direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: NUNSPEET-CENTRUM
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01022-vg02

Artikel 3 Bedrijf

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven van categorie 1 in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:

verbeelding   aanduiding   omschrijving  
nv   'nutsvoorziening'   nutsvoorziening  
op   'opslag'   opslag  
sb-1   'specifieke vorm van bedrijf – garage met showroom'   garage met showroom  
sb-7   'specifieke vorm van bedrijf – drukkerij'   drukkerij  
sb-22   'specifieke vorm van bedrijf – loodgietersbedrijf'   loodgietersbedrijf  
sb-26   'specifieke vorm van bedrijf – bakkerij met winkel'   bakkerij met winkel  
vm   'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'   verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg  

  • c. per vestiging één bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geen bedrijfswoning is toegestaan;

met bij een en ander bijbehorende bouwwerken en voorzieningen zoals paden, bermen, tuinen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens-, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.

3.2 bouwregels
3.2.1 bouwen

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 3.1 mag uitsluitend bij de bestemming behorende bebouwing worden gebouwd:

3.2.2 eisen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 3.2.1 gelden de volgende eisen:

  • a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', aangegeven percentage bedragen;
  • c. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte, behoudens bijbehorende bouwwerken waarvan de goothoogte niet meer dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 5,5 m mag bedragen;
  • d. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 120 m2, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte;
  • e. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning mogen niet meer bedragen dan 3,5 m respectievelijk 5,5 m;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 75 m2, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte;
  • g. kelders mogen uitsluitend worden gerealiseerd loodrecht onder de bedrijfswoning tot een diepte van niet meer dan 3,5 m;
  • h. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken geen gebouwen zijnde   maximale bouwhoogte  
palen, masten en reclame- en andere tekens:   4 m  
luifels:   6 m  
andere overkappingen met een open constructie:   3 m  
kunstwerken:   4 m  
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het dichtst bij de weg gelegen bouwwerk:   1 m  
overige erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde:   2 m  
3.3 specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van:

  • a. het gebruik van een bedrijfswoning en de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken voor een aan huis verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, met dien verstande dat dit is toegestaan indien:
    • 1. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning met de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, mits deze gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2;
    • 2. de uitstraling als bedrijfswoning intact blijft;
    • 3. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
    • 4. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaak;
    • 5. geen detailhandel wordt uitgeoefend;
    • 6. geen sprake is van reclame-uitingen en buitenopslag;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • d. het gebruik van een bedrijfswoning ten behoeve van de huisvesting van een tweede of derde huishouden.
3.4 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 3.1 onder a ten behoeve van andere bedrijven, die in de bijlage "Staat van Bedrijfsactiviteiten" vallen onder 1 categorie hoger dan per geval krachtens artikel 3.1 onder a is toegestaan, mits deze, gezien de gevolgen daarvan voor de woonomgeving, redelijkerwijs kunnen worden aangemerkt als bedrijven die ter plaatse krachtens artikel 3.1 onder a zijn toegestaan;
  • b. artikel 3.1 onder a ten behoeve van andere bedrijven, die niet in de bijlage "Staat van Bedrijfsactiviteiten" zijn genoemd en daarmee naar aard, omvang en/of intensiteit vergelijkbaar zijn;
  • c. artikel 3.1 ten behoeve van mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk of een aparte unit bij een (bedrijfs)woning, met dien verstande dat:
    • 1. de zorgbehoefte objectief aannemelijk is gemaakt;
    • 2. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg het bijbehorend bouwwerk ongeschikt wordt gemaakt voor bewoning ten behoeve waarvan een overeenkomst wordt gesloten;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. artikel 3.1 ten behoeve van bed & breakfast, met dien verstande dat:
    • 1. bed & breakfast uitsluitend mag plaatsvinden in een legaal aanwezige (bedrijfs)woning, waarbij geldt dat ook de deel van een (voormalige) boerderij wordt geacht deel uit te maken van de (bedrijfs)woning;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte voor bed & breakfast niet meer mag bedragen dan 40% van de gebruiksoppervlakte van de (bedrijfs)woning en tevens niet meer dan 120 m2, waarbij onder de oppervlakte voor bed & breakfast worden begrepen:
      • slaapkamers
      • bad-, douche- en toiletruimten, die niet gedeeld worden met bewoners;
      • een gemeenschappelijke ruimte van niet meer dan 30 m2;
    • 3. niet meer dan vier slaapkamers met elk maximaal twee bedden (exclusief kinderbedjes) zijn toegestaan;
    • 4. een kookvoorziening niet is toegestaan;
    • 5. de maximum verblijfsduur per recreant niet meer dan tien dagen achtereen mag bedragen;
    • 6. het gebruik ten behoeve van bed & breakfast geen onevenredige afbreuk mag doen aan:
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
      • de ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen bedrijven;
      • het straatbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
    • 7. parkeervoorzieningen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste gelijk moet zijn aan het aantal slaapkamers dat voor bed & breakfast wordt aangewend;
    • 8. bed & breakfast uitsluitend mag worden geëxploiteerd door de bewoner(s) van de (bedrijfs)woning;
    • 9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. artikel 3.1 in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één huishouden ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat:
    • 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede of derde (huishouden van een) persoon;
    • 2. de bestaande bouwmassa van de bedrijfswoning niet wordt vergroot en er geen sprake is van splitsing in meerdere woningen;
    • 3. er sprake blijft van één hoofdtoegang en één aansluiting op de verschillende nutsvoorzieningen en er geen toename van het aantal inritten naar het perceel plaatsvindt;
    • 4. er geen sprake is van kadastrale splitsing van het perceel.
3.5 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in Wonen en de aansluitende gebiedsbestemming(en) en daarbij aanduidingen opnemen, met dien verstande dat:

  • a. de bedrijfsvoering is of wordt beëindigd dan wel geen sprake meer is van een reële bedrijfsvoering;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.