direct naar inhoud van Artikel 7 Leiding - Gas
Plan: Uitmeentsestraat West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0299.BP05UITMWEST-VA01

Artikel 7 Leiding - Gas

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de instandhouding van een ondergrondse regionale gastransportleiding (diameter 4 inch, werkdruk 40 bar), overeenkomstig het profiel opgenomen in het plan, in het plangebied.

7.2 voorrangsregels

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.

7.3 bouwregels
  • a. Op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden met de bestemming Leiding - Gas mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
  • b. De oppervlakte en de bouwhoogte van een gebouw mogen niet meer dan respectievelijk 10 m² en 3 m bedragen.
  • c. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het
    bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de
    veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is
    ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts
    worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
7.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Algemeen

Het is verboden op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het college van Burgemeester en Wethouders, ter plaatse van de in lid 7.1 bedoelde gronden, de volgende werken, niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren:

  • het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • het permanent opslaan van goederen;
  • het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
7.4.2 Uitzondering

Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • die het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • zijnde graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  • die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
7.4.3 Afweging

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.

7.4.4 Advies leidingbeheerder

Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in lid 7.4, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.