direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Beltmolen kwadrantwoning, Hoofdstuk 22d
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.TAM0022d-vg01

Regels

Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het vastleggen van de regeling rondom doelgroepen op de locatie TAM-omgevingsplan Beltmolen kwadrantwoning, Hoofdstuk 22d en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22d) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Nunspeet. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22 van het omgevingsplan van de gemeente Nunspeet. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22d' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22d' gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • a. De regels in dit hoofdstuk zijn in aanvulling op het tijdelijk deel van het omgevingsplan van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan Beltmolen kwadrantwoning, Hoofdstuk 22d, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0302.TAM0022d-vg01 zoals vastgelegd op http://www.ruimtelijkeplannen.nl;
  • b. daar waar regels in strijd zijn met het tijdelijk deel van het omgevingsplan, gelden de regels uit dit hoofdstuk.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I van het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, Bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling zijn van toepassing op dit hoofdstuk. Aanvullend daarop gelden voor de toepassing van dit hoofdstuk de volgende begripsbepalingen:

2.1 plan

het TAM-omgevingsplan met identificatienummer NL.IMRO.0302.TAM0022d-vg01 van de gemeente Nunspeet.

2.2 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

2.3 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

2.4 aan huis verbonden beroep

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door de gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

2.5 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.

2.6 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

2.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

2.8 bebouwingspercentage

de oppervlakte van de bebouwing binnen een bouwvlak, of binnen een locatievlak indien daarbinnen geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.

2.9 bed & breakfast

een bedrijfsmatige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch-recreatieve activiteit, welke als bedrijfsmatige voorziening ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

2.10 bedrijfsmatig

gericht op het behalen van winst.

2.11 beganegrondverdieping

de eerste bouwlaag.

2.12 bestaand
  • 1. bij bouwwerken: bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • 2. bij gebruik: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.

2.13 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

2.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

2.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

2.16 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door gelijke of nagenoeg gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

2.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

2.18 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

2.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

2.20 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

2.21 dak

iedere boven beëindiging boven de goothoogte van een bouwwerk.

2.22 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

2.23 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten behoeve van bedrijven en/of personen, waaronder zijn begrepen internetcafés, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

2.24 doelgroepenverordening

de 'Verordening doelgroepen sociale woningbouw en middenhuur gemeente Nunspeet 2023' of diens rechtsopvolger.

2.25 eerste ingebruikname

datum waarop de woning na bouwoplevering op grond van de koopovereenkomst aan de koper, tevens gebruiker, ter beschikking wordt gesteld.

2.26 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw .

2.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

2.28 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkste is.

2.29 horeca

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaakfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaakfunctie.

2.30 huishouden

een huishouden bestaande uit een natuurlijk persoon of een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot, geregistreerd partner of degene die met hem een gemeenschappelijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen.

2.31 inkomen

verzamelinkomen van de tot het huishouden behorende personen op basis van de Wet inkomstenbelasting 2001 of, wanneer geeninkomstenbelasting wordt geheven, het belastbare loon volgens de Wet op de loonbelasting 1964.

2.32 instandhoudingstermijn

de termijn van 10 jaar gedurende welke een sociale koopwoning gerekend vanaf het moment van eerste ingebruikname voor de starter (op de woningmarkt) behouden moet blijven, conform de doelgroepenverordening van de gemeente Nunspeet.

2.33 kap

een dak dat loodrecht geprojecteerd voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt.

2.34 locatievlak

een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel.

2.35 maatschappelijke voorzieningen

culturele, educatieve, medische, sociale, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

2.36 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

2.37 ondergeschikte bouwdelen

hieronder wordt verstaan plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken.

2.38 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

2.39 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

2.40 peil
  • a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein.

2.41 peiljaar

het kalenderjaar voorafgaand aan de datum waarop de verkoopprocedure voor de desbetreffende woning waartoe dit plan is opgesteld is gestart.

2.42 prostitutiebedrijf

een ruimte, bedoeld dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie zijnde het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen.

2.43 seksinrichting

een inrichting bedoeld voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; onder seks- en/of pornobedrijf wordt mede begrepen:

  • a. seksbioscoop: een inrichting bedoeld voor het doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
  • b. seksclub: een inrichting bedoeld voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar sexuele handelingen worden verricht;
  • c. seksautomaat: een inrichting bedoeld voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
  • d. sekswinkel: een ruimte bedoeld voor het bedrijfsmatig te koop aanboeden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van seksartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en videobanden, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.

2.44 sociale koopwoning

een woning als bedoeld in artikel 5.161b van het Besluit kwaliteit leefomgeving met een maximale V.O.N.-koopprijs (inclusief de grond waarop de woning wordt gebouwd) van € 265.000,- bedoeld voor een starter (op de koopmarkt) met een maximaal bruto huishoudinkomen in het Peiljaar van € 61.000,-. Het bedrag van € 61.000,- wordt jaarlijks geïndexeerd conform de cao-lonenindex van het CBS.

2.45 starter (op de koopmarkt)

een huishouden (ongeacht de meerderjarige leeftijd van de daartoe horende natuurlijke personen) dat woont in een huurwoning of welke huishouden woont in een ruimte die niet als zelfstandige woonruimte mag worden aangemerkt én welke huishouden niet eerder een woning in eigendom heeft gehad conform de ter beschikking staande gegevens van de gemeente Nunspeet (waaronder die van het kadaster).

2.46 V.O.N.

vrij op naam, zijnde de verkoopprijs van een compleet uitgeruste woning voorzien van badkamer en keuken, notariskosten voor de leveringsakte, de kadastrale kosten van registratie, eventuele kadastrale splitsingskosten en uitmetingskosten en inclusief de wettelijk verschuldigde omzetbelasting.

2.47 voorerfgebied

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

2.48 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.

2.49 woning

zelfstandige woonruimte.

2.50 zelfstandige woonruimte

woonruimte welke een eigen toegang heeft en welke door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.

Artikel 3 Wijze van meten

In aanvulling op en indien van toepassing in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van dit omgevingsplan, gelden de volgende meetbepalingen:

2.1 afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens

tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 lengte, breedte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.8 ondergeschikte bouwdelen

bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten. Luifels, balkons en overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.

 

Hoofdstuk 2 Inhoudelijke regels

Artikel 4 Wonen

4.1 Toepassingsbereik

De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met

identificatienummer NL.IMRO.0302.TAM0022d-vg01 is aangewezen voor het gebruiksdoel Wonen.

4.2 Beschrijving gebruiksdoel

Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Wonen heeft de volgende functies:

  • a. wonen ten behoeve van sociale koopwoningen voor starters op de koopmarkt waarbij wordt voldaan aan de instandhoudingstermijn;

en in samenhang daarmee

  • b. een aan-huis-verbonden beroep;

met bijbehorende gebouwen en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers- , reclame- en andere tekens, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.

4.3 Gebruiksactiviteit - nadere regels
4.3.1 aan-huis-verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit

Voor het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gelden de volgende voorwaarden:

  • a. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de woning met de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, mits deze gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²,
  • b. de uitstraling als woning intact blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu cq. de fysieke leefomgeving;
  • d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. geen detailhandel wordt uitgeoefend;
  • f. geen sprake is van reclame-uitingen en buitenopslag.
4.4 Gebruiksactiviteit - verboden
4.4.1 Algemeen
  • a. Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in 4.2 genoemde functies van de gronden.
  • b. Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet in overeenstemming is met de in 4.3 opgenomen nadere regels over het gebruik van gronden en bouwwerken.
4.5 Gebruiksactiviteit - voorwaardelijke verplichting
  • a. Binnen twee jaar na inwerkingtreding van de omgevingsvergunning voor het bouwen dient de kavel te zijn ingericht en in stand te worden gehouden zoals aangegeven in het inrichtingsplan in bijlage 1 bij de regels;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, en toestaan dat er een andere inrichting wordt aangelegd en/of de aanleg maximaal twee jaar wordt uitgesteld, waarbij de volgende aspecten worden betrokken:
    • 1. het belang van de aanvrager;
    • 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden;
    • 3. de stedenbouwkundige, milieukundige, planologische en verkeerskundige belangen;
    • 4. de vraag of een zekerheidstelling nodig is m.b.t. de (plan)kosten;
    • 5. de vraag of er eisen gesteld moeten worden aan het plan m.b.t. bijvoorbeeld de (perceels)inrichting, sloop, situering, gebruik, termijnen, vormgeving, materiaal- en kleurgebruik, etc.
4.6 Gebruiksactiviteit - omgevingsplanactiviteit
4.6.1 Andere doelgroep
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een ander soort woning te realiseren, een andere doelgroep te huisvesten en/of de instandhoudingstermijn los te laten.
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in lid 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. uit een gemotiveerd en onderbouwd verzoek blijkt dat er sprake blijft van de realisatie en de instandhouding van voldoende betaalbare woningen voor lage en middeninkomens en het behouden ervan voor de doelgroep overeenkomstig de doelgroepenverordening.

4.6.2 Mantelzorg
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning mantelzorg te realiseren in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk of een aparte unit.
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in lid 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. de zorgbehoefte objectief aannemelijk is gemaakt;
    • 2. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg het bijbehorend bouwwerk ongeschikt wordt gemaakt voor bewoning ten behoeve waarvan een overeenkomst wordt gesloten;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

4.6.3 Bed & breakfast
  • a. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning bed & breakfast te realiseren.
  • b. De omgevingsvergunning bedoeld in lid 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. bed & breakfast uitsluitend plaatsvindt in een legaal aanwezige woning;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte voor bed & breakfast niet meer bedraagt dan 40% van de gebruiksoppervlakte van de woning en tevens niet meer dan 120 m², waarbij onder de oppervlakte voor bed & breakfast worden begrepen:
      • slaapkamers,
      • bad-, douche- en toiletruimten, die niet gedeeld worden met bewoners,
      • een gemeenschappelijke ruimte van niet meer dan 30 m2;
    • 3. niet meer dan vier slaapkamers met elk maximaal twee bedden (exclusief kinderbedjes) zijn toegestaan;
    • 4. een kookvoorziening niet is toegestaan;
    • 5. de maximum verblijfsduur per recreant niet meer dan tien dagen achtereen mag bedragen;
    • 6. het gebruik ten behoeve van bed & breakfast geen onevenredige afbreuk mag doen aan
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
      • de ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen bedrijven,
      • het straatbeeld,
      • de verkeersveiligheid;
    • 7. parkeervoorzieningen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste gelijk niet zijn aan het aantal slaapkamers dat voor bed & breakfast wordt aangewend;
    • 8. bed & breakfast uitsluitend mag worden geëxploiteerd door de bewoner(s) van de woning;
    • 9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

4.6.4 Inwoning
  • c. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning inwoning te realiseren waarbij een woning wordt gebruikt voor meer dan één huishouden.
  • d. De omgevingsvergunning bedoeld in lid 1 wordt alleen verleend indien:
    • 1. er uitsluitend sprake is van de huisvesting van een tweede of derde (huishouden van een) persoon;
    • 2. de bouwmassa van de woning niet wordt vergroot en er geen sprake is van splitsing in meerdere woningen;
    • 3. er sprake blijft van één hoofdtoegang en één aansluiting op de verschillende nutsvoorzieningen;
    • 4. er geen toename is van het aantal inritten naar het perceel;
    • 5. er geen sprake is van kadastrale splitsing van het perceel.
4.7 Bouwactiviteit - algemeen

Bouwwerken zijn alleen toegestaan indien zij ten dienste staan van de functies genoemd in 4.2.

4.8 Bouwactiviteit - nadere regels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mogen nieuwe woningen worden gebouwd tot het maximum aantal zoals is aangeduid;
  • d. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte;
  • e. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitende ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd;
  • f. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

bouwwerken maximale goothoogte maximale bouwhoogte bijbehorende bouwwerken 3,5 m 5 m

pergola's - 5 m

vlaggenmasten - 6 m

erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van een hoofdgebouw: 1 m

overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken 2 m

4.9 Bouwactiviteit - voorwaardelijke verplichting
  • a. Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein voor het parkeren of stallen van auto's en fietsen, het laden of lossen van goederen, het realiseren van parkeervoorzieningen voor invaliden.
  • b. Van voldoende parkeergelegenheid is sprake, indien wordt voldaan aan de beleidsregel Parkeernota van de gemeente Nunspeet (2014) dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde, respectievelijk vervangende, beleidsregel.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, indien
    • 1. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    • 2. voor zover aantoonbaar op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien;

waarbij geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    • 1. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
    • 2. het woon- en leefklimaat cq. de fysieke leefomgeving;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • d. Burgmeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, indien er niet voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein kunnen worden gerealiseerd, en de parkeerplaatsen niet voldoende in het openbaar gebied aanwezig (kunnen) zijn, waarbij door de aanvrager van een omgevingsvergunning een financiële bijdrage stort in het parkeerfonds waarbij de bijdrage wordt berekend volgens Hoofdstuk 3 van de Parkeernota van de gemeente Nunspeet (2014).
4.10 Bouwactiviteit - omgevingsplanactiviteit

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de bouwregels:

  • a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, van welke bouwwerken de oppervlakte niet meer dan 45 m2 en de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • b. ten behoeve van het bouwen van ondergrondse bergbezinkbassin met een maximale oppervlakte van 2500 m², maximaal 3 meter diep, maximaal 1 meter hoog, met een regelkast van 2 meter hoog en een oppervlakte van 6 m2;
  • c. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen, paden, bebouwingsgrenzen en aanduidingen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
  • d. voor afwijkingen van eisen, gesteld ten aanzien van maten, afmetingen en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten, afmetingen en percentages.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Aanvraagvereisten

De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit plan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.

Artikel 6 Algemene bouwregels

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of grenzen van een locatievlak niet meer dan 1 m bedraagt.

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangsregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht gebruik
8.1.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

8.1.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met dit plan strijdige gebruik, bedoeld in 8.1.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit hoofdstuk strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

8.1.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 8.1.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

8.1.4 Uitzondering

Het bepaalde in 8.1.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het omgevingsplan voor inwerkingtreding van dit artikel, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van het omgevingsplan.