direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Herziening Lunettetuin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp0708LunetteHerz-oh01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. rijwoningen, met dien verstande dat het maximum aantal woningen 137 bedraagt;
  • b. aan huis verbonden beroepen en consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten met een maximale vloeroppervlakte van 33,3% van de vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 50 m2;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en bijbehorende parkeervoorzieningen en paden.

6.2 Bouwregels
6.2.1

Het bebouwingspercentage van een bouwperceel bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage.

6.2.2

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de horizontale diepte bedraagt maximaal 12 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de voorgevel van een hoofdgebouw wordt in, dan wel maximaal 3 m uit, de lijn ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gesitueerd.
6.2.3

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • b. gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw maximaal 40 m2;
  • c. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen maximaal 6 m mag bedragen;
  • d. bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' maximaal 6 m;
  • e. bouwhoogte op de gronden anders dan bedoeld onder d, maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
6.2.4

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,6 m;
  • c. erf- en terreinafscheidingen op de achterste perceelsgrens 2,6 m;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
6.3 Afwijking van de bouwregels
6.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 6.2.1 voor het verhogen van het maximum bebouwingspercentage met maximaal 10% van het toegestane bebouwingspercentage;
  • b. artikel 6.2.3 onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel voor het bouwen van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. artikel 6.2.3 onder b voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot maximaal 55 m2;
  • d. artikel 6.2.3 onder b voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot 75 m2, uitsluitend in verband met het gebruik van genoemde bouwwerken als afhankelijke woonruimte, mits een dergelijk gebruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg.
6.3.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.