Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en bouwwerken:
a.
ten behoeve van een seksinrichting;
b.
van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
c.
als stand- of ligplaats van onderkomens;
d.
als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
1.
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.