Plan: | Maasdijk naast 58, Poederoijen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0297.BGBBPW20190004-VS01 |
het bestemmingsplan 'Maasdijk naast 58, Poederoijen' met identificatienummer NL.IMRO.0297.BGBBPW20190004-VS01 van de gemeente Zaltbommel;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend. Detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel en internetwinkel, behoort niet tot een aan huis verbonden (bedrijfs)activiteit;
het in een woning en/of de daarbij bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie als hoofdfunctie van de betreffende woning;
de van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde gevel van een gebouw;
activiteiten behorende bij een grondgebonden agrarisch bedrijf;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de verblijfsrecreatieve functie ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
ten aanzien van bebouwing:
ten aanzien van gebruik:
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een voorziening voor het opwekken van energie uit duurzame energiebronnen, zoals windkracht, waterkracht, zonlicht en biomassa. Onder een duurzame energievoorziening wordt onder meer verstaan windturbines en -wokkels, zonnecollectoren en -panelen;
recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen en vissen. Onder extensieve dagrecreatie vallen geen gemotoriseerde sporten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de grond in de directe omgeving van het bedrijf en waarover het bedrijf beschikt bij de bedrijfsvoering;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een zelfstandig(e), dan wel samenwonend(e), persoon of groep van personen waarbij sprake is van onderlinge sociale verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
winkel waarbij goederen via het internet te koop worden aangeboden, met dien verstande dat er geen uitstalling ten behoeve van de verkoop plaatsvindt en er geen showroom en/of verkoopruimte aanwezig is;
één en ander voorzover de onder 1 en 2 bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een dakafdekking van een gebouw met een geheel of gedeeltelijk hellend dakvlak;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken en telen van gewassen;
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door één of meer personen uit diens directe omgeving en waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
een bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling van het inkomen van de agrariër, waarbij de activiteit in ruimtelijk, functioneel en economisch opzicht ondergeschikt blijft aan het aanwezige agrarische bedrijf;
op de eindgebruiker gerichte verkoop, welke bedrijfsactiviteit ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde van één bouwlaag dat dient ter overdekking en dat met maximaal twee wanden, al dan niet behorende tot de eigen constructie, is omgeven;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
gebouwde of aangelegde voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
welke als volgt kunnen worden onderscheiden:
teeltondersteunende voorzieningen tot en met 1,5 meter hoogte ter voldoening aan een tijdelijke teeltbehoefte met een maximum van 6 maanden. Waaronder in ieder geval folies en lage tunnels zijn begrepen;
teeltondersteunende voorzieningen tot en met 1,5 meter hoogte ter voldoening aan een jaarrond behoefte. Waaronder in ieder geval containerteelt is begrepen;
teeltondersteunende voorzieningen tot een hoogte van maximaal 6 meter ter voldoening aan een tijdelijke teeltbehoefte met een maximum van 6 maanden al dan niet bestaande uit een permanente constructie waar tijdelijk netten overheen geplaatst kunnen worden . Hieronder zijn in ieder geval begrepen: wandel- en regenkappen, menstoegankelijke tunnels en hagelnetten, vraatnetten en boomteelthekken ;
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;
de naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door bevoegd gezag aan te wijzen gevel;
bouwwijze waarbij de hoofdmassa van een woning niet begrensd is door scheidingsmuren van andere hoofdmassa's;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan;
warmtekrachtkoppelingsinstallatie bestaande uit een generator die het mogelijk maakt de bij de opwekking van elektriciteit vrijgekomen warmte te benutten;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidingsmuren).
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief daarbij behorende:
Gebouwen zijn binnen de bestemming Agrarisch niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 ten behoeve van het bouwen van melkstallen, materialenbergingen en schuilgelegenheden buiten het bouwvlak, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 ten behoeve van de bouw of aanleg van teeltondersteunende voorzieningen met dien verstande dat:
Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van fruitteeltteeltbedrijven en boomgaarden, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 mag uitsluitend worden verleend indien:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen e.d.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van een hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.3 c voor vergroting van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 sub a en b voor het vergroten van de afstanden van bijbehorende bouwwerken ten opzichte van het hoofdgebouw, mits:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
De gezamenlijke vloeroppervlakte per bouwperceel ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep op de in lid 4.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.5.1, niet meer bedragen dan 30 m2.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder b, teneinde binnen een woning en/of bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4.1 onder c teneinde binnen een woning en/of bijbehorende bouwwerken recreatieve nevenactiviteiten zoals het verstrekken van logies en ontbijtvoorzieningen (bed & breakfast), theetuinen, exposities, verhuur van fietsen, huifkarren e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Het in lid 5.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat:
Indien uit het in lid 5.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 5.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 5.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 5.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 5.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Indien uit het in lid 6.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 6.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 6.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 6.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 6.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en de bescherming van de waterkering.
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de waterkering, waaronder merktekens en keermuren met een maximale bouwhoogte van 1,5 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken, in geval dit noodzakelijk is in verband met de aanleg of het functioneren van de waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in de in lid 22.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.5.1 moet worden geweigerd:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.5.1 is vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of, voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen, niet zijnde kassen, ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
Als een gebruik strijdig met dit wijzigingsplan wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:
Als een gebruik strijdig met het inpassingsplan wordt in ieder geval beschouwd het gebruik dan wel het laten gebruiken:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 1' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - dijk 1' mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 11.1.1, met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, aangeduid als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover niet reeds op grond van andere regels binnen dit plan afwijking is toegestaan, met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Indien binnen één besluit gebruik wordt gemaakt van meer bevoegdheden, waarvoor deels Gedeputeerde Staten en deels het college van burgemeesters en wethouders het bevoegd gezag vormen, dan zijn Gedeputeerde Staten voor het geheel bevoegd.
Voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Op grond van artikel 3.26 lid 4 Wet ruimtelijke ordening zijn gedeputeerde staten bevoegd om te beslissen op een aanvraag voor een omgevinsgsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
fewjiop
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Maasdijk naast 58, Poederoijen'.