direct naar inhoud van Bijlagen bij de regels
Plan: Aalst, Kerkwijk en Delwijnen
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.AALBVO20170005-VS01

Bijlagen bij de regels

 

Bijlage 1 Juridische toelichting

1.1 Beheersverordening

Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening moeten bestemmingsplannen binnen 10 jaar nadat ze zijn vastgesteld, geactualiseerd worden. Geactualiseerd worden houdt in dat voor deze gebieden een nieuw bestemmingsplan moet worden vastgesteld. De Wet ruimtelijke ordening biedt (sinds 2008) de mogelijkheid om voor gebieden waar geen (grote) ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening vast te stellen. In het geval een gemeente voornemens is om het geldende juridisch-planologisch regime van een gebied te actualiseren en daarbij enkel de bestaande situatie en/of de bestaande rechten wil overnemen, is de beheersverordening dan ook een volwaardig alternatief voor het bestemmingsplan.

De gemeente heeft de keuze gemaakt om in deze situatie de beheersverordening toe te passen. Het gemeentelijk uitgangspunt bij actualisaties is om geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen toe te staan, maar te volstaan met het regelen van de bestaande situatie en het overnemen van bestaande rechten. De ontwikkelingen in de wetgeving zijn zodanig dat binnen enkele jaren het bestemmingsplan (en ook de beheersverordening) als instrument verdwijnt en plaats maakt voor het omgevingsplan. De gemeenteraad van Zaltbommel moet dan voor het hele grondgebied van haar gemeente een omgevingsplan vaststellen. Het besluitgebied van deze beheersverordening krijgt dan wederom een nieuw juridisch-planologisch regime (namelijk in het omgevingsplan). Het is de planning van de gemeente om de werkzaamheden die nodig zijn om het omgevingsplan op te stellen in 2017 op te starten. Vanwege enerzijds de actualisatieverplichting uit de Wet ruimtelijke ordening en anderzijds de verplichting om op termijn voor het hele grondgebied van de gemeente een omgevingsplan vast te stellen, heeft de gemeente besloten om voor de tussenliggende periode (totdat het omgevingsplan wordt vastgesteld) deze beheersverordening vast te stellen.

Het verschil tussen een bestemmingsplan en een beheersverordening zit enerzijds in de procedure en anderzijds in de vormgeving. Hieronder worden beide aspecten kort toegelicht.

Procedure

Een beheersverordening is in tegenstelling tot een bestemmingsplan een 'gewone verordening' in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De beheersverordening is daarmee voor wat betreft haar juridische status vergelijkbaar met de Algemene Plaatselijke Verordening. Dit betekent enerzijds dat de beheersverordening wordt vastgesteld door de gemeenteraad (zoals ook het bestemmingsplan door de gemeenteraad wordt vastgesteld) en anderzijds dat vanwege het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht geen bezwaar en beroep mogelijk is tegen een beheersverordening. De wetgever vond dit een logische stap omdat in een beheersverordening wordt volstaan met het reguleren van de bestaande situatie en geen (grote) ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.

Naast het wettelijk regime van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet ruimtelijke ordening is echter ook de inspraakverordening van de gemeente Zaltbommel relevant voor de procedure van de beheersverordening. De gemeente legt de beheersverordening (in ontwerp) gedurende vier weken voor belanghebbenden ter inzage. Tijdens deze inzagetermijn kunnen belanghebbenden een inspraakreactie indienen.

Vormgeving

De wettelijke eisen die gelden voor de vormgeving van een bestemmingsplan (zoals de Standaardvoorschriften Bestemmingsplannen 2012), zijn niet van toepassing op de vormgeving van een beheersverordening. Vanwege de herkenbaarheid van de vormgeving van bestemmingsplannen (zowel voor de gemeentelijke organisatie (de bouwplantoetsers) als voor de burgers) heeft de gemeente ervoor gekozen om de vormgeving van de beheersverordening af te stemmen op de vormgeving van de bestemmingsplannen binnen de gemeente Zaltbommel. Het enige onderscheid is dat de beheersverordening op de website www.ruimtelijkeplannen.nl wordt weergegeven als één vlak. Door op dit vlak te klikken (met de muis) wordt de illustratie zichtbaar. De illustratie bij de beheersverordening is de verbeelding zoals we die kennen van bestemmingsplannen. Op de illustratie staan de bestemmingen, dubbelbestemmingen, aanduidingen, bouwvlakken, etc.

Besluitgebied beheersverordening

Het besluitgebied van de beheersverordening omvat de kernen Aalst, Kerkwijk en Delwijnen. Hiervoor moet op korte termijn een actueel juridisch-planologisch kader (bestemmingsplan of beheersverordening) worden vastgesteld.

1.2 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 van deze beheersverordening bestaat uit twee artikelen; de begrippen en de wijze van meten.

Begrippen

In artikel 1 van deze beheersverordening staan de definities van de begrippen zoals deze beheersverordening die hanteert. Deze definities zijn van groot belang voor het op een juridisch juiste wijze lezen en begrijpen van deze beheersverordening. Zo wordt in de bouwregels van de verschillende bestemmingen eisen gesteld aan het bouwen van bijbehorende bouwwerken, bijvoorbeeld waar deze bouwwerken gebouwd mogen worden, hoe hoog deze bouwwerken mogen zijn en hoeveel m² per perceel gebouwd mag worden. In de begripsomschrijving is uitgelegd wat moet worden verstaan onder het begrip bijbehorend bouwwerk.

1.13 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

Een overkapping valt onder het begrip 'een bijbehorend bouwwerk'. Het is immers een ander bouwwerk met een dak.

Wijze van meten

In artikel 2 van deze beheersverordening is de wijze van meten opgenomen. In 'de wijze van meten' wordt aangegeven op welke wijze de in hoofdstuk 2 voorgeschreven maatvoering, zoals bouwhoogte, goothoogte en de oppervlakte en inhoud van een bouwwerk moet worden bepaald. Zo is voor de goothoogte bepaalt dat:

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

de hoogte in meters van de druiplijn, de bovenkant van de goot, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, gemeten vanaf peil;

In de wijze van meten is vervolgens ook bepaald op welke wijze het peil moet worden vastgesteld:

2.6 peil

  • 1. voor dijkwoningen, de kruin van de dijk;
  • 2. voor overige gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan een weggrenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • 3. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.

1.3 Gebiedsregels

In hoofdstuk 2 van deze beheersverordening zijn de regels met betrekking tot de toegelaten functies (zoals horeca, detailhandel en wonen), het toegestane (en het niet-toegestane) gebruik en de bij de verschillende functies horende bouwmogelijkheden opgenomen. In globale zin kan een onderscheid worden gemaakt in gebiedsregels die een functie (of functies) toestaan en gebiedsregels die tot doel hebben om een bepaald belang te beschermen. Voorbeelden van deze laatste categorie zijn Leiding - Riool, Waarde - Archeologie en Waterstaat - Waterkering. Hieronder zullen de verschillende gebiedsregels die in deze beheersverordening zijn opgenomen, kort worden besproken.

Met de zin 'de regeling (van deze beheersverordening) is gebaseerd op de regeling van het voorheen geldende bestemmingsplan' wordt gedoeld op de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het voorheen geldende bestemmingsplan mogelijk maakte. Dit geldt bijvoorbeeld voor de situering en omvang van het bouwvlak, het voorgeschreven maximale bebouwingspercentage, de bouwhoogte en de toegelaten bedrijvigheid.

Bedrijf

Deze bestemming is opgenomen voor de verspreid liggende bedrijven in de kernen Aalst, Kerkwijk en Delwijnen. De regeling is gebaseerd op de voorgaande bestemmingsplannen en continueert de bestaande rechten. Dit betekent dat bedrijven uit categorie 1 van de als bijlage bij de regels opgenomen staat van bedrijfsactiviteiten bij recht zijn toegestaan. Feitelijk aanwezige bedrijven die van deze regeling afwijken zijn voorzien van een maatwerkbestemming en daarmee ook toegestaan. Deze bedrijven waren ook reeds in het voorheen geldende bestemmingsplan toegestaan.

Bedrijf - Nutsvoorziening

De openbare nutsvoorzieningen hebben een specifieke bestemming in de beheersverordening gekregen. In dit kader moet worden opgemerkt dat op grond van het Besluit omgevingsrecht, nutsvoorzieningen tot een bepaalde omvang (hoogte niet meer dan 3 meter en oppervlakte niet meer dan 15 m²), vergunningvrij zijn en dus op alle gronden (ongeacht de functie) kunnen worden gerealiseerd.

Detailhandel

Binnen de bestemming 'Detailhandel' worden detailhandel en dienstverlenende bedrijven toegestaan. De regeling is gebaseerd op de regeling van het voorheen geldende bestemmingsplan. Specifieke functies zijn voorzien van een aanduiding in de illustratie.

Groen

Hoewel het uitgangspunt van deze beheersverordening is om het openbare gebied zoveel als mogelijk te betitelen als Verkeer - Verblijfsgebied en binnen deze functie zowel verkeers- als verblijfsdoeleinden en groenvoorzieningen mogelijk te maken, is een uitzondering gemaakt voor structurele groenvoorzieningen. Deze zijn derhalve voorzien van de bestemming 'Groen'.

Groen - Landelijk groen

De bestemming 'Groen - Landelijk groen' is opgenomen voor de in het besluitgebied voorkomende weilanden en andere voormalige agrarische gronden en tuinen. Het gebruik van deze gronden dient hobbymatig te zijn. Een deel van deze gronden zou kunnen worden ingericht als paardenbak. Tegen het extensief recreatief gebruik is op zichzelf geen bezwaar; voorkomen moet echter worden dat het gebruik intensiveert en tendeert naar bedrijfsmatige activiteiten. Derhalve is in de regels de gebruiksbepaling hierop gericht (verbod op bedrijfsmatige gebruik) en zijn verlichtingsmasten niet toegestaan.

Horeca

In de kern Aalst is een cafetaria gelegen die is voorzien van de bestemming 'Horeca'. De regeling is gebaseerd op de regeling van het voorheen geldende bestemmingsplan.

Maatschappelijk

De aanwezige maatschappelijke voorzieningen binnen het besluitgebied hebben de bestemming 'Maatschappelijk' gekregen. Binnen deze bestemming worden de volgende voorzieningen toegestaan: voorzieningen ten behoeve van medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport- en gymnastieklokalen alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter;

De regeling is gebaseerd op de regeling zoals deze in het voorheen geldende bestemmingsplan was opgenomen.

Recreatie

De schaatsclub in Aalst is voorzien van de bestemming 'Recreatie'. Deze bestemming is inhoudelijk gebaseerd op de regeling van het voorheen geldende bestemmingsplan.

Tuin

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gelegen hoofdgebouwen. Op de gronden met de bestemming 'Tuin' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Verkeer - Verblijfsgebied

Het uitgangspunt van deze beheersverordening is om het openbare gebied zoveel als mogelijk (vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening) te bestemmen als Verkeer - Verblijfsgebied. Dit is een globale functie waarin zowel verkeers- (wegen, straten, parkeren) als verblijfsdoeleinden (pleinen, parken) en groenvoorzieningen mogelijk zijn. De reden hiervoor is dat de exacte ligging van de verschillende doeleinden zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen etc. in het kader van een goede ruimtelijke ordening niet relevant is. Het herinrichten van wegen, straten, parkeergelegenheid en groenvoorzieningen kan daardoor op een eenvoudige manier geschieden, zonder dat de beheersverordening onwenselijke en ongefundeerde barrières oproept.

Op basis van de beheersverordening is het mogelijk om gebouwen van maximaal 25 m2 en 3 meter hoog te bouwen. Denk bijvoorbeeld aan wachtruimten voor openbaar vervoer, nutsvoorzieningen en ontmoetingsruimten voor jongeren. Daarom is besloten om gebouwen van maximaal 25 m2 en 3 meter hoog binnen de bestemming toe te laten.

Water

De watergangen en oppervlaktewateren in het besluitgebied die door het waterschap als A-watergang zijn aangemerkt, hebben een belangrijke waterhuishoudkundige functie. Deze zijn in deze beheersverordening bestemd als 'Water'.

Wonen

De aanwezige woningen binnen het besluitgebied zijn voorzien van de bestemming 'Wonen'. Voor de bebouwingsmogelijkheden wordt een onderscheid gemaakt in het hoofdgebouw van de woning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Hoofdgebouwen

Binnen de bestemming is door middel van aanduidingen onderscheid gemaakt in het type woning, achtereenvolgens betreft het:

  • gestapeld [gs]
  • aaneengebouwde woningen [aeg]:
  • twee-aaneengebouwde woningen [tae];
  • vrijstaande woningen [vrij];

Het hoofdgebouw van de woning mag uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gerealiseerd worden. Voor het hoofdgebouw van de woningen is in de verbeelding een maximum goot- en bouwhoogte opgenomen.

Bijbehorende bouwwerken

Buiten het hoofdgebouw mogen op het perceel zowel binnen als buiten het bouwvlak bijbehorende bouwwerken worden opgericht dit betreft bijgebouwen, uit- of aanbouwen en overkappingen. Deze bouwwerken mogen, met uitzondering van erkers alleen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gerealiseerd. De maximale maatvoering voor bijbehorende bouwwerken is gelimiteerd. De gronden met de aanduiding 'bijgebouwen' mogen met niet meer dan 50% worden bebouwd met een maximum van 100 m².

Wonen - 2

Voor de nog te ontwikkelen percelen in de nieuwbouwwijk 'Ham III' in Aalst is de vigerende bestemming 'Woondoeleinden' inhoudelijk één-op-één overgenomen uit het voorheen geldende plan, met dien verstande dat de naamgeving van de bestemming is gewijzigd in 'Wonen - 2'. Inhoudelijk zijn de bestaande rechten gecontinueerd. Wel zijn er ondergeschikte wijzigingen aangebracht naar aanleiding van gewijzigde wetgeving (wijzigingen Bor) en de standaardisering conform SVBP2012.

Wonen - Woonwagens

Voor het woonwagencomplex aan de Kamillestraat in Aalst is - overeenkomstig het voorheen geldende plan - een afzonderlijke bestemming opgenomen. Inhoudelijk is deze bestemming dan ook gebaseerd op de regeling zoals deze in het voorheen geldende bestemmingsplan was opgenomen.

Leiding - Gas

Aan de noordzijde van de kern Delwijnen is een gasleiding van Liander gelegen. Hoewel deze gasleiding niet planologisch relevant is, is deze - met het oog op eventuele grondwerkzaamheden ter plaatse - toch voorzien van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas'. Ter plaatse van deze dubbelbestemming zijn de gronden primair bestemd voor een gasleiding met de daarbij behorende bouwwerken en andere bouwwerken. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de bouwbepalingen voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemming, op voorwaarde dat advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Ter plaatse van de dubbelbestemming is een (omgevings)vergunning vereist voor het uitvoeren van werkzaamheden die de belangen van de leidingbeheerder kunnen schaden.

Leiding - Riool

Aan de noord- en oostzijde van Aalst - parallel aan de Maas-Waalweg en Prins Hendrikstraat - is een rioolpersleiding gelegen. Deze is voorzien van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'. Ter plaatse van deze dubbelbestemming zijn de gronden primair bestemd voor een rioolpersleiding met de daarbij behorende bouwwerken en andere bouwwerken. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de bouwbepalingen voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemming, op voorwaarde dat advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Ter plaatse van de dubbelbestemming is een (omgevings)vergunning vereist voor het uitvoeren van werkzaamheden die de belangen van de leidingbeheerder kunnen schaden.

Waarde - Archeologie 1, 2 en 3

Met deze regeling worden de aanwezige archeologische verwachtingswaarden beschermd. De regeling is gebaseerd op het archeologische beleid van de gemeente. De bescherming krijgt vorm door voor het verrichten van bepaalde bouwwerkzaamheden en andere werkzaamheden een archeologisch onderzoek te eisen. Uit dit specifieke onderzoek moet dan blijken of er werkelijk een gevaar bestaat dat de (bouw)werkzaamheden afbreuk doen aan de archeologische waarde van de gronden. Ingevolge het archeologische beleid van de gemeente zijn de gronden aangeduid met een regeling die onderscheid maakt in de archeologische verwachtingswaarde van de gronden. Gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde hebben bijvoorbeeld de aanduiding Waarde-Archeologie 1. In het besluitgebied komen verder de aanduidingen Waarde - Archeologie 2 en 3 voor. Het onderscheid in de verschillende aanduidingen zit in de oppervlaktevrijstelling die in de verschillende regelingen is opgenomen. Zo zijn werkzaamheden op gronden met de aanduiding Waarde-Archeologie 1 vrijgesteld van archeologisch onderzoek indien deze werkzaamheden een oppervlakte beslaan van niet meer dan 30 m². Op gronden met de aanduiding Waarde-Archeologie 2 bedraagt deze oppervlaktevrijstelling 100 m².

Waterstaat - Waterkering

Deze regeling ziet op het beschermen van de dijk. Bouwwerkzaamheden en overige werkzaamheden mogen niet worden verricht indien niet van tevoren vast staat dat deze geen gevolgen voor de dijk zullen hebben. Voor de zones grenzend aan de dijk is een soortgelijke regeling opgenomen. In deze beheersverordening zijn deze zones aangeduid met de gebiedsaanduidingen 'Vrijwaringzone-dijk 1' en 'Vrijwaringszone-dijk 2'. De vrijwaringszone-dijk 2 betreft slecht een indicatieve zone. Aan deze zone zijn verder geen nadere regels verbonden.

Waterstaat - Waterlopen

Evenwijdig aan de zogenaamde A-watergangen bevinden zich de zogenaamde keurzones. Deze zones zijn aangeduid omdat de Keur van het waterschap (de waterschapsverordening) voor deze gronden ook (net als deze beheersverordening) regels bevat voor het uitvoeren van bouwwerkzaamheden en overige werkzaamheden.

1.4 Algemene regels

In hoofdstuk 3 van deze beheersverordening zijn algemene regels opgenomen die gelden voor het gehele besluitgebied. Hieronder worden deze regels kort besproken:

Anti-dubbeltelregel

Deze regel voorziet erin dat indien gronden ooit zijn gebruikt voor het bepalen van bijvoorbeeld de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing, deze gronden op een later moment en voor een ander perceel (bijvoorbeeld na verkoop) niet nogmaals kunnen worden gebruikt voor het bepalen van de maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing.

Algemene bouwregels

In dit artikel zijn 3 regelingen opgenomen. Een regeling met betrekking tot ondergeschikte bouwdelen die stelt dat:

  • 1. ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, installaties, balkons en overstekende daken ook buiten een bouw- en/of aanduidingsgrens gelegen mogen zijn.
  • 2. de voorgeschreven bouwhoogten in deze beheersverordening niet van toepassing zijn op ondergeschikte bouwdelen.

Met dien verstande dat de overschrijdingen van de bouw-, aanduidingsgrenzen en hoogte niet meer dan 1 m mag bedragen.

Verder is nog een regeling opgenomen met betrekking tot bouwwerkzaamheden die in verband staan met de brochure Stroomversnelling Nederland zoals die in de bijlage bij de regels is opgenomen. Deze bouwwerkzaamheden hebben tot doel om een woning door middel van dak en/of gevelisolatie energieneutraal te maken.

Tot slot is onder de algemene bouwregels een bepaling opgenomen die regelt dat legaal ontstane bouwwerken die niet voldoen aan deze beheersverordening (bijvoorbeeld als het gaat om situering of maatvoering), toch zijn toegestaan.

Algemene aanduidingsregels

Voor de beschermingszone grenzend aan de primaire waterkering is de gebiedsaanduiding ‘Vrijwaringszone - dijk 1’ opgenomen. De buitenbeschermingszone is voorzien van de gebiedsaanduiding ‘Vrijwaringszone - dijk 2’.

Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de in deze beheersverordening voorgeschreven maatvoering, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maatvoering, afmetingen en percentages, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat.

Overige regels

In de beheersverordening wordt niet verwezen naar een verbeelding maar naar een illustratie. De regeling die daarvoor is opgenomen is een juridisch-technische en heeft verder weinig betekenis. Onder deze kop is eveneens de regels opgenomen dat er voorzien moet zijn in voldoende parkeergelegenheid. Door deze regel kunnen B&W bij aanvragen om vergunning voor het bouwen van bouwwerken, toetsen of de vergunningaanvraag in voldoende mate ruimte biedt aan parkeergelegenheid.

1.5 Overgangs- en slotregels