direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: NUNSPEET WEST
Status: vigerend
Plantype: bestemmingsplan artikel 10
IMRO-idn: NL.IMRO.03020000BP01003-

Maatschappelijk

Bestemmingsomschrijving

De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen uitsluitend in de vorm die hierna, ter plaatse van de aanduiding is aangeven:
    maatschappelijke voorzieningen:   ter plaatse van de aanduiding:  
    kerk   religie  
    onderwijs   onderwijs  
    sportvoorzieningen   sport  
    verenigingsgebouw   verenigingsleven  
    kinderdagverblijf   specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf  
  • b. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen en parkeer- en groenvoorzieningen.
Bouwvoorschriften
Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bij de bestemming behorende gebouwen, met daarbij behorende bijgebouwen, en
  • b. bij een en ander behorende andere bouwwerken, zoals luifels, pergola's, verlichtingselementen, en terreinafscheidingen.
Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 9.2.1 gelden de volgende eisen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd, behoudens fietsenstallingen, die buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag ten hoogste zoveel bedragen als is aangeduid;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangegeven, behoudens bijgebouwen, waarvan de goothoogte niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
andere palen en masten:   9 m  
luifels:   4 m  
andere overkappingen met een open constructie:   3 m  
klokkenstoel:   15 m  
overige erf- en terreinafscheidingen en overige, andere bouwwerken:   2 m  
Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
Vrijstelling ander soort maatschappelijke voorzieningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 9.1, ten behoeve van andere maatschappelijke voorzieningen, zoals ten behoeve van verenigingsleven, religie, cultuur, recreatie en openbare en bijzondere dienstverlening, mits deze geen onevenredig nadelige gevolgen voor de woonomgeving hebben, in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast.