Plan: | Ruimte voor de Rivier 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0299.BV00RVDR2016-VA01 |
het bestemmingsplan Ruimte voor de rivier van de gemeente Zevenaar;
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0299.BV00RVDR2016-VA01 bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk (niet zijnde detailhandel) maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, dan wel ontwerptechnisch gebied, door de gebruik(st)er van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;
een op de verbeelding door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in zowel functioneel als architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw;
Wat een bodemingreep is, wordt bepaald in artikel 1 van de planregels. Het is een brede
bepaling die voorts niet limitatief is. Het niet-limitatieve karakter houdt in dat als een bepaalde ingreep niet is benoemd in dit begrip, dat die niet genoemde ingreep dan nog wel valt onder de omgevingsvergunning.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens de bepalingen van het plan bebouwing met een bouwwerk of bij elkaar behorende bouwwerken is toegestaan;
elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren, en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein;
Het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten, dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking, waarbij het schenken van alcoholische dranken is toegestaan.
Een terrein waar meerdere jaarlijks terugkerende evenementen plaatsvinden.
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;
elk bouwwerk, dat (een) voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte(n) vormt;
plaatsen van kampeermiddelen door groepen uitgaande van een vereniging of andere organisatie met een doelstelling van sociale, culturele of educatieve of wetenschappelijke aard;
en bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
Een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of aangemeerd houden van pleziervaartuigen;
tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans; enige andere onderkomens of enige andere voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
onverharde weg
wegen die niet verhard zijn (zandwegen) dan wel wegen die semi-verhard zijn; een weg is semi-verhard indien door middel van het aanbrengen van puin, grint of schelpen een zekere verharding heeft plaatsgevonden;
vormen van dagrecreatie waarbij kenmerkend is een zekere mate van behendigheid met en beheersing van gebruikte voer- of vaartuigen, apparaten en toestellen, onder meer in de vorm van kanoën, paintball, skate- en skeelersporten;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
het (al dan niet tijdelijk) gebruiken van een voor recreatieve bewoning bedoelde wooneenheid als hoofdverblijf;
een natuurlijk persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, zich beschikbaar stelt of aanbiedt om tegen een vergoeding seksuele of erotische handelingen te verrichten;
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient als recreatieverblijf waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
een gebouw, geen kampeermiddel zijnde, dat bedoeld is voor recreatief verblijf, niet zijnde permanente bewoning en dat gedurende het hele jaar wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen. De gebruikers hebben hun hoofdverblijf elders dan in de recreatiewoning.
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
Ook indien dit onderkomen wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt het voor de toepassing van dit plan aangemerkt als stacaravan;
gedeelte van een recreatieterrein dat bestemd is voor het plaatsen van één kampeermiddel, stacaravan of recreatiewoning inclusief bijbehorend bijgebouw in de vorm van een berging. Andere bouwwerken zijn niet toegestaan.
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van deze planherziening;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
van het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk;
maximaal een derde van de gezamenlijke goot- en/of boeiboordlengten;
van het peil tot aan de bovenkant van de goot, het boeiboord of de druiplijn van een gebouw;
ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, masten, lichtkoepels, windvanen en daksierelementen;
bijgebouwen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, de harten van scheidsmuren, de dakvlakken en boven de begane grondvloer;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren en boven de begane grondvloer;
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang.
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
Voor wat betreft (dienst)woningen wordt bij de toepassing van de bovenstaande bepalingen niet meegerekend voor de:
De voor "AGRARISCH- MET WAARDEN" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De voor "BEDRIJF- MOBIELE BOOTSERVICE" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De voor "MAATSCHAPPELIJK" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen in de vorm van een clubhuis met bergings-voorzieningen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen en (on)bebouwde gronden.
Bedrijfs-of dienstwoningen zijn niet toegestaan.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 11.1 omschreven bestemmingen en met inachtneming van de hierna volgende bepalingen.
De voor "NATUUR" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De voor "RECREATIE-DAGRECREATIE" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen in de vorm van kiosken, sanitaire ruimten, ontsluitings- en parkeervoorzieningen en (on)bebouwde gronden.
gebouw 1: sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 2: sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 3: sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 4: sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 5: kiosk (detailhandel)/sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 6: kiosk (detailhandel)/sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 7: sanitaire voorzieningen/berging;
gebouw 8: sanitaire voorzieningen/berging.
- speeltoestellen maximaal 10 m bedraagt;
- verlichting en verwijsborden maximaal 6 m bedraagt;
- overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3 m bedraagt.
De voor "RECREATIE-JACHTHAVEN” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
“Jachthaven 't Eiland” | maximaal 400 ligplaatsen |
“Jachthaven Giesbeek” | maximaal 480 ligplaatsen |
“Jachthaven De Rhederlaagse Meren/ De Mars” | maximaal 300 ligplaatsen |
“Jachthaven De Mars” | maximaal 450 ligplaatsen |
“Jachthaven De Veerstal” | maximaal 300 ligplaatsen |
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen in de vorm van een botenhuis, een clubhuis of kantine (met incidentele overnachtingsmogelijkheid voor leden in verband met evenementen), kantoor-, receptie-, werk- en opslagruimten, toilet- en sanitaire ruimten, ontsluitings- en parkeervoorzieningen en (on)bebouwde gronden.
gebouwen: de gebouwen zoals aangegeven in tabel 8 en de daarbij behorende perceelskaarten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels;
bouwwerken, geen gebouw zijnde.
- verlichting, verwijsborden en steigerpalen maximaal 6m bedraagt;
- overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3m bedraagt.
De voor "RECREATIE – LANDSCHAPSWAARDEN" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen, EHBO-posten en bergingen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen en (on)bebouwde gronden.
anders dan bedoeld in artikel 7.2.2 mogen uitsluitend demontabel, verplaatsbaar en/of verrijdbaar worden geplaatst.
anders dan bedoeld in artikel 7.2.2 mogen uitsluitend demontabel, verplaatsbaar en/of verrijdbaar worden geplaatst.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2. onder b en de volgende bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van outdoor activiteiten toestaan, in de vorm van:
De voor "verblijfsrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen in de vorm van kampwinkels, kantoor-, receptie-, werk- en opslagruimten, kiosken, horecavoorzieningen, sanitaire ruimten, ontsluitings- en parkeervoorzieningen en (on)bebouwde gronden.
- verlichting en verwijsborden maximaal 6 m bedraagt;
- van speeltoestellen maximaal 4 m bedraagt;
- van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3 m bedraagt.
De voor "VERKEER" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bij verlichting en verwijsborden maximaal 8 m bedraagt
- bij overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3m bedraagt.
De voor "WATER" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
b. de waterhuishouding;
c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
d. zandwinning;
e. de aan- en afvoer van water en de waterberging;
f. dagrecreatie in de vorm van zwemmen, duiken, surfen, vissen en varen;
g. een aanlegsteiger ten behoeve van de beroepsvaart, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “aanlegsteiger beroepsvaart”;
h. ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen aanlegsteigers voor de recreatieve vaart geldt onderstaande tabel:
- "a1": | een aanlegsteiger voor maximaal 11 ligplaatsen |
- "a2": | een aanlegsteiger voor maximaal 5 ligplaatsen |
- "a3": | een aanlegsteiger voor maximaal 10 ligplaatsen |
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 15.1.1 omschreven bestemmingen en met inachtneming van de hierna volgende bepalingen.
15.2.2 Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan met een bouwhoogte die:
- bij bouwwerken ten behoeve van A-watergangen maximaal 2m bedraagt;
- bij overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3m bedraagt.
De voor "WATER-RIVIER" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De voor "wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de vastgestelde en verwachte archeologische waarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met
uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
De voor "zone industrielawaai" aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming dan wel instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, mogen op de in artikel 22.3.1 bedoelde gronden geen nieuwe woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 22.3.2, mits gebruik kan worden gemaakt van een vóór de vaststelling van het plan verkregen hogere grenswaarde.
De voor "zone dijk" aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de instandhouding, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
22.2.2 In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 22.2.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de hierna volgende bepalingen.
22.2.3 Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegestaan met een hoogte van
maximaal 2 m.
22.2.4 Specifieke gebruiksregels
Een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden wordt niet eerder verleend dan nadat advies is ingewonnen van de beheerder van de waterkering.
Gronden met de aanduiding "zone vogelrichtlijn" zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de volgende natuurwaarden:
– open water en moerassen;
– droge en natte graslanden;
– zand- en modderbanken.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels mag op de in artikel 22.1.1 bedoelde gronden uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van een plan of project dat direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied.
22.1.3 Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde onder 22.1.2 voor het bouwen ten behoeve van een plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, met inachtneming van het hierna volgende.
Voor plannen of projecten die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het
Beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor het gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied zoals opgenomen in het besluit van besluit van 24 maart 2000, nr. N/2000/032 (aanwijzing IJssel als speciale beschermingszone), zoals gewijzigd bij besluit van 25 april 2003, nr. DN.2002/1463.
De verplichting tot het opstellen van een passende beoordeling geldt niet, indien het plan
of project een voortzetting of herhaling betreft van een plan of project ten aanzien waarvan reeds eerder een passende beoordeling is opgesteld en redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat een nieuwe passende beoordeling geen nieuwe gegevens of inzichten kan opleveren met betrekking tot de significante gevolgen van het plan of project.
22.1.4 Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.1.3 kan slechts worden verleend, indien het bevoegd gezag de zekerheid heeft verkregen dat het plan of project de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied, niet zal aantasten.
22.1.5 In afwijking van het bepaalde in 22.1.4 kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning
als bedoeld in 22.1.3 verlenen, indien het plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij het ontbreken van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd.
22.1.6 In het geval als bedoeld in 22.1.5 worden compenserende maatregelen genomen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft.
22.1.7 Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 22.1.1 bedoelde gronden ten behoeve van een plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, de volgende andere-werken uit te voeren:
het vergraven, afgraven, egaliseren, woelen en mengen, draineren, diepploegen en
ophogen van gronden; het aanleggen, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers, watergangen en andere wateren;
22.1.8 Voor plannen of projecten die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kunnen hebben voor het gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudings- doelstellingen van dat gebied zoals opgenomen in het besluit van besluit van 24 maart 2000, nr. N/2000/032 (aanwijzing IJssel als speciale beschermingszone), zoals gewijzigd bij besluit van 25 april 2003, nr. DN.2002/1463.
22.1.9 De verplichting tot het opstellen van een passende beoordeling geldt niet, indien het plan of project een voortzetting of herhaling betreft van een plan of project ten aanzien waarvan reeds eerder een passende beoordeling is opgesteld en redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat een nieuwe passende beoordeling geen nieuwe gegevens of inzichten kan opleveren met betrekking tot de significante gevolgen van het plan of project.
22.1.10 Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien het bevoegd gezag niet de zekerheid heeft verkregen, dat het plan of project de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied, niet zal aantasten en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
22.1.11 In afwijking van het bepaalde in 22.1.10 kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning als bedoeld in 22.1.7 verlenen, indien het plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij het ontbreken van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd.
22.1.12 In het geval als bedoeld in 22.1.11 worden compenserende maatregelen genomen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft.
22.1.13 Geen omgevingsvergunning is vereist voor:
a. andere-werken behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
b. andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
de voorgeschreven goothoogte, bouwhoogte en inhoud, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in deze regels voorgeschreven afmetingen;
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening Ruimte voor de Rivier Zevenaar
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 25 januari 2017
De voorzitter, De griffier,