direct naar inhoud van Artikel 8 Waterstaat - Grondwaterkwaliteit
Plan: Correctieve herziening Hart van de Wijk Waterkwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp0709HvdW1eherz-oh01

Artikel 8 Waterstaat - Grondwaterkwaliteit

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Grondwaterkwaliteit aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 bouwregels
8.2.1

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 6) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

8.2.2

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

8.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

8.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van het waterleidingbedrijf. In het geval van een negatief advies van het waterleidingbedrijf wordt de bedoelde omgevingsvergunning niet eerder verleend dan nadat van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen geen bezwaar hebben.

8.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 
8.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 8.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
8.4.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de kwaliteit van het grondwater en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

8.4.3

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf. In geval een negatief advies van het waterleidingbedrijf wordt verkregen, wordt de omgevingsvergunning niet eerder verleend dan nadat van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de omgevingsvergunning geen bezwaar hebben.

8.4.4

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende omgevingsvergunning.