direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer
Plan: Warnsveld Kom Zuid 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.52bp1300WKomZuid-vs01

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. onderdoorgangen en bruggen;
  • c. bermen, bomen, boomstructuren, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • e. nutsvoorzieningen en ondergrondse leidingen;
  • f. een parkeerterrein ten behoeve van vrachtauto's ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' het behoud en herstel van hoofd- en nevengroenstructuren,

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels

Bij het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vermeld lid 11.1, gelden de aanduidingen op de verbeelding, waarbij tevens geldt dat er plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' niet gebouwd mag worden. Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels . Tevens moet worden voldaan aan de volgende regels:

11.2.1 Gebouwen

Op of in deze grond mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 4 m;
  • b. lichtmasten maximaal 8 m.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van straatmeubilair;
  • c. het kappen van bomen.

11.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het in lid 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. andere werken en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere werken en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voordat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

11.4.3 Criteria

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenstructuur' kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige aantasting van de betreffende groenstructuur plaatsvindt in die zin dat door de werken of de werkzaamheden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de groenstructuur negatief wordt beïnvloed;
  • b. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen.

Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.