4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Bij het bouwen van gebouwen, zoals vermeld in 4.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:
-
a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
-
b. de maximale goothoogte, bouwhoogte en bebouwingspercentage zijn ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven;
-
c. de maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage zijn ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven;
-
d. in afwijking van het bepaalde in b en c geldt voor bedrijfswoningen de bestaande goot- en/of bouwhoogte als maximum. De bestaande inhoud van de bedrijfswoning geldt als maximum;
-
e. ter plaatse van de 'specifieke vorm van bedrijventerrein - kantoor en laboratoria' mag maximaal 80% van de oppervlakte van het gebouw een maximale goothoogte hebben van 11,2 m en maximaal 20% een goothoogte van 8 m;
-
f. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt minimaal 3 m.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
-
a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de openbare weg gekeerde voorgevel van een gebouw 1 m;
-
b. overige erf- en terreinafscheidingen 3 m;
-
c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 20 m.
4.2.3 Parkeren
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt niet eerder verleend dan nadat is aangetoond dat ten behoeve van het betreffende bedrijf op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien overeenkomstig de normering zoals vermeld in de van deze regels onderdeel uitmakende bijlage 2 'Parkeernormen'.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijkingsbevoegdheden
Bij omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van het bepaalde in:
-
a. artikel 4.2.1, onder b en c, voor het verhogen van de maximale bouwhoogte van gebouwen met maximaal 2 m;
-
b. artikel 4.2.1, onder b en c, voor het verhogen van het bebouwingspercentage van het bouwperceel tot maximaal 80%;
-
c. artikel 4.2.2 onder a, voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot 4 m;
-
d. artikel 4.1.3 voor het verplaatsen van een bestaande legale bedrijfswoning, aangeduid met 'bedrijfswoning', binnen het bouwperceel;
-
e. artikel 4.1.3 voor het toelaten van één nieuwe bedrijfswoning, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geen bedrijfswoning toegestaan';
-
f. artikel 4.1.3 voor het toelaten van een nieuwe of het verplaatsen van een inpandige bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfswoning - 1'.
4.3.2 Afwijkingscriteria
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad;
-
c. door middel van een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat ter plaatse van de woning voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ten gevolge van wegverkeer conform de Wet geluidhinder en dat ter plaatse van de nieuwe woning geen overschrijding optreedt van de geluidsnormen uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;
-
d. door middel van een luchtcheck blijkt dat de woning binnen 50 meter van een weg met meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal gewenst is.
-
e. er bestaan geen andere milieuhygiënische belemmeringen.
4.3.3 Afwijkingsbevoegdheid parkeernormen
Bij omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.3 voor het afwijken van de parkeernormen zoals opgenomen in de bijlage 2 'Parkeernormen', mits wordt aangetoond dat op andere wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in de naast hogere categorie van bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan ter plaatse is toegestaan, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk gesteld kan worden met een bedrijf van die naast hogere categorie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
-
b. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.