direct naar inhoud van 3.7 ARCHEOLOGIE EN CULTUURHISTORIE
Plan: Wezenland 39
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01091-vg01

3.7 ARCHEOLOGIE EN CULTUURHISTORIE

Archeologie

Archeologische waarden dienen vanwege de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 1 september 2007) en de op grond daarvan gewijzigde Monumentenwet 1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Doel van de Wet op de archeologische monumentenzorg is namelijk: 'bescherming van aanwezige en te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten'.

Bij het opstellen van het bestemmingsplan Molenbeek is een archeologisch bureauonderzoek en een veldonderzoek middels boringen verricht. De resultaten zijn vastgelegd in de eindrapportage "Molenbeek te Nunspeet, Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen, Vestigia B.V., 5 februari 2007", dat als bijlage bij de plantoelichting van het bestemmingsplan "Molenbeek" is gevoegd. De resultaten uit dit onderzoekt zijn gebruikt voor deze paragraaf.

Specifiek voor de locatie van de manege is in de eindrapportage geen aandacht besteed. Op de locatie zijn wel een zestal boringen verricht, waarvan de resultaten zijn verwerkt in de eindrapport. De volgende conclusie wordt in de eindrapportage beschreven:

Het plangebied Molenbeek te Nunspeet ligt volgens de IKAW-kaart in een gebied met een deels lage en deels middelhoge verwachting op archeologische waarden. Binnen het plangebied ontbreken archeologische en cultuurhistorische waarden geheel en ook in de directe omgeving zijn zij schaars. Het booronderzoek toonde aan dat het oorspronkelijke archeologische landschap voor het grootste gedeelte verstoord was.

Slechts in een klein aantal boringen was nog een deel van de oorspronkelijke bodemopbouw intact. Oude landbouwgronden in de vorm van plaggendekken (enkeerdgronden), waaronder vaak prehistorische bewoningssporen bewaard zijn gebleven, ontbraken binnen het plangebied. Voorts zijn er tijdens het veldonderzoek in de boormonsters geen aanwijzingen aangetroffen voor menselijke aanwezigheid gedurende de prehistorie of de Middeleeuwen in de vorm van vuursteen, aardewerkscherven; metalen, glazen of objecten van organisch materiaal; houtskoolresten; menselijk of dierlijk botmateriaal, enz. Alleen werd in de bouwvoor en in molshopen recent materiaal aangetroffen.

Op basis van de onderzoeksresultaten die geen aanleiding geven adviseert Vestigia b.v. Archeologie & Cultuurhistorie derhalve geen nader archeologisch onderzoek en ziet geen bezwaar tegen de voortgang van de bouwplannen.

Deze bouwplannen betreffen woningbouw. De voorgenomen uitbreiding van de manege kan qua roering van de bodem vergeleken worden met woningbouw. Vanuit archeologisch oogpunt worden geen negatieve gevolgen voorzien van de herziening van het bestemmingsplan.

Cultuurhistorie

In de nabijheid van het plagebied staat een molen, De Duif, waarvoor een molenbiotoop geldt. Deze wordt met het plan gerespecteerd. Hierop wordt in paragraaf 3.12 nader ingegaan. Er zijn op het terrein of in de nabijheid geen andere cultuurhistorische waarden aanwezig waarop het uitbreidingsplan van de manege invloed kan hebben.