direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: HARDERWIJKERWEG 461 - 463
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01037-vg02

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor akkerbouw, weidebouw, tuinbouw, kwekerij en pluimvee- en andere veehouderij. De met de functieaanduiding 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor autohandel als nevenactiviteit.

3.1.1 Uitzonderingen

Van agrarische bedrijvigheid als bedoelt in lid 3.1, zijn uitgezonderd fokkerijen en mesterijen van eenden, ganzen en kalkoenen in de open lucht en van pelsdieren, alsmede vis-, wormen- en madenkwekerijen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen binnen bouwvlak

Binnen elk bouwvlak mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing. Onder bebouwing zijn begrepen ten hoogste twee bedrijfswoningen en daarbij behorende bijgebouwen binnen elk bouwvlak. Ten behoeve van de nevenactiviteit autohandel mag één gebouw van maximaal 350 m² hiervoor gebouwd worden. De goot- en bouwhoogte van gebouwen, bouwwerken en de inhoud van een bedrijfswoning mogen niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. goothoogte   max. hoogte   max. inhoud  
       
bijgebouwen   3 m   6 m    
bedrijfswoningen en overige gebouwen   6 m   9 m    
andere bouwwerken     10 m    
bedrijfswoning       600 m³  

3.2.2 Gebouwen buiten bouwvlak

Buiten bouwvlakken mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken en gebouwen ten dienste van agrarische bedrijvigheid, zoals veldschuren en schuilgelegenheden, een en andere uitgezonderd bouwwerken voor mestopslag. Voor het bouwen gelden de volgende eisen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bij een eenzelfde agrarische bedrijf behorende gebouwen mag niet meer dan 75 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 m en de hoogte niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de hoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen.

3.2.3 Ontheffing bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1, ten behoeve van het bouwen als in dat lid bedoeld, met overschrijding van het bouwvlak met ten hoogste van 10% van de oppervlakte van het bouwvlak, tot een afstand van 30 m uit de aangegeven grens van dat bouwvlak en aansluitend aan bebouwing binnen dat bouwvlak, indien de noodzaak daarvan voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond;
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.1, ten behoeve van het binnen een bouwvlak en maximaal 50 meter direct aansluitend daarbuiten gebruiken van gronden, in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober, als standplaats voor ten hoogste tien en gedurende maximaal zes weken in die periode van ten hoogste vijftien kampeermiddelen. Binnen het bouvlak bouwen van daarbijbehorende, niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals sanitaire ruimten en andere bouwwerken, tot een gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen van 20 m², een goothoogte van 3 m en een hoogte van 5 m, mits wordt voorzien in een redelijke inpassing van een en ander in het landschap, al of niet met behulp van een blijvend afschermende beplanting.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Buitenopslag ten dienste van de nevenactiviteit als bedoeld in artikel 3.1 is niet toegestaan.