direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Nunspeet Zuid-Oost
Plantype: bestemmingsplan artikel 10
IMRO-idn: NL.IMRO.03020000BP01017-

Artikel 9 Wonen

9.1 bestemmingsomschrijving

De op de plankaart als "wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 bouwvoorschriften
9.2.1

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- of perceelsafscheidingen en tuinmeubilair.

9.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in art gelden de volgende eisen:

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd, en wel binnen bouwvlakken met op de plankaart de aanduiding:
    aanduiding   wonen  
    vrij   vrijstaand  
  • b. de afstand van een woning tot de zijdelingse perceelsgrens of –grenzen mag aan de zijde of zijden waar die woning niet aan een andere woning is aangebouwd, niet minder dan 3 m bedragen, tenzij op de plankaart anders is aangegeven;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van de woningen mogen niet meer bedragen dan op de plankaart, in achtneming van maatvoeringsgrenzen, is aangegeven;
  • d. de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
    bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
    aan- en uitbouwen:   3 m   5 m  
    bijgebouwen en overkappingen:   3 m   5 m  
    pergola's:   -   3 m  
    overig erf- en terreinafscheidingen en overige, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten:   -   2 m  
  • e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend op ten minste 3 m achter de voorgevel van de betreffende woning worden gebouwd;
  • f. van de bij een woning behorende gronden als bedoeld in artikel 9.1, niet meegerekend die binnen het bouwvlak, mag ten hoogste 50% worden bebouwd.
  • g. De gezamenlijke oppervlakte van bij een woning behorende vergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 60 m2 bedragen, onverminderd het bepaalde onder f.
9.3 vrijstelling van de bouwvoorschriften
9.3.1 vrijstelling praktijkruimte:
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 9.1, ten behoeve van het bouwen van een praktijkruimte, als gebouw bij een woning;
  • b. Voor het bouwen gelden de volgende eisen:
  • 1. de gezamenlijke vloeroppervlakte van praktijkruimten mag bij eenzelfde woning niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen, en ten hoogste 75 m2;
  • 2. de goothoogte van een praktijkruimte mag niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen.
9.3.2 overige vrijstellingen bij woningen:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel 9.2, onder b, ten behoeve van het bouwen tot aan de zijdelingse perceelsgrens, mits:
  • het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
  • het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. artikel 9.2, onder d, ten behoeve van het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan woningen tot de goothoogte van de betreffende woning, mits:
  • het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
  • het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. artikel 9.2, onder e, ten behoeve van het bouwen van een inpandige garage of een garage, die een architectonische eenheid vormt met de betreffende woning, tot aan de voorgevel van de betreffende woning, mits:
  • het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
  • het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. artikel 9.2.2, onder g, indien de oppervlakte van de bij de betreffende woning behorende gronden als bedoeld in artikel 9.1 en 7.1, meer dan 600 m2 bedraagt, ten behoeve van het bouwen tot een gezamenlijke oppervlakte van 75 m2, onverminderd het bepaalde in artikel 9.2.2, onder f.
9.4 vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
9.4.1 vrijstelling beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 9.1, ten behoeve van het gebruiken en inrichten van woningen en bijbehorende gebouwen voor andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, dan vrije beroepsactiviteiten, zoals die van accountant, advocaat, architect, arts of kunstenaar, mits:

  • a. de gezamenlijke vloeroppervlakte van ruimten voor de andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten bij eenzelfde woning niet meer bedraagt dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen, en ten hoogste 45 m2;
  • b. die andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten:
  • 1. niet-milieuvergunningplichtig en/of niet-meldingsplichtig zijn;
  • 2. in de van deze voorschriften deel uitmakende bijlage staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangemerkt als categorie 1, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • 3. geen horeca betreffen;
  • 4. geen detailhandel betreffen;
  • 5. geen wezenlijke verandering van het woonkarakter en de uiterlijke verschijningsvorm van de woning met zich meebrengen;
  • 6. geen buitenopslag met zich meebrengen;
  • 7. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk in de omgeving met zich meebrengen, met dien verstande dat:
  • het parkeren ten behoeve van die activiteiten zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
  • behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond het bedrijf mogen plaatsvinden.
9.4.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 1, met betrekking tot het begrip "bijgebouw", ten behoeve van het gebruiken en inrichten van aan een woning aangebouwde bijgebouwen voor wonen, mits:

  • het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
  • het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast.