direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur - Landschap
Plan: KWEKERIJ DE BLOEMKAMPEN
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01077-vg02

Artikel 4 Natuur - Landschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos, houtwallen, solitaire bomen, heide, zandverstuivingen, vennen en houtproductie;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke waarde en de landschappelijke waarde;
  • c. een duurzame landschappelijke afscherming door middel van een houtwal/ houtsingel ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel';
  • d. bestaande wegen, wandel-, fiets- en ruiterpaden;
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  • f. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals parkeervoorzieningen ten behoeve van toeristische overstappunten;
  • g. voorzieningen ten behoeve van educatieve natuurdoeleinden en extensieve (dag)recreatie;
  • h. kantoor, werkplaats, opslagterrein en kantine ten behoeve van werkzaamheden gericht op het beheer, behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke waarden en landschappelijke waarden welke ten dienste staan van natuurbeheer;

met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken en terreinen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Natuur - Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegestaan binnen deze bestemming.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 4.3.1 ten behoeve van onderhouds- en beheersgebouwen en jacht- en vogelkijkhutten, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40 m2;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6 m;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. ten behoeve van de bouw van veldschuren ten behoeve van een schaapskooi, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 400 m²;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 8 m;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van:

  • a. de aanleg van nieuwe wandel-, fiets- en ruiterpaden;
  • b. het vellen of rooien van houtopstanden, houtwallen, singels, bomenrijen, boomgroepen en/of bos ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel'. Selectieve dunning en regulier onderhoud is wel toegestaan.

4.4.2 Uitsluiting omgevingsvergunning tijdelijke afwijking

In verband met het belang ter bescherming waarvan deze bestemming is opgenomen, is het verlenen van een omgevingsvergunning waarmee tijdelijk van het bestemmingsplan wordt afgeweken niet toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 4.4.1 in die zin dat nieuwe wandel-, fiets- en/of ruiterpaden worden aangelegd dan wel de tracés van bestaande wandel-, fiets- en/of ruiterpaden worden gewijzigd, met dien verstande dat:
    • 1. de afwijking uitsluitend wordt toegepast voor de aanleg van nieuwe paden en/of het verleggen van bestaande paden ten behoeve van de verbetering van natuurwaarden vanuit beheerinrichting;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.6.1 Vergunningsplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het verwijderen van landschaps- en/of natuurelementen;
  • b. het vergraven en egaliseren van gronden;
  • c. de wijziging van de waterhuishouding of van waterstanden beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
  • d. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het aanleggen van nieuwe waterlopen en het vergraven, verbreden en dempen van bestaande waterlopen en vennen;
  • g. het ophogen van gronden en aanleggen van geluid- en/of grondwallen;
  • h. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • i. het vellen of rooien van houtopstanden, houtwallen, singels, bomenrijen, boomgroepen en bos.

4.6.2 Uitzondering

Het bepaalde in 4.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;

  • a. normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden en/of normaal bosbeheer betreffen;
  • b. worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan.

4.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.