijn echter pas op de
langere termijn voorzien.
De resultaten van de planstudie Knooppunt Hoevelaken zijn nog niet bekend. Daarmee
is nog geen zicht op de daarbij behorende maatregelen en voorzieningen, is de
financiële haalbaarheid niet duidelijk en is evenmin duidelijk of en welke gronden in het
plangebied daarbij zijn betrokken. Daarom is er voor gekozen om de bestaande
situatie van de desbetreffende gronden in het bestemmingsplan vast te leggen. Het
opnemen van een wijzigingsbevoegdheid impliceert dat in voldoende mate inzicht wordt
geboden in de toekomstige ontwikkeling. Dit vloeit voort uit het
rechtszekerheidbeginsel. Dat inzicht kan op dit moment nog niet worden geboden,
zowel op het punt van de mogelijkheden om recreatieve en ecologische verbindingen
tot stand te brengen als ten aanzien van de gevolgen voor de rest van de functies in
het plangebied. Dat alles dient te zijner tijd nader en integraal te worden afgewogen.
Als daarvoor wijzigingen van het bestemmingsplan nodig zijn zal een (partiële)
herziening van het bestemmingsplan worden gemaakt. Een wijzigingsbevoegdheid is
bovendien niet het aangewezen juridische instrument om belangrijke punten van een
bestemmingsplan te herzien en verder moet reeds bij het ontwerpen van een
wijzigingsconstructie worden onderzocht of de gecreëerde mogelijkheden passen
binnen een goede ruimtelijke ordening. Daarvoor is op dit moment nog geen c.q.
onvoldoende informatie beschikbaar.
Reactie van de het Servicebureau Gemeenten
Door het Servicebureau Gemeenten is met name hoofdstuk 5 (Milieu-aspecten) van de toelichting bij het bestemmingsplan beoordeeld. In dit hoofdstuk worden op verschillende plaatsen voorstellen gedaan voor tekstwijzigingen en -aanvullingen.
Antwoord gemeente
De voorgestelde tekstaanpassingen zijn verwerkt in de toelichting bij het
bestemmingsplan. Deze hebben met name betrekking op het actueel maken van de
tekst over het voor het bestemmingsplan relevante milieubeleid.
Reactie van de Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort
De SGLA is verheugd met de komst van het nieuwe bestemmingsplan, dat een kwaliteitsimpuls geeft voor een groot groengebied in Amersfoort-Zuid. Het proces met betrekking tot de totstandkoming van het Inrichting- en beheerplan en het gebruik daarbij van internet is goed verlopen met dien verstande dat de veiligheid van de gemeentelijke website niet helemaal goed is gebleken. Daarom moet met terughoudendheid worden gekeken naar de resultaten van de stemmingen.
Antwoord gemeente
De resultaten van het internet-participatieproces geven duidelijkheid over hoe het definitieve Inrichting- en beheerplan vorm moet worden gegeven. De resultaten zijn richtinggevend voor de verdere besluitvorming over het definitieve ontwerp en het bestemmingsplan. Vanaf 8 december 2010 tot en met 30 januari 2011 kon via het digitale platform www.parkrandenbroek.nl worden gestemd. Het is bekend, dat na sluitingstijd van de stemming, op 31 januari 2011, er in een korte tijd nog uitzonderlijk veel stemmen (circa 2000) uitgebracht werden tegen de aanleg van de skeelerbaan (onderdeel 11 op het digitale platform). Alleen de stemmen die zijn uitgebracht voor 30 januari 24.00 uur zijn meegeteld in de uitslag. De website is geblokkeerd en de back-up van de uitslag teruggezet op het platform. Deze stemmen hebben geen invloed op de uitslag omdat ze niet meer zijn meegeteld. Daarna zijn alle uitgebrachte stemmen nogmaals op IP-adres gescreend en alle dubbele IP -adressen verwijderd. De uitslag van de stemming is na deze correctie niet significant veranderd.
De uitkomsten van de stemming op het digitale platform zijn in deze toelichting opgenomen.
De regeling in het bestemmingsplan voor de Heiligenbergerbeek is goed. Daarin komt voldoende het belang van de beek als ecologische drager van het gebied tot uitdrukking. Het is wel van belang dat de beek bevaarbaar blijft voor de Waterlijn.
Antwoord gemeente
De beek blijft bevaarbaar voor de Waterlijn.
Er komen veel fietspaden in het park. Deze moeten wel zodanig worden aangelegd dat het gebruik daarvan door brommers en scooters wordt voorkomen. Ook moet voorkomen worden dat het geen doorgaande fietsroute wordt (toegangshekjes). Vanwege de effecten op flora en fauna wordt verlichting van de fietspaden afgewezen. Tenslotte moeten fiets- en wandelpaden direct langs de EVZ Heiligenbergerbeek worden vermeden. Daarbij wordt verwezen naar het uit 2009 daterende ecologische onderzoek voor het plangebied.
Antwoord gemeente
In het gebied worden maatregelen genomen om te voorkomen dat de paden worden
gebruikt door brommers en snorfietsen. Dat is mogelijk door het plaatsen van borden
die het gebruik van de paden door brommers en snorfietsen verbiedt. De fietspaden in
het gebied worden met een verkeersbesluit aangewezen als 'onverplicht fietspad'.
Omdat daarmee de toegankelijk van fietsers wordt belemmerd zullen geen aanvullende
fysieke maatregelen op de fietspaden, zoals bijvoorbeeld sluisjes, worden getroffen. In
het beheerplan voor het gebied zullen ook middelen worden vrij gemaakt om toezicht
in het gebied te houden en waar nodig te handhaven.
Ook uit de peiling via de website van de meningen over de toekomstige inrichting van
het plangebied is naar voren gekomen, dat een meerderheid van de deelnemers tegen
het verlichten van de fietspaden is. Daarom is besloten dat de fietspaden ter
voorkoming van negatieve effecten op de fauna onverlicht blijven, met uitzondering van
het utilitaire fietspad op de Elisabethlocatie en de hoofdlaan c.q. de aftakkingsroute
van de hoofdlaan t.b.v. de bewoners en gebruikers van de gebouwen in het park.
Fiets- en wandelpaden in het gebied, ook langs de beek, dragen bij aan een
verbetering van de toegankelijkheid en beleefbaarheid van het plangebied. Ze
verbinden de voorzieningen in het park en vormen tevens een recreatieve groene
verbinding van het park met de omgeving (stad en Nimmerdor) en de groengebieden in
de stad. Dit zijn ook belangrijke doelstellingen uit de Structuurvisie Park Randenbroek
e.o. De in het plangebied voorgestelde maatregelen, waaronder de geplande fiets- en
wandelpaden, vormen geen aantasting van de ecologische verbindingszone. Dat blijkt
mede uit het uit 2009 daterende rapport van Ecogroen advies. Daarin wordt
geconcludeerd, dat met de voorziene herinrichting van het gehele beekdal de
ecologische hoofdstructuur niet wordt aangetast maar juist wordt versterkt. De in dat
rapport genoemde mitigerende maatregelen zullen worden getroffen. Nieuwe fietspaden
worden zo ver als mogelijk van de beek aangelegd. Op verschillende plaatsen wordt
het bestaande wandelpad verplaatst, waardoor een grotere afstand tot de beek
ontstaat. Het gebied tussen de beek en de fiets- en wandelpaden krijgt een groene op
de ecologische diversiteit afgestemde inrichting. Daarbij wordt aangesloten op de voor
het gebied vastgestelde 'natuurdoeltypes'. Voor de Heiligenbergerbeek en
Vosheuvelbeek gelden de natuurdoelen 'moeras' en 'vochtig hooiland' en verder 'nat
schraalland' en 'hakhout en middenbos'. Een uitgebreidere beschrijving van de
natuurdoelen is te vinden in het Inrichting- en beheerplan park Randenbroek e.o. Deze
doelen zijn overgenomen uit het door de provincie opgestelde Natuurbeheerplan 2011
en de Inrichtingsvisie Heiligenbergerbeek, Heigraaf en Oude Lunterse Beek, opgesteld
door de Provincies Utrecht en Gelderland en het Waterschap Vallei en Eem (2008).
De mitigerende maatregelen alsmede het noodzakelijke beheer en toezicht zijn
opgenomen in het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. In het
bestemmingsplan wordt aangegeven dat de gebieden met inachtneming van het
Inrichting- en beheerplan worden ingericht.
Bij de inrichtingsmaatregelen in het park wordt teruggegrepen op het oorspronkelijke ontwerp. Dat wordt gewaardeerd maar er dient ook rekening te worden gehouden met waardevolle "nieuwe elementen" in het park. Daarbij is het van belang gebruik te maken van de kennis van de bewoners ter plaatse. Nieuwe gebouwen bij de entrees van het park worden afgewezen.
Antwoord gemeente
Een belangrijk uitgangspunt bij de opstelling van het Inrichting- en beheerplan en het
bestemmingsplan is het versterken van de cultuurhistorische kwaliteiten en met name
de cultuurhistorische betekenis van het park, Huize Randenbroek en het beekdal. Het
onderzoek naar de cultuurhistorische waarden (Oldenburger Historische tuinen 2010)
van het Park Randenbroek is ook een belangrijke onderlegger geweest voor het
maken van het Inrichting- en beheerplan. Ook met 'nieuwe elementen' in het gebied
wordt rekening gehouden. Zo wordt met de voormalige moestuin een vrij nieuw element
gerenoveerd en versterkt.
Behoudens een gebouwde voorziening in Metgensbleek ten behoeve van de dahliatuin (in het verleden heeft op deze plek een washuisje gestaan) komen er geen nieuwe gebouwen bij de entrees van het park.
De toekomstige inrichting van Metgensbleek moet worden afgestemd op de historische bleekvelden. De Dahliatuin kan daarmee worden gehandhaafd op de huidige plek. Verder moet er geen parkeerterrein bij Metgensbleek komen. Beter is het om de bestaande parkeerlocatie naast het ziekenhuis te handhaven. Met deze maatregelen is een forse kostenbesparing mogelijk. De daarmee vrijkomende middelen kunnen worden gebruik voor de groene inrichting van de Elisabethlocatie.
Antwoord gemeente
In de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. is vastgelegd, dat Metgensbleek een
aantrekkelijke nieuwe locatie is voor de Dahliatuin. Vanwege de geplande woningbouw
op de zwembadlocatie is de inpassing op deze plek van de Dahliatuin moeilijk. Dat
heeft te maken met het feit dat ter plaatse ook het speelveldje moet worden ingepast,
de beek ecologisch wordt ingericht, er nieuwe wandelpaden komen en de monumentale
bomen en gymzaal moeten worden gehandhaafd. Handhaving van de Dahliatuin op de
zwembadlocatie verdraagt zich bovendien niet met de doelstelling om van het groene
gedeelte van de zwembadlocatie een aantrekkelijk, openbaar en parkachtig gebied te
maken. Ook overigens is Metgensbleek een goede plek voor de Dahliatuin. Deze
voorziening komt vlak bij de nieuwe entree van het park met een centraal gelegen
parkeerterrein voor alle bezoekers van het park. Dat maakt een gecombineerd
parkeergebruik met de gebruikers en bezoekers van de Dahliatuin mogelijk. Tussen
de moestuin en de dahliatuin zal synergie ontstaan.
Metgensbleek is een kenmerkend parkelement uit het verleden van Randenbroek. Met
name de open ruimte en ruimtelijke driedeling met omliggende sloten is karakteristiek.
Deze elementen zijn leidend bij de inrichting en zijn te combineren met een
tuinencomplex Bij de inrichting wordt gedacht aan planten die in deze tijd veel
belangstelling trekken, zoals dahlia's. Als verwijzing naar de kweek van vruchtbomen
door Jacob van Campen zullen ook fruitrassen op Metgensbleek worden aangelegd.
Die suggestie is ook gedaan in het onderzoek van Oldenburgers Historische Tuinen
Amsterdam, 2010 ("Park Randenbroek, Cultuurhistorische Inzichten en Richtlijnen).
Het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. zal hierop worden aangepast.
Met de Dahliavereniging zullen verder nadere afspraken worden gemaakt over de
openbaarheid van de tuin in Metgensbleek.
De parkeerlocatie naast het ziekenhuis verdwijnt. Deze voorziening is niet nodig om in
de parkeerbehoefte voor de functies in het plangebied te voorzien. Dat maakt het
mogelijk om op deze plek en op een deel van het aangrenzende terrein een
groengebied te maken. Daarmee vergroten we de kwaliteit ten westen van de beek en
ontstaat een betere aansluiting van de westelijke en de oostelijke beekoever. Een
belangrijk uitgangspunt in de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. is ook om langs
de beek een zo breed mogelijke parkzone te creëren. Het toevoegen van park met
een speel- en ligweide op deze plek heeft ook voor de bewoners en met name de
bewoners van de Ganskuijl een belangrijke functie. Hier is grote behoefte aan groen
en aan speel- en ontmoetingsplekken.
Het parkeerterrein bij Metgensbleek is ter vervanging van de huidige
parkeergelegenheid bij de entree aan de Heiligenbergerweg. De eerstgenoemde
parkeergelegenheid dient ten behoeve van het park, de functies in het park en de
dahliatuin. De parkeerplaatsen bij het ziekenhuis zijn hiervoor geen alternatief.
Het ijsbaanterrein dient openbaar toegankelijk te blijven. Met de voorgestelde regeling in het conceptontwerpbestemmingsplan is het gebied niet langer bruikbaar als trap- en speelveld en verdwijnt de openbare toegankelijkheid. Een skeelerbaan met een lengte van 400 m is bovendien in strijd met de structuurvisie. Het is beter om de combibaan te vestigen op een verderop gelegen honkbalveld. Voor deze variant (variant S3 van de ASF) is een breed draagvlak en het biedt een beter perspectief voor de inrichting van de hele sportstrook.
Antwoord gemeente
Het ijsbaanterrein blijft openbaar toegankelijk. De natuurijsbaan en de skeelerbaan
kunnen in de zomer overdag worden gebruikt door bewoners of scholen in de buurt. De
skeelerbaan staat voor de avonduren open voor leden/kaarthouders van de vereniging.
Over de openbare toegankelijkheid van de skeelerbaan zal door de vereniging
huisregels worden opgesteld en worden met de beheerder afspraken gemaakt in de
verhuurovereenkomst.
De inrichting van het gebied is in overeenstemming met de Structuurvisie Park
Randenbroek. In de structuurvisie staat als kader voor het ijsbaanterrein: "Het
ijsbaanterrein is bij uitstek geschikt voor een multifunctionele, recreatieve functie voor
heel Amersfoort. Deze functie kan nog worden versterkt door hier conform het voorstel
van de ijsbaanverenging een combinatiebaan aan te leggen.
In het verleden is onderzoek gedaan naar de mogelijke verplaatsing van de ijs- en
skeelerbaan naar het voormalige veld van VV VOP. Bij vaststelling van de
Structuurvisie Park Randenbroek e.o. in 2009 is dat door de raad afgewezen. Destijds
is geoordeeld, dat dit het smalste deel van het parkgebied is. De ijs- en skeelerbaan
zouden fysiek tegen de beek aan komen te liggen. Dit conflicteert met het de ambitie
om de beek juist meer ruimte te geven. Vanuit de ruimtelijke structuur is de wens om
juist op deze plaats meer ruimte te maken van natuur en recreatie o.a. ten behoeve
van de Ganskuil. Verplaatsing van de ijsbaan naar deze plek leidt bovendien tot
aanzienlijke kostenverhogingen, waarvoor geen middelen beschikbaar zijn. Deze
overwegingen zijn nog onverkort van kracht.
De groene bestemming en inrichting van de Elisabethlocatie is een goede zaak. Er wordt op aangedrongen om de schoorsteen van het ziekenhuis te handhaven en de omgeving ervan in te richten als barbecue- en ontmoetingsplaats.
Antwoord gemeente
De Elisabethlocatie krijgt ter uitvoering van het Coalitieakkoord 2010-2014 een groene
bestemming in de vorm van een in te richten en beheren stadspark. De definitieve
inrichting van het gebied wordt nog nader bepaald in overleg met alle betrokkenen. In
dat kader zal ook een besluit worden genomen over een eventuele toekomstige andere
functie van het gebied met de schoorsteen en het ketelhuis. In het voorliggende
bestemmingsplan wordt daarom uitgegaan van een passende bestemming van deze
gronden, waarbij een toekomstige functie ondersteunend moet zijn aan de centrale
doelstelling van het gebied volgens de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. Daarbij
wordt primair gedacht aan een aan natuur, cultuur en recreatie gerelateerde
gebruiksvorm. De bestemming van de gronden heeft daarom in het bestemmingsplan
een gemengd karakter gekregen. Inmiddels is ook een verzoek van de Stichting
Industrieel Erfgoed in de stad Amersfoort (Siesta) ingekomen om de schoorsteen en
het ketelhuis aan te wijzen als gemeentelijk monument. Dat zal worden overwogen
nadat in overleg de definitieve inrichting van het gebied is vastgesteld en de plaats en
bestemming daarin van de gronden ter plaatse van de schoorsteen en het ketelhuis.
In het bestemmingsplan zal het gebied worden bestemd voor maatschappelijke
voorzieningen (sociale en sociaal-culturele voorzieningen), cultuur en ontspanning
(zoals bijvoorbeeld een atelier, een creativiteitscentrum, een museum, een
(muziek-)theater, een ontmoetingsplek, horeca en groen.
Er bestaat begrip voor de aanwijzing van de zwembadlocatie voor woningbouw. De inrichting van het terrein met woningbouw moet wel worden afgestemd op de hoogte en soort woningen in de aangrenzende wijken. Hoogbouw heeft een verstorende uitwerking op de omgeving. Ter voorkoming van planschade als gevolg van woningbouw op de zwembadlocatie is het raadzaam om vooraf de staat van de bebouwing in de aangrenzende wijken in kaart te brengen. De resultaten daarvan moeten worden opgenomen in de economische uitvoerbaarheidsparagraaf van het bestemmingsplan.
Antwoord gemeente
In het bestemmingsplan is de regeling voor de woningen op de zwembadlocatie en in
het bijzonder de bouwhoogte daarvan afgestemd op de Structuurvisie Park
Randenbroek e.o. Daarin is vastgelegd, dat het aantal bouwlagen exclusief parkeren
maximaal 5 mag bedragen.
Eventuele schade als gevolg van feitelijke bouwwerkzaamheden staat los van het bestemmingsplan.
Tenslotte wordt geadviseerd om de Amersfoortse afdeling van de Bomenstichting intensief te betrekken bij het op te stellen beheerplan voor het gebied.
Antwoord gemeente
De voorstellen voor het beheerplan zullen breed worden gecommuniceerd.
Reactie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu / de VROM-inspectie
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu c.q. de VROM-inspectie beoordeelt bestemmingsplannen indien er in dat plan nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB,TK 2007-2008,31500-1) aan de orde zijn of sprake is van strijd met nationaal beleid. Daarvan is in het voorliggende geval geen sprake. Het bestemmingsplan geeft de betrokken rijksdiensten dan ook geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op die nationale belangen.
Antwoord gemeente
Van de reactie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu c.q. de VROM-inspectie
wordt kennis genomen.
Reactie van het Waterschap Vallei en Eem
In hoofdstuk 3 van de toelichting bij het bestemmingsplan ontbreekt informatie over de Kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn is mede kader voor het bestemmingsplan. Gevraagd wordt om hieraan alsnog aandacht in de toelichting te besteden.
Antwoord gemeente
Informatie over de Europese Kaderrichtlijn Water is opgenomen in hoofdstuk 5 van de
toelichting. Naar aanleiding van de reactie van het Waterschap Vallei en Eem zijn
nadrukkelijker de doelstellingen van de Kaderrichtlijn in de toelichting vermeld en is
aangegeven wat het specifieke belang van deze richtlijn is voor het bestemmingsplan.
In de toelichting is de navolgende tekst toegevoegd: "De Heiligenbergerbeek is
aangewezen als waterlichaam in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW). De
Heiligenbergerbeek behoort volgens de beoordelingssystematiek van de KRW tot het
type 'langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand' (R5) met de status 'sterk
veranderde beek'. Dit betekent dat er in het verleden onomkeerbare ingrepen hebben
plaatsgevonden, waardoor niet meer kan worden teruggekeerd naar een geheel
natuurlijk systeem.
Het water heeft weinig stroming. In de zomer kan de beek zelfs geheel stagnant
worden. Op basis van de KRW moet worden nagegaan welke verbeteringen mogelijk
zijn en deze uit te voeren. Uitgangspunt voor verbetering is het huidige profiel van de
Heiligenbergerbeek. De herstelmaatregelen gaan uit van een optimalisering van de
vegetatie langs de oevers en in het water. Voor een goede ecologische toestand is
plaatselijk een goede ondergedoken vegetatie van belang. Daarbij moet gedacht
worden aan verbreding van de beek op enkele plaatsen en het aanbrengen van
drasoevers. Aandachtspunt is dat deze oevers niet verruigen. Deze inrichting sluit goed
aan bij de inrichting van de ecologische verbindingszone met bosoevers, soortenrijke
graslanden en rietoevers. (uit Inrichtingsvisie Heiligenbergerbeek, Heigraaf en Oude
Lunterse Beek van de provincies Utrecht en Gelderland en het Waterschap Vallei en
Eem 2008).
Binnen het plangebied wordt gezorgd voor meer vegetatie langs de oever. Er worden natuurvriendelijke oevers aangelegd met plasdras. Meer vegetatie in het water wordt in de beheerplannen met het waterschap meegenomen. Om meer stroming en variatie in het profiel te krijgen wordt plaatselijk de beek versmald, of door middel van stobben in het water verengd".
Voor het verrichten van werkzaamheden in, aan of nabij watergangen kan het nodig zijn om watervergunning aan te vragen op grond van de Keur van het waterschap. Gevraagd wordt om de regels (artikel 13.2 en artikel 23) op dit onderdeel aan te passen c.q. uit te breiden.
Antwoord gemeente
Het bestemmingsplan regels bepaalde zaken niet omdat deze elders zijn geregeld.
Een voorbeeld daarvan is watergerelateerde vergunningen, zoals de keur- of
watervergunning. Dergelijke vergunningen moeten afzonderlijk van het
bestemmingsplan worden geregeld en worden dus niet opgenomen in de regels.
Bovendien is met de in artikel 13.2 opgenomen regeling, waarin het horen van de
waterbeheerder is voorgeschreven, voldoende het waterschapsbelang gewaarborgd.
Reactie van de ASF Amersfoortse Sportfederatie
Het conceptontwerpbestemmingsplan maakt het onmogelijk voor de verenigingen om te groeien. Er is alleen rekening gehouden met huidige behoefte van de verenigingen. De ASF vindt dat de oppervlakte in het bestemmingsplan voor sport gelijk moet blijven. Dat is mogelijk door binnen de sportstrook recreatieve grasvelden aan te leggen en dus geen bestemmingswijziging door te voeren. De grasvelden kunnen indien nodig eenvoudig worden omgezet naar een voetbal- of honkbalveld.
Antwoord gemeente
In de nieuwe plannen voor het gebied van de sportstrook is het voor de
sportverenigingen mogelijk om een hun accommodaties intensiever te gebruiken. De
aanleg van een combibaan maakt het voor de AIJV mogelijk om haar activiteiten jaar
rond te organiseren. Voor de andere verenigingen geldt, dat waar nodig gebouwde
accommodaties kunnen worden uitgebreid, veldverlichting wordt toegestaan en
kunstgras planologisch tot de mogelijkheden behoort. In het Inrichting- en beheerplan
en in het bestemmingsplan wordt voor het complex van AFC Quick voorzien in vier
volwaardige wedstrijdvelden op de huidige locatie. De club heeft aangegeven daarmee
op het bestaande complex uit de voeten te kunnen. Aanvankelijk was in de plannen
voorzien in een extra veld voor deze vereniging (met een separate
kleed-/wasaccommodatie) ten noorden van de accommodatie van BSC Quick. AFC
Quick heeft voorkeur voor een aanpassing van de huidige velden.
Daarmee kan het extra veld voor AFC Quick komen te vervallen. Op die wijze komt op
deze plek ook ruimte beschikbaar om te voorzien in de eventuele toekomstige
behoefte aan groei van de andere sportverenigingen. Door daar geen onomkeerbare
planologische mogelijkheden te bieden (groene inrichting) wordt in het Inrichting- en
beheerplan en in het bestemmingsplan door middel van een 'wijzigingbevoegdheid'
rekening gehouden met de mogelijkheid dat deze ruimte op termijn voor sport
beschikbaar kan komen. Zo wordt ook uitvoering gegeven aan de door raad bij de
vaststelling van de startnotitie van het bestemmingsplan aangenomen motie. Daarin is
aangegeven dat recht moet worden gedaan aan de groeikansen voor sportverenigingen
en de ruimtelijke inpassing en afstemming in de sportstrook en de bestemming groen
mede daaraan moeten worden gerelateerd.
Verder bestaan grote zorgen over de vermindering van parkeerruimte. Daarmee ontstaat onveiligheid en overlast voor de buurt.
Antwoord gemeente
Ten behoeve van alle sportvoorzieningen heeft een berekening van de benodigde
parkeercapaciteit plaatsgevonden. Daarvoor zijn de gemeentelijke parkeernormen
gehanteerd. In het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. en het
bestemmingsplan is voor elke sportvoorziening voldoende ruimte aanwezig. Voor de
sportvelden langs de Rubensstraat (voetbal) en Dorresteinsesteeg (voetbal en
honk-softbal) geldt dat er voldoende parkeerruimte beschikbaar is voor de
voorgestelde indeling van de sportvelden in het Inrichtingsplan- en beheeerplan en in
het bestemmingsplan. Voor sportvelden geldt een norm van 20 parkeerplaatsen per
hectare netto speelveld. Een voetbalveld is 0,5 hectare per veld, een honkbalveld 0,75
hectare en een softbalveld ca. 0,4 hectare. Het aantal sportvelden langs de
sportstrook neemt niet toe (ten opzichte van de bestaande situatie een honkbalveld
minder). In die zin is er geen toename te verwachten in de parkeerdruk ten opzichte
van de bestaande situatie.
Bij het complex van CJVV liggen volgens de parkeernormen voldoende parkeerplaatsen (circa 80) voor de vier aanwezige velden. Het aantal velden wijzigt niet en daarmee de parkeerbehoefte ook niet. In het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. en in dit bestemmingsplan worden voor het zuidelijk deel van de sportstrook in totaal zeven sportvelden opgenomen: vier voetbalvelden en drie honk- c.q. softbalvelden voor respectievelijk AFC Quick 1890 en BSC Quick. Langs de Dorresteinsesteeg komen vier voetbalvelden en een honk- en softbalveld. Bij AFC Quick 1890 wordt het bestaande parkeerterrein heringericht en komen 66 parkeerplaatsen. Dat is volgens de geldende parkeernormen voldoende voor vier velden. Bij BSC-Quick komen 68 parkeerplaatsen, ruim voldoende voor de twee velden. De Dorresteinsesteeg kan indien nodig dienen als overloopruimte bij hoge parkeerdruk.
Volgens de meest recente plannen komt langs de Ringweg Dorrestein, ter hoogte van
de Oudenhage,een softbalveld en is er ruimte voor een eventueel toekomstig extra
sportveld. Er zijn hiervoor circa 25 parkeerplaatsen beschikbaar op de rijbaan van de
Ringweg Dorrestein. Dat is voldoende voor de parkeerbehoefte van dit veld c.q. deze
velden. Daarbij wordt ook uitgegaan van dubbelgebruik omdat de speelseizoenen van
softbal en de andere sporten elkaar maar beperkt overlappen.
Op basis van de verwachte druk van de skeelerbaan wordt in het bestemmingsplan
uitgegaan van een parkeerbehoefte van 20 parkeerplaatsen. Hiervoor wordt
parkeergelegenheid aangelegd langs de Rubensstraat tussen de Bisschopsweg en de
entree van de ijs-/skeelerbaan.
Voor de inschatting van de parkeerbehoefte van de skeelerbaan is niet alleen gekeken
naar ervaringscijfers van de vereniging (aantal sporters en inschatting autogebruik)
maar ook naar de gemeentelijke Nota Parkeernormen. In die nota staat een norm van
20 parkeerplaatsen per hectare voor sportvelden. Daaraan wordt in het voorliggende
geval voldaan. De oppervlakte van de skeelerbaan is 4000 m2 (400 x 10 m). De totale
footprint met binnenbaan is circa 1 hectare. Tenslotte is ook gekeken naar situaties
elders in het land (Hengelo, Rijssen). Bij de berekening van de parkeerbehoefte in die
gevallen is gekeken naar de normen van het CROW ('haalbaarheidsanalyse
skeelerbaan Rijssen'), waarbij wordt uitgegaan van 13-27 parkeerplaatsen per hectare
netto terrein, ofwel gemiddeld 20. Het aantal van 20 parkeerplaatsen is dus op basis
van de verschillende informatiebronnen (informatie AIJV, Nota Parkeernormen en
voorbeelden elders) bepaald.
Bij de brief van de ASF zijn de schriftelijke reacties van BSC Quick, de AIJV en CJVV gevoegd en voorts de brief van het college dd. 17 december 2010 aan het bestuur van CJVV.
BSC Quick meent dat gezien het aantal beschikbare velden en hoeveelheid teams die daarvan gebruik moeten maken veldverlichting absoluut noodzakelijk. Daar is geen rekening mee gehouden in het bestemmingsplan terwijl daarover wel bestuurlijke toezeggingen zijn gedaan. Met drie velden voor BSC Quick is bovendien geen rekening gehouden met toekomstige groei. Tenslotte is ook het achterstallige onderhoud van de accommodatie een groot probleem voor de vereniging.
Antwoord gemeente
Wij onderschrijven de behoefte van BSC Quick aan veldverlichting. In het
bestemmingsplan worden daartoe ook mogelijkheden geboden.
De voorgestelde maatregelen leiden voor BSC Quick tot een accommodatie met drie
volwaardige wedstrijdvelden. Daarmee kan het complex optimaal functioneren als
trainings- en wedstrijdfaciliteit.
Het onderhoud van de accommodatie van de club staat los van het Inrichting- en
beheerplan en het bestemmingsplan. Voor dat onderhoud gelden de afspraken tussen
de verenging en de beheerder van de accommodatie. Korte tijd geleden zijn daarover
tussen de betrokken partijen nadere afspraken gemaakt.
De AIJV is het niet eens met de verkleining van het ijsbaanterrein. Dat is strijdig met de doelstellingen van de club, het gemeentelijke sportbeleid, de door de raad bij de startnotitie aangenomen motie en leidt tot een financieel nadeel voor de vereniging. De bestaande ijscapaciteit moet worden behouden om te voorzien in de behoefte. Bovendien kan hiermee voldoende lengte worden behouden voor kortebaan wedstrijden volgens de richtlijnen van de KNSB. In 1998 is door de gemeente toegezegd, dat geen verdere verkleining van het ijsbaanterrein zou plaatsvinden. Met de verkleining van het ijsbaanterrein resteert een te kleine natuurijsbaan en is het daarmee ongeschikt voor gebruik in de winterperioden. Die baan moet tenminste 40 m breed zijn.
De AIJV heeft verder bezwaar tegen het traject van het fietspad langs de beek en daarmee de verschuiving van de terreingrens van het ijsbaanterrein. Een verschuiving met maximaal 5 m in plaats van 20 m is aanvaardbaar. Daarmee blijft voldoende ruimte aanwezig voor een fietspad en een nieuwe groene afrastering. De AIJV vindt dat de afrastering en de randsloten binnen het ijsbaanterrein moeten blijven. Als dat niet het geval is verliezen zij zeggenschap over het terrein en komt de exploitatie in gevaar. Bovendien gaat het ten koste van de veiligheid in ijssituaties. De bomen en hagen op en rondom het ijsbaanterrein moeten worden afgestemd op de sportfunctie. Daarover wil de AIJV graag nader overleg met de gemeente. De verkleining van het ijsbaanterrein is niet mogelijk op basis van de huurovereenkomst. De volledige omvang van het terrein is nodig om een ijsbaan in gebruik te kunnen hebben.
Antwoord gemeente
In overleg met de AIJV is besloten om het terrein van de skeelerbaan ten opzichte van
de positionering in het Inrichting- en beheerplan en in het bestemmingsplan op te
schuiven in de richting van de Heiligenbergerbeek. Hiermee komt er meer ruimte
beschikbaar voor de naast de skeelerbaan gelegen groenstrook c.q. natuurijsbaan en
is ook de afstand van de skeelerbaan tot de woningen aan de Rubensstraat vergroot
zonder dat dit ten koste gaat van de multifunctionaliteit van het terrein. Het gebied dat
's winters in gebruik is als natuurijsbaan blijft zomers openbaar toegankelijk. Ook het
terrein van de skeelerbaan is 's zomers openbaar toegankelijk als de vereniging er
geen gebruik van maakt. Daarvoor worden door AIJV in overleg met de gemeente
huisregels opgesteld, die worden vastgelegd in de verhuurovereenkomst.
Het verenigingsgebouw van de AIJV maakt geen deel uit van het zwembadterrein. Het dient in het bestemmingsplan te worden toegevoegd aan het ijsbaanterrein.
Antwoord gemeente
Het verenigingsgebouw van de AIJV is in het bestemmingsplan bestemd voor "Sport".
Het maakt geen deel uit van het zwembadterrein. Binnen de sportbestemming is het
gebruik van het gebouw ten behoeve van de ijsvereniging en als gymzaal zonder meer
mogelijk.
CJVV geeft aan bereid te zijn om de in de Structuurvisie gereserveerde twee voetbalvelden ten zuiden van de Gasthuislaan op te geven in ruil voor een optimalisatie van de capaciteit en kwaliteit van de velden en het clubgebouw op het huidige sportpark Vermeerkwartier. Daarvoor moet de gemeente in het bestemmingplan meewerken aan een uitbreiding van het clubgebouw en de aanleg van kunstgras op het huidige 4e veld en de aansluitende keepershoek op korte termijn. Verder moeten op de middellange termijn de twee resterende grasvelden worden omgezet in volwaardige kunstgrasvelden. De mogelijkheid van lichtmasten moet in het bestemmingsplan worden geregeld alsmede het gebruik van de accommodatie voor brede maatschappelijke functies. Tenslotte moet in het bestemmingplan een oplossing worden gevonden voor het te verwachten parkeerprobleem op zaterdag door het verdwijnen van de overloopparkeerplaats bij het ziekenhuis.
Antwoord gemeente
Bij CJVV wordt in het Inrichting- en beheerplan en in het bestemmingsplan voorzien in
4 velden en zijn er mogelijkheden voor veldverlichting. Ook wordt de uitbreiding van het
clubhuis planologisch-juridisch mogelijk gemaakt evenals het gebruik daarvan voor
opvang- en zorgvoorzieningen. Daarmee wordt voorzien in de door de vereniging
gewenste optimalisatie van de capaciteit en de kwaliteit van het complex. Bij het
complex van CJVV liggen volgens de gemeentelijke parkeernormen voldoende
parkeerplaatsen (circa 80) voor de vier aanwezige velden. Het aantal velden wijzigt ten
opzichte van de huidige situatie niet en daarmee ook de parkeerbehoefte niet. Op
piekmomenten biedt de Ringweg Dorrestein een overloopmogelijkheid voor CJVV en
de Dorresteinseweg voor AFC Quick en BSC Quick.
In de brief van het college dd. 17 december 2010 aan het bestuur van CJVV wordt de
gemeentelijke medewerking toegezegd aan de uitbreiding van het clubhuis van de
vereniging en wordt de inspanningsverplichting bevestigd om de komende periode de
aanleg van twee kunstgrasvelden mogelijk te maken.
Naast de reactie van de hiervoor genoemde personen en organisaties in het kader van het vooroverleg over het conceptontwerpbestemmingsplan is tijdens periode van dat vooroverleg voorts een reactie op het conceptontwerpbestemmingsplan ontvangen van de Belangenvereniging Ijsbaanterrein (BIJT).
Die reactie wordt hierna samengevat en van gemeentelijk commentaar voorzien.
Reactie van de Belangenvereniging Ijsbaanterrein BIJT
De belangenverenging is tegen de aanleg van een skeelerbaan op het ijsbaanterrein aan de Rubensstraat. In de loop van de jaren hebben de plannen tot een steeds grotere baan geleid en is steeds meer groen verdwenen. Daarenboven wordt het totale terrein nog verder verkleind door een groenstrook te bestemmen als scheiding tussen het fiets- en voetpad langs de beek.
Antwoord gemeente
Het Inrichting- en beheerplan en het bestemmingsplan zijn een uitwerking van de
Structuurvisie park Randenbroek e.o. die in juni 2009 door de gemeenteraad is
vastgesteld. In de structuurvisie staat als kader voor het ijsbaanterrein: "Het
ijsbaanterrein is bij uitstek geschikt voor een multifunctionele, recreatieve functie voor
heel Amersfoort. Deze functie kan nog worden versterkt door hier een combinatiebaan
aan te leggen". In het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o. is naast de
aanleg van een combibaan een aantal andere zaken vastgelegd. De randsloot aan de
oostkant van het ijsbaanterrein wordt verplaatst naar het westen. Op die manier
ontstaat er meer ruimte voor de aanplant van bomen, boomgroepen en voor ecologie
langs de beek. De aanleg van een aantal grotere boomgroepen maakt het terrein
ruimtelijk tot onderdeel van het park.
De uitgangspunten zoals ze hierboven geformuleerd zijn, waren de kaders voor de
opstelling van het bestemmingsplan voor het ijsbaanterrein. Daar is tijdens de
vaststelling van de startnotitie bestemmingsplan Randenbroek in december 2010 een
motie aan toegevoegd, waarin de raad aangeeft recht te willen doen aan de
groeikansen voor sportverenigingen en de ruimtelijke inpassing en afstemming in de
Sportstrook en de bestemming groen mede daaraan te relateren.
De inrichting van de sportstrook en ook het ijsbaanterrein voldoen naar onze mening
aan de doelstelling en uitgangspunten van de structuurvisie en de aangenomen motie
van de raad over de sportstrook. De aanleg van de skeelerbaan leidt tot een
functionele meerwaarde van het ijsbaanterrein, een stedelijke voorziening. De
combinatie van evenementen, skeeleren en ijsbaan versterkt de multifunctionele
recreatieve functie van het gebied en maakt het tot een aantrekkelijke plek voor de
hele stad. Het versterkt het voorzieningenniveau van de sportstrook en is daarmee niet
alleen van belang voor de stad als geheel, maar vooral ook voor een goed functioneren
van de Amersfoortse Ijsvereniging. Het stelt de vereniging daarmee ook in staat zich te
ontwikkelen tot een vitale vereniging. De 'band' met de huidige clubaccommodatie op
het ijsbaanterrein is essentieel voor een goed functioneren van de vereniging. Daarom
dient de skeelerbaan ook op het ijsbaanterrein te worden aangelegd.
Met de IJsbaanvereniging zijn nog aanvullende gesprekken gevoerd over de exacte
begrenzing van het terrein en de ligging van het fietspad. Die gesprekken hebben
ertoe geleid, dat de skeelerbaan wordt verschoven in oostelijke richting. In de nieuwe
situatie komt de skeelerbaan dus verder van de woningen aan de Rubensstraat te
liggen. Deze aanpassingen zullen worden verwerkt in het (definitieve) Inrichting- en
beheerplan Park Randenbroek e.o. en het bestemmingsplan.
In het gepresenteerde plan voor de skeelerbaan ontbreken tal van zaken ter bescherming van het woon- en leefklimaat. De baan komt dichter bij de woningen aan de Rubensstraat te liggen. Om de skeelerbaan exploitabel te maken moeten aanvullende activiteiten worden georganiseerd. Dat betekent een intensiever gebruik van de baan. Muziek en het gebruik van geluidsinstallaties bij de baan en/of gedurende langere schaatsperiodes zijn niet acceptabel en in strijd met alle wettelijke voorschriften. Hetzelfde geldt voor het gebruik van de lichtinstallatie. Dat tast het woon- en leefklimaat aan en is bovendien schadelijk voor het dierenleefmilieu in en om het park. Commerciële exploitatie van de baan dient te worden uitgesloten. Dat moet worden geborgd in een met alle betrokken partijen te sluiten privaatrechtelijke overeenkomst en de gemeente moet eigenaar van het ijsbaanterrein blijven.
Antwoord gemeente
Er bestaat begrip voor de zorgen met betrekking tot de aantasting van woon- en
leefklimaat. Wij menen echter dat de aanleg van de skeelerbaan op deze plek uit een
oogpunt van goede ruimtelijke ordening verantwoord is en dat sprake blijft van een
goed woon- en leefklimaat voor de bewoners. Dat blijkt mede uit een in opdracht van
de gemeente uitgevoerd akoestisch onderzoek met betrekking tot de aanleg van de
skeelerbaan. Er is onderzoek gedaan (buro LBP Sight, maart 2011) naar de
geluideffecten van het gebruik van de skeelerbaan. Dit onderzoek maakt deel uit van
de bijlagen bij deze toelichting. In het onderzoek is gekeken naar vier geluidbronnen:
de verkeersaantrekkende werking van de skeelerbaan, het skeelergeluid, het praten
bij het skeeleren en het gebruik van 4 omroepinstallaties. Uit dit onderzoek blijkt dat
de verkeersaantrekkende werking niet meer bedraagt dan 50 dB(A) en de
gezamenlijke geluidbelasting van de overige geluidbronnen op de begane grond
-beoordeeld als langtijdgemiddeld beoordelingsniveau- bij de woningen Rubensstraat
aan de wegzijde niet meer bedraagt dan 45 dB(A) gedurende de avondperiode, wanneer
de skeelerbaan aan de westzijde wordt voorzien van een geluidafscherming met een
afschermhoogte van 1,75 m boven het maaiveld.
Uiteraard wordt bij de inrichting van het ijsbaanterrein rekening gehouden met de belangen van omwonenden. Tussen de skeelerbaan en de natuurijsbaan komt een wal met een scherm. De gemeente blijft ook eigenaar van het terrein en zal een verhuurovereenkomst sluiten met de AIJV. In deze overeenkomst zullen goede afspraken worden gemaakt en voorschriften worden gesteld over het gebruik van het terrein en de daarbij behorende geluids- en lichtinstallatie. In aanvulling daarop kunnen door de gemeente natuurlijk ook via het milieuspoor nadere eisen worden gesteld voor het reguleren van het geluidsniveau en lichthinder op en vanwege een sportcomplex. Waar nodig zullen wij van die instrumenten gebruik maken.
Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (kortweg het
Activiteitenbesluit) bevat geluidsvoorschriften bevat waaraan sportaccommodaties
moeten voldoen. Zo mag het geluidsniveau (ook het niveau van aanwezige installaties)
afkomstig van een sportcomplex op de gevel van nabijgelegen woningen overdag
gemiddeld niet hoger zijn dan 50 dB(A). Voor de avondperiode geldt - afhankelijk van
het tijdstip de strengere norm van 45 of (na 23.00 uur) 40 dB(A). Zoals is aangegeven
kan in aanvulling hierop door de gemeente nadere eisen worden gesteld om te zorgen
dat daadwerkelijk aan de toegestane niveaus wordt voldaan. Daarnaast heeft de
sportvereniging uiteraard zelf de verantwoordelijkheid (zorgplicht) om geluidsoverlast
voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken. Als niet wordt voldaan aan de
bovengenoemde voorschriften, kan de gemeente naar aanleiding van een klacht over
geluidsoverlast overgaan tot handhavingmaatregelen.
Ook voor het aspect lichthinder van sportaccommodaties is het Activiteitenbesluit
relevant. De tijden waarop de verlichting uit moet zijn ((tussen 23.00-07.00 uur en
indien er geen sport wordt beoefend) is in dat besluit vastgelegd. Het
Activiteitenbesluit bevat ook een zorgplicht. Onder de zorgplicht met betrekking tot
lichthinder valt het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinderlijke
lichtschijnselen in woon- of slaapvertrekken van woningen als gevolg van
lichtinstallaties. Uit de toelichting bij het Activiteitenbesluit blijkt dat de invulling van
deze zorgplicht moet worden afgeleid uit de "Algemene Richtlijnen betreffende
lichthinder" van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Deze
richtlijn bevat regels voor sportcomplexen op het gebied van lichthinder. Er zijn
grenswaarden voor verlichting gesteld, waaraan moet worden voldaan. Voor lichthinder
kan de gemeente aanvullende nadere eisen stellen om te waarborgen dat aan de
richtlijnen wordt voldaan. Waar nodig zullen ook wij dit instrument gebruiken. Als de
voorschriften uit het Activiteitenbesluit - in samenhang met de richtlijn van de NVVS
voor lichtmasten - in acht worden genomen is er in beginsel geen sprake van
onevenredige lichthinder.
De vrees voor commerciële exploitatie van de baan is niet terecht. Daarvan zal geen
sprake zijn. De baan zal in de zomer overdag kunnen worden gebruikt door bewoners
of scholen en in de buurt en staat voor de avonduren open voor leden/kaarthouders van
de vereniging. Daarvoor zal de vereniging huisregels opstellen en zullen in overleg met
beheerder afspraken in de verhuurovereenkomst worden gemaakt. Die regels c.q.
afspraken voorzien niet in het gebruik voor motor- of autosport. Deze gebruiksvormen
(lawaaisporten) worden ook nadrukkelijk verboden in het bestemmingsplan. Het
westelijke deel aan de Rubensstraat blijft in de zomer openbaar toegankelijk. In de
winter wordt dit deel en de skeelerbaan onder water gezet ten behoeve van het
schaatsen.
De bestemming Sport voor het ijsbaanterrein is te algemeen. Dat impliceert ook een gebruik ten behoeve van motor- en autosport. Daarom dient aan de desbetreffende bestemming de bestemming 'ijs-skeelerbaan' te worden toegevoegd. Verder is onduidelijk of er ook een clubgebouw op het ijsbaanterrein mag worden gebouwd. Onduidelijk is hoe het parkeren op en rond het terrein wordt opgelost. Het geplande aantal van 20 plaatsen is te weinig. Er is nu al een grote parkeerdruk in het gebied. Bezoekers van de baan zullen de auto dan ook op het overblijvende deel van het ijsbaanterrein parkeren of langs de Rubensstraat en de zijstraten. Hoe staat de gemeente tegenover een parkeerverbod op het ijsbaanterrein en welke andere parkeervoorzieningen, zoals behoud van het parkeerterrein bij het ziekenhuis, kunnen worden gerealiseerd?
Antwoord gemeente
Op het ijsbaanterrein mag geen nieuw clubgebouw worden gebouwd. Dat is in het
bestemmingsplan uitgesloten. Het bestaande gebouw van de AIJV (gymzaal) blijft
gehandhaafd. Het aantal parkeerplaatsen voor de skeelerbaan is berekend op basis
van de te verwachten parkeerdruk. Volgens de informatie van de vereniging komen er
op een drukke avond (circa 60 personen) 10 tot 15 personen met de auto. Het
overgrote deel van de bezoekers komt met de fiets. Het is niet bekend hoeveel
mensen er bij natuurijs komen. Wat wel bekend is dat het bezoek vooral uit de buurt
komt binnen een straal van enkele kilometers. In voorkomende gevallen kunnen
bezoekers parkeren aan de Bisschopsweg, de Ringweg Dorrestein en de andere
bestaande parkeervoorzieningen in de omgeving. Dat geldt ook voor evenementen die
op het ijsbaanterrein worden gehouden. De parkeervoorziening bij het ziekenhuis
komt mettertijd te vervallen.
Voor de inschatting van de parkeerbehoefte van de skeelerbaan is niet alleen gekeken
naar ervaringscijfers van de vereniging (aantal sporters en inschatting autogebruik)
maar ook naar de gemeentelijke Nota Parkeernormen. In die nota staat een norm van
20 parkeerplaatsen per hectare voor sportvelden. Ook daaraan wordt in het
voorliggende geval voldaan. De oppervlakte van de skeelerbaan is 4000 m2 (400 x 10
m). De totale footprint met binnenbaan is circa 1 hectare. Tenslotte is ook gekeken
naar situaties elders in het land (Hengelo, Rijssen). Bij de berekening van de
parkeerbehoefte in die gevallen is gekeken naar de normen van het CROW
('haalbaarheidsanalyse skeelerbaan Rijssen'), waarbij wordt uitgegaan van 13-27
parkeerplaatsen per hectare netto terrein, ofwel gemiddeld 20. Op basis van de
verschillende informatiebronnen (informatie AIJV, Nota Parkeernormen en voorbeelden
elders) is het aantal van 20 parkeerplaatsen dus bepaald.
Onduidelijk is welke evenementen op de skeelerbaan mogelijk zijn. Vanwege het intensieve gebruik van de skeelerbaan gedurende het gehele jaar, moeten andere evenementen niet meer toegestaan worden.
Antwoord gemeente
In het gebied van het bestemmingsplan en dus ook op de skeelerbaan zijn
evenementen mogelijk. Zowel binnen de bestemming Sport als in de bestemming
Groen (o.a. Park Randenbroek) kunnen per bestemming maximaal 3
vergunningplichtige evenementen per jaar worden gehouden. Wij achten het gebied
en/of de daarin aanwezige kwaliteiten niet geschikt voor veel evenementen. Daarom is
een maximum gesteld van zes evenementen per jaar. Welke evenementen in het
gebied worden gehouden weten wij niet. Dat is afhankelijk van de toekomstige
initiatieven die worden ontplooid. Door middel van aan de op grond van de Algemene
plaatselijke verordening vereiste evenementenvergunning te verbinden voorwaarden
kan worden geborgd, dat evenementen geen onevenredige hinder veroorzaken voor de
buurt. Voorts kan de plaats van het evenement worden bepaald, de tijdstippen en
kunnen in voorkomende gevallen vergunningen worden geweigerd indien de kwaliteiten
van het gebied of de ondergrond (zoals een kermis op het terrein van de skeelerbaan)
zich verzetten tegen het desbetreffende evenement. Het begrip evenementen is in de
regels van het bestemmingsplan als volgt gedefinieerd: "Een tijdelijke op grond van de
Algemene plaatselijke verordening vergunningplichtige activiteit (in de openlucht) al dan
niet in tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of
besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of
levensbeschouwelijke doeleinden". Deze definitie is ontleend aan de definitie uit de
Algemene plaatselijke verordening.
De skeelerbaan kan beter worden gesitueerd op het voormalige voetbalveld van VV VOP. Gevraagd wordt om dit alternatief te onderzoeken.
Antwoord gemeente
In het verleden is onderzoek gedaan naar de mogelijke verplaatsing van de ijs- en skeelerbaan naar het voormalige veld van VV VOP. Bij vaststelling van de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. in 2009 is dat door de raad afgewezen. Destijds is geoordeeld, dat dit het smalste deel van het parkgebied is. De ijs- en skeelerbaan zouden fysiek tegen de beek aan komen te liggen. Dit conflicteert met het de ambitie om de beek juist meer ruimte te geven. Vanuit de ruimtelijke structuur is de wens om juist op deze plaats meer ruimte te maken van natuur en recreatie. Verplaatsing van de ijsbaan naar deze plek leidt bovendien tot aanzienlijke kostenverhogingen, waarvoor geen middelen beschikbaar zijn. Deze overwegingen zijn nog onverkort van kracht.
Het ontwerp-bestemmingsplan Park Randenbroek heeft vanaf 2 juni tot en met 13 juli 2011 ter ter visie gelegen. Van de gelegenheid om schriftelijk zienswijzen in te dienen is door 39 reclamanten gebruik gemaakt. De zienswijzen zijn samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien in de zienswijzennota (doc.nr. # 3898841, behoort bij
raadsvoorstel reg nr.4015562). Een aantal zienswijzen geeft aanleiding tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. Ook zijn in de zienswijzennota ambtshalve aanpassingen voorgesteld, waaronder het uit het bestemmingplan halen van een groot deel van de Elisabethlocatie.
Het bestemmingsplan is samen met de zienswijzennota ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Op 7 februari 2012 heeft de gemeenteraad van Amersfoort bij besluitnummer 4015562 het bestemmingsplan “Park Randenbroek e.o.” gewijzigd vastgesteld. Eveneens zijn wijzigingen aangebracht in het Inrichting- en beheerplan Park Randenbroek e.o.. Een belangrijke wijziging ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan is dat een groot deel van de Elisabehtlocatie niet in dit bestemmingsplan is opgenomen en dat geen fietspaden langs de Heiligenbergerbeek en vanaf de Ringweg Dorrestein worden aangelegd.