Plan: | Elzendweg 12, Bergharen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.BGBELZENDWEG-DFBP |
In de Monumentenwet 1988 (Mw '88) is het behoud van archeologische en cultuurhistorische waarden vastgelegd.
In het kader van artikel 38 Mw '88 heeft de gemeente Wijchen eigen archeologiebeleid van toepassing verklaard middels het vaststellen van de gemeentelijke Archeologische beleidskaart in 2008.
Analyse
Het gehele plangebied ligt binnen een zone in het buitengebied met een hoge archeologische verwachting. Voor alle bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 100 m² is een archeologisch onderzoek nodig.
ADC ArcheoProjecten uit Amersfoort heeft ter plaatse van de nieuwbouwlocatie een archeologisch onderzoek uitgevoerd, rapport "Plangebied ten noordwesten van Elzendweg 12, Bergharen, gemeente Wijchen, een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek" (19 december 2011, nr. 2951). Het onderzoeksrapport is opgenomen als bijlage 3.
Het onderzoeksbureau heeft zijn conclusies gebaseerd op de procedure behorende bij een omgevingsvergunning en niet op een bestemmingsplan. Het is derhalve noodzakelijk de resultaten van het onderzoek naar het bestemmingsplan te vertalen.
In het vigerende bestemmingsplan is een dubbelbestemming ten aanzien van het aspect archeologie opgenomen. Uit de onderzoeksresultaten volgt dat niet voor het gehele plangebied gesteld kan worden dat de dubbelbestemming kan verdwijnen. In voorliggend bestemmingsplan is ervoor gekozen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' voor het gehele plangebied te behouden. Dat betekent dat in het kader van de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen aangetoond moet worden dat er geen verstoring van archeologische waarden zal plaatsvinden. Het uitgevoerde onderzoek van ADC ArcheoProjecten is hiervoor voldoende, behoudens voor wat betreft het bijgebouw aan de noordwestzijde.
Met het uitgevoerde onderzoek is de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan met betrekking tot het aspect archeologie in voldoende mate aangetoond.
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening is een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden noodzakelijk.
Analyse
Binnen het plangebied zijn geen cultuurhistorische waarden aanwezig.
Het plangebied ligt binnen de molenbiotoop van molen De Verrekijker. Om te voorkomen dat de windaanvoer naar de molen wordt belemmerd mag bebouwing binnen de biotoop niet te hoog zijn. Voor de betreffende molen geldt de volgende biotoopformule voor de hoogte van gebouwen: (afstand van gebouw tot molen)/50 + 2,5 meter. De afstand van de molen tot het plangebied bedraagt circa 325 meter. Op basis van de biotoopformule mogen gebouwen binnen het plangebied maximaal 9 meter bedragen. De biotoopformule is in de planregels opgenomen.
Het bouwplan heeft een bouwhoogte van 8,6 meter en vormt derhalve geen belemmering voor het functioneren van de molen.
Het aspect archeologie vormt geen planologische belemmering voor het plan. Mogelijk is in het kader van de aanvraag om omgevingsvergunning een aanvullend onderzoek nodig. Dit is mede afhankelijk van de exacte locatie van de bijgebouwen en eventueel archeologiesparend bouwen.
Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast.
Het plangebied ligt binnen het provinciaal waardevolle landschap Rivierduin Wijchen-Bergharen. In de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten Waardevolle Landschappen' zijn voor dit gebied de volgende kernkwaliteiten geformuleerd:
Het plan omvat de bouw van twee aaneengebouwde woningen op een thans onbebouwd perceel en betreft daarmee een verdichting van een historisch lint waarvan de een open bebouwingsstructuur behouden blijft. Het plan heeft tot gevolg dat 1000 m² agrarische bedrijfsgebouwen uit de tweede helft van de 20e eeuw wordt gesloopt. De nieuwe bebouwing heeft de uitstraling van een boerderijgebouw.
Het plan draagt beperkt bij aan de verbetering van de landschappelijke waarden en vormt zeker geen aantasting daarvan.
Ten behoeve van de bescherming van zeldzame of kwetsbare planten en dieren zijn twee wetten van toepassing. Middels de Natuurbeschermingswet 1998 worden waardevolle natuurgebieden beschermd. De Flora- en faunawet bevat een soortenbescherming.
In het kader van de genoemde wetten heeft BRO uit Boxtel een onderzoek uitgevoerd: rapport "Verkennend natuurwaardenonderzoek Elzendweg nabij nr. 12 te Bergharen" (23 december 2011, nr. 210x00224.069161_2). Het onderzoeksrapport is als bijlage 4 bijgevoegd.
Uit het onderzoeksrapport volgen de volgende conclusies:
Voorts worden de volgende aanbevelingen gedaan:
Beide aanbevelingen hebben geen invloed op de inhoud van het bestemmingsplan.
Het aspect flora en fauna vormt geen planologische belemmering voor het plan.