direct naar inhoud van Artikel 5 Bos
Plan: NUNSPEET WEST
Status: vigerend
Plantype: bestemmingsplan artikel 10
IMRO-idn: NL.IMRO.03020000BP01003-

Bos

Bestemmingsomschrijving

De voor “Bos” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. houtproductie,
  • b. bomen en struikgewas, ten behoeve van een visuele afscheiding van het aangrenzende terrein, ten opzichte van de omgeving, ter plaatse van de aanduiding "houtsingel",
  • c. instandhouding en ontwikkeling van bos ten behoeve van aldaar voorkomende natuur- en landschapswaarden, en
  • d. extensieve openlucht-recreatie.
Bouwvoorschriften
Toegestane bouwwerken
  • a. Op de gronden als bedoeld in lid 5.1 onder b, ter plaatse van de aanduiding "houtwal" mag niet worden gebouwd, behoudens terreinafscheidingen en geluidwerende voorzieningen,
  • b. Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1 onder a, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van en behorende bij de in lid 5.1 bedoelde doeleinden.
Bouwen
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1 onder a, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
    bouwwerken   max. bouwhoogte  
    terreinafscheidingen   2 m  
    geluidwerende voorzieningen:   4 m  
  • b. De bouwhoogte van overig andere bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1 onder b mag niet meer dan 3 m bedragen.
Aanlegvergunning
Aanlegvergunningsplicht

Behoudens het bepaalde in lid 5.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  • b. aanleggen of aanbrengen van oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren;
  • c. aanleggen en verharden van wegen en paden en aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • e. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
Uitzonderingen aanlegvergunningplicht

Het in lid 5.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
  • c. het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- en uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m2;
  • d. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, zoals deze luidt ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
  • e. werken en werkzaamheden als bedoeld in het vorige lid, onder e, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist.
Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 5.3.1, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.