direct naar inhoud van 6.2 Archeologie
Plan: KWEKERIJ DE BLOEMKAMPEN
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01077-vg02

6.2 Archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet, een wijziging op de Monumentenwet 1988, regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Nieuw in de wet is dat gemeenten een archeologische zorgplicht krijgen en dat initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, verplicht zijn rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.

De gemeente Nunspeet heeft een eigen archeologische verwachtingskaart op laten stellen. Op deze gedetailleerde kaart wordt een lage waarde toegedicht aan het plangebied aan de Hullerweg. Het betreft hier een dekzandvlakte waarop vooralsnog geen aanwijzingen zijn aangetroffen van archeologische waarden. Voor 1800 is het gebied ontgonnen en in 1832 bestaat het plangebied uit een divers aantal kavels dat in eigendom is van het Feitenhof van Elburg. Het betreft kavels bouwland (203, 205, 210 en 212), dennenbos (208) weiland (206, 214 en 215) en heide (207) die omgeven worden door houtwallen (hakhout).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01077-vg02_0008.png"

Afbeelding 6.2 Kadastrale minuutplan 1832

De verkaveling binnen het plangebied blijft lange tijd (tot circa 1960) praktisch ongewijzigd. Wel verandert het grondgebruik binnen de kavels ten gunste van bouwland. Het kavel dennenbos verandert voor 1932 ook in bouwland. Mogelijk dat door het gebruik van de kavels als bouwland de percelen door bemesting enigszins zijn opgehoogd. Door het historische gebruik van de grond alsmede de daarbij behorende activiteiten binnen het plangebied (bouwland, dennenbos en het kappen daarvan) en de lage verwachtingswaarde die de gemeentelijke verwachtingskaart voor archeologie aangeeft, is een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.

Indien bij grondwerkzaamheden een archeologische vondst aan het licht komt, is de vinder verplicht conform de Monumentenwet artikel 53 deze vondsten te melden bij het bevoegd gezag, de gemeente Nunspeet of de regioarcheoloog.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01077-vg02_0009.png"

Afbeelding 6.3 Historische kaart 1932