Schaarsestraat ongenummerd te Bergharen

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Bestemmingsplan

Het perceel aan de Schaarsestraat heeft in het bestemmingsplan “Buitengebied" van de gemeente Wijchen de bestemming “agrarische gebied”. Het plan is vastgesteld op 26 maart 1998. In de doeleindenomschrijving “agrarische gebied” is bepaald dat de als zodanig op de kaart aangegeven gronden, bestemd zijn voor:

• agrarische grondgebruik en agrarische bedrijfsuitoefening;
• behoud, herstel en versterking van cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden;
• behoud en versterking van recreatief medegebruik;

Eén en ander met bijbehorende voorzieningen en met inachtname van de onder 4.2 opgenomen nadere detaillering van doeleinden.

Daarnaast zijn op kaart 2 gronden aangeduid als “agrarisch ontwikkelingsgebied”. Het perceel aan de Schaarsestraat ligt in dit gebied.

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 27), de bestemming wijzigen ten behoeve van nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf door het opnemen van een nieuw agrarisch bouwperceel.

Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

• Nieuwvestiging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van grondgebonden agrarische bedrijven. Dit betekent dat de bouwpercelen de aanduiding “grondgebonden agrarisch bedrijf” krijgen waardoor omschakeling naar hoofdzakelijk niet grondgebonden bedrijfsvoering niet is toegestaan;
• De wijziging mag uitsluitend plaatsvinden binnen de gronden welke op kaart 2 zijn aangeduid als “agrarisch ontwikkelingsgebied”;
• Nieuwvestiging is niet toegestaan op gronden welke op kaart 1:
  - zijn aangeduid met “open gebied”,
  - zijn medebestemd tot “gebied met waterbergende functie”.
• Er dient sprake te zijn van vestiging van een volwaardig agrarisch bedrijf. Omtrent de volwaardigheid zal advies worden gevraagd van een terzake deskundige;
• Nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven is niet toegestaan;
• Het nieuw aan te geven bouwperceel mag maximaal 1 hectare omvatten;
• Er is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
• Er dient een afstand van minimaal 200 meter tot de overige in het gebied aanwezige bouwpercelen in acht te worden genomen. Van deze afstandsnorm mag worden afgeweken indien strikte handhaving uit het oogpunt van een logische verkaveling ongewenst is;
• De nieuwvestiging is uitsluitend toegestaan op gronden gelegen langs de als verkeersdoeleinden bestemde wegen, vallende onder de klasse 2 of 3 met dien te verstane dat de afstand van het bouwperceel tot de weg niet meer mag bedragen dan 50 m;
• De maatvoeringeisen als opgenomen in 4.3 zijn overeenkomstig van toepassing;
• Indien de nieuwvestiging plaatsvindt op gronden welke vallen binnen de medebestemming “molenbeschermingszone” mag de nieuwvestiging geen onevenredige aantasting van de windvang van de molen tot gevolg hebben;
• De nieuwvestiging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden als omschreven.

In het bestemmingsplan “buitengebied 1998” van de gemeente Wijchen is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders opgenomen om het plan te wijzigen voor nieuwvestiging van een grondgebonden bedrijf in het op kaart 2 aangewezen agrarisch ontwikkelingsgebied. Aan alle voorwaarden voor nieuwvestiging kan worden voldaan. Een kortere afstand dan 200 meter tot het naastgelegen bouwperceel is acceptabel omdat zo een logische verkaveling wordt bereikt.

Op het nieuw te realiseren bedrijf wil initiatiefnemer een loods oprichten voor de stalling van machines, huisvesting van seizoensarbeiders, sortering, koeling en bewaring van fruit. Tevens wordt een bedrijfswoning opgericht van 800 m3. Voor de te realiseren bouwwerken is een perceel van circa 5.000 m² nodig. Met dit bouwplan blijft het bedrijf voor het nieuwe bouwblok ruim onder de grens van maximaal 1 hectare voor nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf.

3.3.2 Landschapsontwikkelingsplan Beuningen, Druten, Wijchen

Het Landschapsontwikkelingsontwikkelingsplan (LOP), uit december 2006, geeft inzicht in de ontwikkelingsmogelijkheden en keuzen in het landschap voor de periode tot en met 2016. Het doel van het LOP is in te zetten op actieve landschaps- en natuurontwikkeling, waarbij behoud en ontwikkeling van samenhang en identiteit van landschapstypen centraal staan. De hoofddoelstellingen van het LOP zijn:

• Versterken van de identiteit van het fraaie rivierenlandschap, welke zich uit in de landschappelijke en ecologische samenhang binnen en tussen de acht landschapstypen en hun overgangen en tegengaan van versnippering van het landschap;
• Behouden en versterken van de bijzondere waarden (aardkundig, archeologisch, cultuurhistorisch, ecologisch en landschappelijk);
• Ruimte bieden aan culturele vernieuwing en inspiratie putten uit de historie.

Het plangebied maakt onderdeel uit van het gebied dat is aangemerkt als 'oude oeverwallen'. Er gelden hier specifiek versterken tot half openlandschap door ontwikkeling landschapselementen, geïnspireerd op het aanwezige reliëf. Voor de inpassing zal er gestreefd worden naar het zo groot mogelijk houden van de diversiteit en te werken aan de herkenbaarheid van het landschapstype. Bij dit landschapstype is de ruimtelijke herkenbaarheid het grootste probleem. Het gebied mist een eigen landschapsbeeld.

Algemene uitgangspunten zijn:

• Behouden landbouwstructuur tussen Bergharen en Hernen met respect voor ontwikkeling EVZ.
• Oude waterlopen zichtbaar en beleefbaar maken.
• Intensieve recreatie uitsluiten.
• Naast het realiseren van EVZ het respecteren van de landbouwkundige structuur

Bij de voorgestane ontwikkeling van het plangebied wordt op een goede manier rekening gehouden met de, algemene en specifieke, doelstellingen, zoals deze in het intergemeentelijk landschapsontwikkelingsplan geformuleerd zijn. De realisatie van het fruitbedrijf draagt bij aan het behoud van de landbouwkundige structuur.

3.3.3 Gemeentelijk beleid voor verkeer

Het gemeentelijk Verkeers en vervoerplan, schetst de hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid voor een periode van tien jaar (2008-2018).

In essentie gaat het voor de gemeente om:

• het garanderen van de bereikbaarheid;
• de verantwoordelijkheid voor een verkeersveilige situatie en;
• een leefbare gemeente waarin verkeershinder wordt geminimaliseerd.

Een belangrijk aandachtsveld is het parkeren. Het huidige parkeerbeleid kent de volgende pijlers:

• In principe dient elk gebied, voorziening, complex, bedrijf of instelling in de eigen parkeerbehoefte te voorzien.
• Gestreefd wordt om in de toekomst geparkeerde auto’s zoveel mogelijk aan de openbare ruimte en aan het zicht te onttrekken. Parkeerterreinen met gestald blik, maar ook straten overvol met auto’s zijn ongewenst.
• Het parkeerbeleid is restrictief in die gebieden waar de ruimte schaars is, de aanwezigheid van de auto ongewenst is en waar alternatieven beschikbaar zijn.

Voor de planlocatie spelen er in het kader van het gemeentelijk Verkeers en vervoerplan geen bijzondere aspecten. Op de locatie wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Het geluid en luchtkwaliteitaspect worden behandeld in de milieuparagraaf.

Duurzaam veilig wordt waar mogelijk ingevoerd. Dat de gemeente de richtlijnen van Duurzaam Veilig willen naleven is opgenomen in het GVVP (Gemeentelijk Verkeers en VervoersPlan) deel

Dit betekent voor de erfontsluitingswegen een snelheidsreductie naar 60 km/h en een inrichting die hiermee overeenstemt.

3.3.4 Gemeentelijk waterbeleid en waterbeheer

In november 2003 is de Strategische waternota door de gemeenteraad vastgesteld. De waternota omvat thema's en uitgangspunten voor een meer duurzaam waterbeheer binnen de gemeente Wijchen. In het kader van de watertoets moet een vertaalslag worden gemaakt naar de concrete plansituatie.

Voorts beschikt de gemeente over een rioleringsplan (GRP) waarin is aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan een doelmatige aanleg en beheer van de riolering. De gemeente Wijchen valt binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. Het waterschap geeft in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater vergunningen af voor lozing van afvalwater op het oppervlaktewater en in het kader van de Keur ontheffingen voor ingrepen in watergangen en waterkeringen. Daarnaast verzorgt de waterbeheerder het onderhoud van A-watergangen.