Plan: | Molen Oude Hof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01084-vg01 |
Sinds 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen.
De watertoets is een instrument dat er voor zorgt dat bij alle ruimtelijke plannen (landelijk én stedelijk gebied) aandacht is voor de kwaliteit en kwantiteit van water. De watertoets is verplicht voor alle overheden die waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten hebben. Maar ook als bijvoorbeeld een particulier of ondernemer een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig heeft, komt de watertoets aan de orde. In het kader van de Watertoets wordt contact opgenomen met de waterbeheerder. Dit is de overheid die verantwoordelijk is voor het waterbeheer in het plangebied. Meestal het waterschap, soms Rijkswaterstaat of de provincie. In dit geval het waterschap Veluwe.
Het waterschap Veluwe kan zo in een vroeg stadium meedenken over het ruimtelijke plan en bepaalt of het plan genoeg rekening houdt met water. Wanneer het plan is voorgelegd aan het waterschap Veluwe geven zij hierover een 'wateradvies'. De bedenker van het plan moet hier rekening mee houden. Soms moet het plan worden aangepast.
Het algemene waterbeleid dat op het plangebied van toepassing is, staat beschreven in het Nationaal Waterplan van de rijksoverheid, het Waterplan Gelderland van de provincie Gelderland, het Beheerplan van het waterschap Veluwe en het Waterplan Ermelo.
Op Europees, nationaal en stroomgebiedsniveau wordt gewerkt aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW streeft naar duurzame en robuuste watersystemen. Basisprincipes van het nationaal en Europees beleid zijn: meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd en stand-still (géén verdere achteruitgang in de huidige (2000) chemische en ecologische waterkwaliteit).
Het bovenstaande resulteert in twee drietrapsstrategieën die zijn vastgelegd in de het Nationaal Waterplan:
De trits voor waterkwantiteit betekent dat neerslag bij voorkeur wordt vastgehouden op de plaats waar het valt. Indien vasthouden niet mogelijk is, wordt neerslag geborgen in oppervlaktewater. De trits voor waterkwaliteit houdt in dat gestreefd moet worden naar het voorkomen van verontreinigingen. Indien schoonhouden niet mogelijk is, worden schone en vervuilende bronnen gescheiden.
Het plangebied is gelegen in het beheersgebied van waterschap Veluwe. Het waterschap Veluwe heeft een aparte procedure voor postzegelplannen. Onder postzegelplannen worden verstaan: kleine bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen binnen en buiten stedelijk gebied die betrekking hebben op minder dan 10 woningen of de introductie van minder dan 1.500 m2 extra verhard oppervlak. Gelet op het bouwprogramma van het voorgenomen plan, de realisatie van vier nieuwe woningen en de herontwikkeling van een molen is sprake van een postzegelplan. Daarnaast is er 'slechts' een toename van het verhard oppervlak met circa 400 m2.
In het kader van het voorgenomen plan is door Tauw een watertoets opgesteld (Kenmerk R001-4751173WHD-mfv-V03-NL). Deze is als Bijlage 3 aan het bestemmingsplan toegevoegd. De relevante informatie uit de watertoets is in deze paragraaf beschreven.
In de huidige situatie wordt het perceel ten westen van de Oude Hof gebruikt als parkeerplaats voor vrachtwagens. Op het perceel aan de oostkant staat een oude schuur. Samen met de bestrating betreft het in totaal circa 750 m2 aan verharding. Het plangebied heeft een totaal oppervlakte van circa 3.100 m². Het maaiveld ligt op circa 30,2 m +NAP.
Bij het verkennend bodemonderzoek dat op de locatie is uitgevoerd zijn enkele stoffen aangetroffen, waarvan de concentraties de achtergrondwaarden of streefwaarden overschrijden. In de bodem is tevens PAK aangetroffen in concentraties boven de interventiewaarde.
Waterkeringen
Er komen geen waterkeringen in (de nabijheid van) het plangebied voor.
Oppervlaktewater
Ten noorden van het plangebied loopt de Grote Koloniebeek. Deze beek is aangewezen als een SED-watergang (Speciale Ecologische Doelstelling). De watergang ligt meer dan 300 meter van het plangebied.
Grondwater
Het plangebied ligt niet binnen de grondwaterfluctuatiezone zoals deze door de provincie Gelderland is aangewezen. Volgens de wateratlas van de provincie Gelderland komt ter plekke van het plangebied een zeer lage grondwaterstand voor. Het Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand (GHG) ligt op rond de 6,9 meter onder maaiveld. De gemeente geeft echter aan dat hier een schijngrondwaterspiegel heerst wat resulteert in een grondwaterstand van circa 1,5 tot 2 meter onder maaiveld. De gebiedskennis van de gemeente wordt onderbouwd door de resultaten van het bodemonderzoek. Op 6 december 2010 is namelijk een grondwaterstand gemeten van 2,87 m onder het maaiveld. Het gebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Riolering
In de weg bij de te ontwikkelen percelen bevindt zich geen riool voor afvalwater (wel voor het hemelwater, maar hier mogen geen particuliere aansluitingen op komen). Ten zuiden van het plangebied ligt een gemengd rioolstelsel (PVC Ø 160). Het loopt via de Oude Hof richting de Oude Garderenseweg en dan naar de Staverdenseweg. Dit is een beperkt riool (rond 160 mm in diameter).
Natuur
In de nabijheid van het plangebied is geen waterafhankelijke natuur aanwezig.
In de nieuwe situatie wordt de oude schuur gesloopt en wordt de parkeerplaats voor vrachtwagens verwijderd. Aan de westkant van de Oude Hof worden 2 vrijstaande woningen gebouwd en aan de oostkant een tweeonderéénkap. In de toekomstige situatie zal circa 1.150 m2 aan verhard oppervlak gerealiseerd worden. De totale verharding neemt met circa 400 m2 toe ten opzichte van de huidige situatie.
Oppervlaktewater
Naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Het plan veroorzaakt daarmee geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.
Grondwater
Gezien de lage grondwaterstanden (tussen 1,5 en 2,5 meter onder maaiveld) zijn geen extra maatregelen nodig om te voldoen aan de benodigde ontwateringsdiepte. Er wordt geen drainage aangelegd. Hierdoor zal niet structureel grondwater afgevoerd worden. Het plan wordt derhalve ‘grondwaterneutraal’ ontwikkeld.
Hemelwater zal binnen het plangebied worden geïnfiltreerd. Gezien de grondwaterstand is ondergronds infiltratie mogelijk. Bij de realisatie van de woningen worden geen uitlogende bouwmaterialen gebruikt, zodat het te infiltreren hemelwater de bodem en het grondwater niet verontreinigt. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.
Riolering
Het hemelwater binnen het plangebied zal niet afgevoerd worden naar de riolering. Het hemelwater wordt in het plangebied rechtstreeks geïnfiltreerd. Het afvalwater zal via de bestaande riolering ten zuiden van het plangebied worden afgevoerd. Hiervoor moet een nieuw riool worden gelegd. Dit gebeurt in goed overleg met de gemeente. Voor de aansluiting op het bestaande riool is een rioolaansluitvergunning nodig. Het riool zal mogelijk in de berm (en waarschijnlijk op particulier terrein) moeten worden aangelegd.
De extra capaciteit van de huidige rioolleiding is alleen voldoende voor de verwerking van het extra afvalwater van deze ontwikkeling (4 woningen). Mocht het zo zijn dat het noordelijk gelegen gebied ook wordt ontwikkeld dan is het huidige riool te klein en moet er een nieuw riool in noordelijke richting (richting Staverdenseweg) worden aangelegd.
De Watertoets van Tauw is voorgelegd aan het waterschap Veluwe. In een reactie op 15 december 2010 heeft het waterschap laten weten geen opmerkingen op de Watertoets te hebben.