direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Laan 60
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01051-ow01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan huis gebonden beroepen ter plaatse van de aanduidingen:

aeg aaneengebouwde woningen;

en

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - pension' is een pension met ten hoogste 21 kamers toegestaan;

met bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken en andere bijbehorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 bouwen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.2 eisen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1 gelden de volgende eisen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van de hoofdgebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de maatvoering is aangegeven;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken mogen niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

bouwwerken   maximale goothoogte   maximale bouwhoogte  
bijbehorende bouwwerken   3 m   5 m  
palen en vlaggenmasten     6 m  
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van een woning:     1 m  
overige erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken met uitzondering van een pergola     2 m  
pergola      
  • d. van de bij een hoofdgebouw behorende gronden als bedoeld in artikel 4.1, niet meegerekend die binnen het bouwvlak, mag ten hoogste 50% worden bebouwd, tenzij het bestaande percentage groter is, in welk geval het bestaande percentage als maximum geldt;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 60 m² bedragen, onverminderd het bepaalde onder d, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. Het bepaalde in sublid 4.2.2 c ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken aan hoofdgebouwen tot de goothoogte van het betreffende hoofdgebouw, mits:
    • 1. het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
    • 2. het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast.
  • b. Het bepaalde in sublid 4.2.2 c ten behoeve van het bouwen van een praktijkruimte, als gebouw bij een hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de praktijkruimten niet meer mag bedragen dan 50% van de gezamenlijke oppervlakte van de het hoofdgebouw en de bijbehorende gebouwen, tot ten hoogste 75 m2;
    • 2. de goothoogte en de bouwhoogte van de praktijkruimte niet meer mag bedragen dan respectievelijk 3 m en 5 m.
  • c. Van het bepaalde in sublid 4.2.2 d ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken tot een gezamenlijke oppervlakte van 75 m2, mits de oppervlakte van de bij het betreffende hoofdgebouw behorende gronden meer dan 600 m2 bedraagt en ten minste 50% van de oppervlakte van het erf onbebouwd blijft.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. Van het bepaalde in lid 4.1 onder a ten behoeve van het gebruiken en inrichten van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken voor andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten dan aan huis gebonden beroep, zoals die van accountant, advocaat, architect, arts of kunstenaar, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van ruimten voor de andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten bij eenzelfde hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 25% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, en ten hoogste 45 m2;
    • 2. die andere beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten:
      • niet-milieuvergunningplichtig en/of niet-meldingsplichtig zijn;
      • in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangemerkt als categorie 1, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
      • geen horeca betreffen;
      • geen detailhandel betreffen;
      • geen wezenlijke verandering van het woonkarakter en de uiterlijke verschijningsvorm van het hoofdgebouw met zich meebrengen;
      • geen buitenopslag met zich meebrengen;
      • geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk in de omgeving met zich meebrengen, met dien verstande dat:
      • het parkeren ten behoeve van die activiteiten zo veel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
      • behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond het hoofdgebouw mogen plaatsvinden.