12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
water ten behoeve van de waterhuishouding;
c.
taluds en natuurvriendelijke oevers;
d.
voorzieningen, zoals kunstwerken en andere waterstaatwerken, en ten behoeve van de waterafvoer en waterberging;
f.
verkeersvoorzieningen t.b.v. het scheepvaartverkeer (verkeersborden, betonning e.d.), met een hoogte van maximaal 6 meter;
g.
een laad- en losplaats, ter plaatse van de aanduiding “laad- en losplaats”;
h.
aanlegsteigers, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water – aanlegsteiger – 1’, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water – aanlegsteiger – 2’ en ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water – aanlegsteiger 3’.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels:
a.
ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats' mag de oppervlakte van bouwwerken niet meer bedragen dan 840 m²;
b.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger - 1' mag de oppervlakte van bouwwerken per aanduidingsvlak niet meer bedragen dan 160 m²;
c.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger - 2' mag de oppervlakte van bouwwerken per aanduidingsvlak niet meer bedragen dan 95 m²;
d.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger - 3' mag de oppervlakte van bouwwerken per aanduidingsvlak niet meer bedragen dan 40 m²;