direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: PERCELEN POPPESWEGJE 27 Bestemmingsplan buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01019-vg01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.1.1 De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  • a. akkerbouw, weidebouw, tuinbouw, kwekerij en grondgebonden veehouderij;
  • b. de ontwikkeling van landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding houtsingel;
  • c. pensionstalling ter plaatse van de aanduiding paardenhouderij, met dien verstande dat:
    • 1. de pensionstalling ondergeschikt is aan de agrarische activiteit;
    • 2. geen buitenopslag plaatsvindt;
    • 3. de maximale oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de pensionstalling niet meer dan 350 m² bedraagt, waarbij maximaal 200 m² nieuwbouw is toegestaan.

met daarbij behorende:

  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. andere werken en voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Binnen bouwvlak:

Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in artikel 3.1.1, mag uitsluitend worden gebouwd de bij één agrarisch bedrijf behorende bebouwing. Onder bebouwing zijn begrepen ten hoogste één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen binnen elk bouwvlak.

3.2.2 Voor het bouwen binnen de bouwvlakken gelden de volgende eisen:
  • a. de goothoogte van gebouwen en de hoogte van bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. goothoogte   max. hoogte  
bijgebouwen en carports   3 m   6 m  
bedrijfswoningen en overige gebouwen   6 m   9 m  
andere bouwwerken   -   10 m  
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien vaststaat dat binnen hetzelfde bouwperceel een of meer andere gebouwen ten behoeve van het betreffende agrarisch bedrijf gebouwd worden of zijn;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m3 bedragen;

3.2.3 Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken en gebouwen ten dienste van agrarische bedrijvigheid en pensionstalling, zoals veldschuren en schuilgelegenheden en andere, uitgezonderd bouwwerken voor mestopslag.

Voor het bouwen gelden de volgende eisen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bij een eenzelfde agrarisch bedrijf behorende gebouwen mag niet meer dan 75 m2 bedragen;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 m en de hoogte niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de hoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen.