direct naar inhoud van Artikel 11 Landgoed
Plan: Buitengebied Zuid en West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp1500BgebiedZW-vs01

Artikel 11 Landgoed

11.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. één vrijstaande woning;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke waarden, natuurwaarden en cultuurhistorische waarden;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, wegen en paden.

11.2 bouwregels
11.2.1

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de inhoud van de woning bedraagt maximaal 1.200 m3;
  • c. de goothoogte van de woning bedraagt maximaal 6,5 m;
  • d. de bouwhoogte van de woning bedraagt maximaal 10 m;
  • e. de oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt maximaal 150 m2;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,5 m.
11.2.2

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,7 m.

11.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.3.1

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 11.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen, rooien en/of kappen van houtwallen en/of houtsingels;
  • b. afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • c. aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van poelen, kolken en watergangen;
  • d. aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telefooncommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
11.3.2

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 11.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, natuurwaarden en cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

11.3.3

Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 11.3.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.