Plan: | Weversweg fase 2 Hulshorst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01210-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Weversweg fase 2 Hulshorst met identificatienummer NL.IMRO.0302.BP01210-vg01 van de gemeente Nunspeet;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door de gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Het oppervlakte dat hiervoor gebruikt wordt is maximaal 40% van het oppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m2. Detailhandel is niet toegestaan en reclame-uitingen alléén na een vergunning;
Onder een aan huis gebonden beroep wordt tevens verstaan:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
woningen van het type twee-aaneen of méér dan twee woningen aaneen gebouwd;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
de oppervlakte van de bebouwing binnen een bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van kelder(s), onderbouw(en), zolder(s) en/of vliering(en);
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
iedere bovenbeëindiging boven de goothoogte van een bouwwerk;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, en ten hoogste een in een gemeentelijke verordening bepaalde, jaarlijks te indexeren aanvangshuurprijs, waarbij de instandhouding in die verordening voor ten minste tien jaar na ingebruikname is verzekerd;
de als zodanig aangeduide lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw in moet zijn gebouwd;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
een dak dat loodrecht geprojecteerd voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
hieronder wordt verstaan plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken. (Schotel)antennes voor zover gelegen aan het voorerf vallen hier niet onder;
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
parkeerplaatsen t.b.v. (vracht)auto's en overige verkeersvoertuigen waarbij voldaan dient te worden aan het gemeentelijke parkeerbeleid en, voor zover van toepassing, mede dient te worden voldaan aan de eisen t.b.v. de ontsluiting en bevoorrading als opgenomen in het gemeentelijke beleid. Indien het gemeentelijke beleid over een bepaald onderwerp geen (volledig) beeld geeft gelden de normen van het C.R.O.W. als beleidsdocument. Hierbij is voornoemd beleid dat beleid als bedoeld in artikel 3.1.2. lid 2 onder a van Bro en is het hebben en in stand houden van voldoende parkeervoorzieningen een voorwaardelijk verplichting op basis van de Wro;
vormen van recreatief gebruik van het agrarisch gebied en/of bossen en natuurterreinen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;
een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; onder seks en/of pornobedrijf wordt mede begrepen:
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de hoek die het dakvlak maakt ten opzichte van het horizontale vlak gerekend in graden;
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en in samenhang daarmee voor:
met bij een en ander behorende gebouwen en voorzieningen zoals paden, bermen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals een geluidscherm, palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Verbeelding | aanduiding | bouwwijze |
aeg | 'aaneengebouwd' | aaneengebouwde (rij)woningen |
tae | 'twee-aan-een' | twee-aaneen gebouwde woningen |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2 ten behoeve van het:
Bij de afweging om, al dan niet, tot afwijking over te gaan worden in elk geval de volgende aspecten betrokken:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringzone – molenbiotoop' zijn bestemd voor de bescherming van de molenbiotoop.
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' geldt dat de bouwhoogte van bebouwing niet meer mag bedragen dan aangegeven.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt.
Tot een gebruik van gronden strijdig met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.3.1:
De in lid 10.3.2 genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in de leden 10.3.1, 10.3.2, 10.3.3, en 10.3.4, wordt getoetst aan de beleidsregel Parkeernota van de gemeente Nunspeet (2014) in Bijlage 1 bij de planregels dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde, respectievelijk vervangende, beleidsregel.
Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels:
Bij de afweging om, al dan niet, tot afwijking over te gaan worden in elk geval de volgende aspecten betrokken:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van (bestaande) bestemmings- en bouwgrenzen tot niet meer dan 5 m.
Burgemeester en wethouders kunnen de planopzet wijzigen in de vorm van het wijzigen van de in Hoofdstuk 2 opgenomen bestemmingen in andere bestemmingen en/of aanduidingen mits deze zijn opgenomen in Hoofdstuk 2 van dit plan en waarbij, aanvullend op het bepaalde in 12.3, geldt dat de hoofdgroenstructuur in takt moet blijven.
De uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Weversweg fase 2 Hulshorst'.