direct naar inhoud van Artikel 6 VERKEER
Plan: Groot Holthuizen en Hengelder II
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02990000BP99GHHENGELII-

Artikel 6 VERKEER

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor VERKEER aangewezen gronden zijn bestemd voor
wegen, straten en paden, voet- en rijwielpaden, waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken - zoals lichtmasten, informatieborden, verkeerstekens, kunstobjecten en straatmeubilair - geluidwerende voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, water, nutsvoorzieningen,
parkeer- en groenvoorzieningen en al dan niet gelijkvloerse kruisingen met (spoor)wegen en water, tunnels en bruggen inbegrepen. Daar waar op de plankaart de aanduiding onderdoorgang is opgenomen is uitsluitend een onderdoorgang toegestaan ter kruising van de spoorlijn.

6.2 Bouwvoorschriften

Op de tot VERKEER bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de bestemming.

6.2.1 Andere-bouwwerken

Voor andere-bouwwerken geldt de volgende bepaling:

de bouwhoogte mag niet meer dan 4 m mag bedragen, met uitzondering van palen, masten en verkeerstekens, waarvoor geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 12 m mag bedragen.

6.3 Vrijstelling
6.3.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 6.1 en 6.2 en toestaan dat de gronden gebruikt worden voor de bouw van ten hoogste twee verkooppunten voor motorbrandstoffen met lpg met de daaraan ondergeschikte en bijbehorende detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. de te bebouwen oppervlakte niet meer mag bedragen dan 500 m2;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • c. de bouwhoogte van luifels niet meer mag bedragen dan 8 m en de bouwhoogte van overige andere-bouwwerken niet meer dan 5 m;
  • d. de lpg doorzet mag niet meer dan 1.000 m3 bedragen.
6.3.2 Afwegingskader vrijstellingsbevoegdheid

De in 6.3.1 genoemde vrijstelling wordt slechts verleend, indien in voldoende mate wordt voorzien in parkeergelegenheid en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de externe veiligheid.
6.3.3 Procedure

Bij gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid is de in 24.1 opgenomen procedure van toepassing.