direct naar inhoud van Artikel 6 Leiding - Gas
Plan: KROONLAAN - ZEEWEG
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01064-vg02

Artikel 6 Leiding - Gas

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  • a. een gasleiding, ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-gas';
  • b. de bescherming van de in de strook gelegen leidingen.
6.2 Bouwregels

Op en in gronden als bedoeld in lid 6.1 mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 afwijking

Met een omgevingsvergunning kan in overleg met de leidingbeheerder worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 in die zin dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming waarbij de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m mag bedragen, met dien verstande dat:

- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen en goederen en een doelmatig en veilig functioneren van de leidingen.

6.3.2 procedure

Alvorens te beslissen over een aanvraag om omgevingsvergunning wordt de betreffende leidingbeheerder gehoord.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 vergunningsplicht

Voor de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het bebossen of anderszins beplanten met hoogopgaande beplanting;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanbrengen van bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • d. het ophogen van gronden;
  • e. het bewerken van en graven, boren of roeren in de bodem dieper dan 0,3 m;
  • f. het vergraven van oevers en het verlagen van de waterstand van waterlopen;
  • g. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning krachtens de Ontgrondingenwet is vereist, en het egaliseren van gronden;
  • h. het verrichten van grondwerkzaamheden tot op het niveau van de grondwaterstand.
6.4.2 uitzondering

Het bepaalde in 6.4.1 is niet van toepassing op werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden die normale onderhoudswerkzaamheden betreffen.

6.4.3 toetsingscriteria

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de in strook gelegen leidingen.

6.4.4 procedure

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt de betreffende leidingbeheerder gehoord.